Archeologen hebben op een oude begraafplaats in de buurt van de noord-Griekse stad Pella juwelen, aardewerk en wapens gevonden uit de tijd van Alexander de Grote (356–323 v.Chr.). Dat heeft het Griekse ministerie van Cultuur vandaag laten weten.
De archeologen hebben in totaal 43 nieuwe graven blootgelegd in de buurt van Pella, de voormalige hoofdstad van het Macedonische koninkrijk. De gevonden voorwerpen stammen uit de periode tussen 650 en 279 voor Christus en geven daarmee inzicht in de ontwikkelingen in het Macedonische koninkrijk. Alexander de Grote werd geboren in Pella en veroverde tijdens zijn leven vrijwel de gehele destijds bekende wereld. De koning van Macedonië werd opgeleid door de filosoof Aristoteles.
De opgravingen zijn al acht jaar bezig. In totaal onderzoeken archeologen ongeveer negenhonderd graven. Onder de meest interessante vondsten bevinden zich twintig graven van strijders uit de periode tussen 650-279 voor Christus, de zogenaamde Archaïsche periode. Sommige van deze strijders waren begraven met bronzen helmen en ijzeren zwaarden en messen. De ogen, mond en borst van de strijders waren bedekt met bladgoud.
Negen van de onderzochte graven stammen uit de vroege Hellenistische periode, rond de dood van Alexander de Grote in 323 voor Christus.