Bij opgravingen in Krommenie hebben archeologen de resten van een wachttoren blootgelegd. Gemeentelijk archeoloog van Zaanstad Piet Kleij weet vrijwel zeker dat het om een Romeinse wachttoren gaat. Daarmee zou het gaan om de meeste noordelijke Romeinse (militaire) nederzetting op het vaste land.
De wachttoren is vierkant en had onderaan afmetingen van ongeveer drie bij drie meter. De bovenverdiepingen waren waarschijnlijk iets groter. De archeologen hebben twee van de vier hoekpalen blootgelegd en uitgegraven. Om de wachttoren heen stond een grote omheining van boomstammen, een palissade, die bijna een half voetbalveld omsloot. Volgens de onderzoekers is dat bijzonder groot voor een palissade rond een wachttoren. Meestal waren ze kleiner. De omheining is niet vierkant, zoals op veel andere plekken in Europa het geval was, maar vijfhoekig.
Zowel de grootte als de vorm van de palissade en de ligging van het geheel, buiten het Romeinse Rijk, zijn volgens de archeologen opmerkelijk. Dit geeft aan dat het een bijzondere vindplaats is. De gemeente Zaanstad:
“De Romeinen hebben de wachttoren en de omheining met zorg aangelegd. De toren staat in een veenmoeras en om daar te komen hebben ze een dichtgegroeide kreek uitgegraven zodat een kanaal ontstond dat aansloot op waterwegen die naar de bewoonde wereld leidden. Het terrein zelf hebben ze opgehoogd met kleiplaggen. De boomstammen zijn waarschijnlijk aangevoerd vanaf de duinen of vanuit het rivierengebied langs de Rijn. De bouw zal heel wat zweetdruppeltjes hebben gekost.”
Onder de palissade ontdekten de archeologen aardewerk, dat mogelijk nog ouder is. De hele wachttoren blootleggen lukt niet. Er ligt een grote elektriciteitskabel die een groot deel van Krommenie van stroom voorziet.
Datering
Bij de opgraving vonden de archeologen ook aardewerk zoals potten en kruiken (amforen). Gebaseerd op de vorm van dit aardewerk lijkt het erop dat de wachttoren uit de eerste helft van de eerste eeuw dateert. Verder onderzoek moet uitwijzen of deze datering kan worden aangescherpt. En ook wat de Romeinen nu eigenlijk te zoeken hadden in dit drassige veenmoeras.
Boek: Romeinse sporen – Het relaas van de Romeinen in de Benelux
“In 1964 en 1965 werd hier reeds een opgraving verricht, door de plaatselijke AWN afd. en de ROB (Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Met de kennis van toen werd door archeologen Halbertsma en Bogaers vermoed dat het om een “Hain” ging, een inheemse sacrale plaats. Op grond van de zeer vele Romeinse vondsten, waaronder slingerkogels, en de karakteristieke funderingspalen, die op een toren wezen, had de heer E.J. Helderman (Westerheem XX N0.1, febr 1971) de theorie dat het “Hain” een militaire post moest zijn in de vorm van een kleine wachttoren met een palissade eromheen. Deze theorie kwam tot stand na uitvoerige discussies na bestudering van het materiaal, binnen het toenmalige bestuur. Er was toen door gebrek aan kennis van gelijksoortige objecten geen 100% zekerheid of het een Romeinse wachttoren was. Ter voorkoming van schatgraverij werd over de resultaten van de opgraving in die tijd geen publiciteit in de media gezocht. Wel werd er in Westerheem en in de vakliteratuur over geschreven.”
– Walter Prinsze (voormalig secretaris van de AWN afd. Zaanstreek-Waterland e.o.)