In de nacht van 9 op 10 november 1938 vond in Duitsland de Kristallnacht. Een golf van terreur trof toen de Duitse Joden. Honderden synagogen werden in brand gestoken en duizenden Joodse winkels en bedrijven werden verwoest. In Herinneringscentrum Kamp Westerbork vertelt Ruth Wallage-Binheim op woensdag 9 november aanstaande over haar herinneringen aan deze Reichskristallnacht.
Het Herinneringscentrum over Ruth Wallage-Binheim:
“Ruth Wallage-Binheim is geboren in Hannover. Ze was dertien jaar toen op 9 november 1938 volgelingen van Hitler de synagoge van haar stad in brand staken en Joodse winkels en huizen plunderden. Deze nacht was voor de ouders van Ruth de aanleiding om hun drie kinderen met het laatste kindertransport op 4 januari 1939 naar het veilige Nederland te sturen. Ze werden als vluchteling ondergebracht in een kinderkolonie in Bergen aan Zee en in Driebergen. Daarna kwam Ruth na vele omzwervingen bij een tante in Amsterdam terecht. In de eerste oorlogsjaren volgde zij een spoedcursus tot kinderverzorgster. Ze kreeg een baantje in de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg. De crèche diende als tijdelijke opvang voor tijdens razzia’s opgepakte kinderen, voordat zij werden doorgestuurd naar kamp Westerbork.
Ook Ruth werd in mei 1943 naar dit doorgangskamp gedeporteerd. Samen met haar zus Hanna zou zij vervolgens begin maart 1944 via kamp Westerbork worden doorgevoerd naar het vernietigingskamp Auschwitz. Ze kwamen de eerste selectie door en wisten wonder boven wonder dit verschrikkelijke kamp te overleven. Toen het Russische leger naderde, moesten duizenden kampgevangenen te voet naar andere kampen. Ruth en Hanna gingen op weg naar Ravensbrück en werden uiteindelijk op 3 mei 1945 bij Retzow bevrijd.”