Onthullend en informatief. Dat is de biografie Rost van Tonningen. Fout tot het bittere eind (2e druk; Walburg Pers, 2014 [oorspr. 1994]). De auteur, dr. David Barnouw (1949), was tot 2014 verbonden aan het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Wie alles wil weten over de ‘foute kant’ tijdens de Tweede Wereldoorlog, moet dit boek over de tweede man van de NSB lezen. Rost van Tonningen was een geharnast politicus die tot aan zijn dood in de Gevangenis van Scheveningen trouw bleef aan het nationaalsocialisme.
In de biografie behandelt Barnouw verscheidene aspecten van het leven van Meinoud Rost van Tonningen (1894-1945). Zoals zijn tijd in Nederlands-Indië (waar hij werd geboren), de motivatie om zich in 1936 bij de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) aan te sluiten of zijn interesse voor ‘de zaak-Oss’ (over allerlei misdaden in die plaats, waar Rost van Tonningen buitengewoon veel interesse in had). Andere vragen die aan bod komen zijn hoe Rost van Tonningen probeerde om NSB-partijleider Anton Mussert buitenspel te zetten en of hij in 1945 zelfmoord pleegde of moordslachtoffer was.
Barnouw heeft voor dit boek vooral gebruikgemaakt van de omvangrijke collectie briefwisselingen en documenten die opgeslagen liggen bij het NIOD in Amsterdam. Persoonlijk jammer vind ik dat hij niet heeft gekozen voor voetnoten en geen literatuuropgave in het boek heeft opgenomen, waardoor de informatiebronnen – hoewel Barnouw betrouwbaar overkomt – niet exact te lokaliseren zijn.
Jeugd
Meinoud Marinus Rost van Tonningen werd op 19 februari 1894 geboren in Soerabaja, Nederlands-Indië. Zijn vader was afwezig bij de geboorte, omdat hij toen als officier deelnam aan de desastreus verlopen Lombok-expeditie, waarbij meer dan honderd Nederlandse doden vielen. Hij kreeg een liberaal-christelijke opvoeding en gaf, in zijn Statement terugblikkend op zijn jeugd, aan dat hoewel hij niet naar de kerk ging wel in een God geloofde.
In 1909 vertrok het gezin naar Den Haag, nadat zijn vader – inmiddels legercommandant – ontslag had genomen omdat hij ontevreden was over Haagse bezuinigingen op defensie. Na een mislukte ingenieursstudie in Delft rondde Meinoud met succes een rechtenstudie in Leiden af.
Uiteindelijk vond Rost van Tonningen een baan bij de Volkenbond en vestigde zich, na zijn huwelijk met Mary Gordon Hasselbach in 1924, in Wenen.
Nationaal-socialist
De overgang van Meinoud Rost van Tonningen naar het nationaalsocialisme krijgt uiteraard de aandacht. In 1936 stopte Rost van Tonningen met zijn werk voor de Volkenbond, vertrok naar Nederland en sloot zich in de zomer van dat jaar officieel bij de NSB van Anton Mussert aan. Volgens Rost van Tonningen zelf waren belangrijke invloeden op zijn ‘bekering’ tot het nationaalsocialisme de
‘aanschouwing van den heldhaftigen strijd der Oostenrijkers en de lezing van Mein Kampf in één nacht.’
Rost van Tonningens verbluffende leesprestatie is natuurlijk ongeloofwaardig, zo vervolgt Barnouw, en zijn overgang naar het nationaalsocialisme verliep natuurlijk een stuk geleidelijker:
“Hij was een zoon van een generaal, zich bewust van zijn afkomst en had een afkeer van ‘roden’, katholieken en joden. In het Oostenrijk van de jaren dertig was het nationaal-socialisme niet de enige keus, maar deze lag zeker voor de hand. In Wenen komt hij voornamelijk in contact met de conservatieve bovenlaag en het antisemitisme is daar een ‘normaal’ onderdeel van het gedrag. In Nederland was hij nog kortstondig bevlogen van de Oxford Groep, maar het échte revolutionaire karakter van het Duitse nationaal-socialisme bleek hem toch het meeste aan te spreken. Een merkwaardig buitenbeentje in de NSB introduceerde hem in de juiste Duitse kringen: de aantrekkelijke jonkvrouwe Julia Adriana op ten Noort, die toen midden twintig was.” (33,34)
Machtsstrijd met Mussert
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, poogde Meinoud Rost van Tonningen in de NSB voortdurend zijn zin door te drijven, vaak tegen de koers van Anton Mussert in. Toen Mussert zijn pretenties als toekomstig ‘Leider van Groot-Nederland’ wilde waarmaken, in 1942, sprak Rost van Tonningen met hoge Duitse leiders om Mussert te dwarsbomen. Verder informeerde hij Mussert vaak niet als er belangrijke informatie was, of hij hij belangrijke informatie op het allerlaatste moment aan zijn baas door.
“Op 13 december 1942 zou de NSB haar elfjarig bestaan vieren en er waren geruchten dat een regering-Mussert in de maak was. Dat was wel het laatste waar Rost op zat te wachten en hij had [Hans] Rauter gevraagd voor hem een gesprek met [Heinrich] Himmler te regelen. De laatste kreeg het geklaag van Rost als volgt van Rauter te horen: ‘Er weilte gestern Mittag drei Stunden bei mir und nachher klangen und sangen meine Nerven bis späts abends. Er ist innerlich unerhört aufgeregt, fürchtet dass Sie, Reichführer, Mussert zum Ministerpräsidenten machen könnten.’ ” (117)
De protesten van Rost van Tonningen hadden uiteindelijk succes en Mussert moest, zo schrijft Barnouw, ‘uiteindelijk zuchtend door de bocht’.
Dood
In 1944 Op 28 december 1944 bleek wie van beide NSB-kopstukken het machtigst was: Anton Mussert ontsloeg Meinoud toen als plaatsvervangend NSB-leider, vanwege een artikel van Rost van Tonningen waarin hij jongeren aanmoedigde zich aan te sluiten bij de Germanische Jugend in plaats van de Jeugdstorm.
Vlak voor de bevrijding, in maart 1945, vertrok Rost van Tonningen naar het front in de Betuwe, waar hij voor de Landstorm Nederland vocht. Enkele dagen na de bevrijding, op 8 mei 1945, pakten de Canadezen hem op en interneerden Meinoud in Kamp Elst, waarvandaan hij via overplaatsingen in Utrecht en uiteindelijk in de gevangenis te Scheveningen belandde. Slechts zes uur na zijn aankomst hier was Rost van Tonningen dood. Over zijn sterven bestaan diverse lezingen, waarbij Barnouw de opvatting aanhangt dat het zelfmoord was. Twee weken eerder had Rost van Tonningen al een suïcidepoging ondernomen, en nu was deze gelukt.
- Boek: Rost van Tonningen, fout tot het bittere eind – David Barnouw
- Lees ook: Meinoud Rost van Tonningen (1894-1945) – Fanatiek NSB’er
- Meer artikelen over de NSB