Ze dragen ons. Ze beschermen ons. Ze verzorgen onze status, prestige en imago. Toch worden schoenen wat meewarig bekeken. Maar schoenen vertellen veel over geschiedenis, sociale verhoudingen, mentaliteitswijzigingen, medische vooruitgang, nieuwe technologieën, macht en schone schijn. Het zijn historische gebruiksvoorwerpen waaraan we niet onze voeten moeten vegen.
Schoenen zijn een onvermijdelijk hulpstuk. Antieke sloffen verraden al hoe de mens zich voortbewoog. Of niet bewoog! De ‘poppenschoentjes’ die edelachtbare dames in China aangemeten kregen, wekken onze verbazing en afschuw. Het was één van de gruwelijkste mishandelingen die vrouwen ondergingen. Bij kleine meisjes werden de tenen gebroken, onder de voetzool geplooid, vervolgens met natte wikkels ingebonden. Bij het drogen krompen de bandages en werd het voetje nog meer verwrongen. Beelden – er bestaan oude foto’s en gipsen moulages – zijn weerzinwekkend. Maar blijkbaar vonden mannen zo’n minkukeltje van een voet erotisch. En zo’n vervormde onderdaan bepaalde de sociale status van een vrouw: het betekende dat ze de middelen had om dienaren te betalen die haar droegen. Haar bewegingsvrijheid werd wel tot nul herleid. Sociale controle omzwachteld in luxueuze geborduurde hebbedingetjes.
Marie-Antoinette
Europa haalt zijn neus op voor deze – stinkende – verminkingen maar is dat wel terecht? Nee! Het Musée des Arts Décoratifs in Parijs bezit in zijn collectie een paar muiltjes van de Franse koningin Marie-Antoinette uit 1792. De schoentjes zijn 21 centimeter lang en amper 5 centimeter breed. Dat is nu zowat de kindermaat 33. Hoe kan een volwassen vrouw van (dan) 37 jaar zich in zo’n marteltuig wurmen? Dames maar ook heren van de aristocratie in de achttiende eeuw en de hoge burgerij in de negentiende eeuw droegen eveneens nauwe en prangende schoenen zodat ze nauwelijks konden stappen. Getuigenissen uit de achttiende eeuw melden dat jonge prinsen leerden om blootsvoets te stappen. Wel op hun tenen, die omgebogen werden, met het oog op een mooi gewelfde voetholte die paste bij de… elite.
Een vroeg negentiende-eeuws handboek voor ‘voetverzorging’ leert dat hooggeboren dames hun voetjes strak konden inzwachtelen om een fijne voet en een gegeerde waggelgang te bekomen. Romans, mémoires, kronieken vertellen dat adellijke dames in de achttiende eeuw en nadien de hoge burgerij in de negentiende eeuw amper stapten. Ze waren beperkt in hun bewegingen, en dus hun doen en laten. Buitenhuis wandelen was voor hen praktisch onmogelijk. Ook al omdat de meeste schoenen (voor de elite) uit textiel waren gemaakt en de modder en de regen niet weerstonden.
Teksten uit het Ancien Régime vermaken zich over die liefelijke schoentjes die vrouwen op springerige vogeltjes doen lijken. Het soort schoenen bepalen de allure, de stap, de houding, het gewaggel, de zelfverzekerdheid of aftastende schrede bij de drager. Legerbottines, vaak met een hoekige tenenruimte, verzekeren dan wel een kordate stap. Voor een balancerende heupbeweging en een ‘aarzelende’ demarche staan vrouwenhakken borg. Nog altijd.
Hakken voor mannen
Overigens waren hakken, een uitvinding van de zestiende eeuw, oorspronkelijk bestemd voor mannen. Met hakken positioneerden ze zich stabieler in de stijgbeugels van een paardenzadel. Maar hakken werden een aristocratisch voorrecht, een symbool van prestige. Die mannenhakken van soms 5 à 7,5 centimeter dienden niet (enkel) om mannen groter te laten lijken maar vooral om hun ‘stap naar de Hemel’ te benadrukken. Zo ook bij de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV die rode hakken als statussymbool droeg. Het (apocriefe) verhaal gaat dat ‘Monsieur’, de broer van de koning, in 1662 een bezoek bracht aan de slachthuizen van Parijs en zijn weledele voeten met bloed besmeurde en zo de mode lanceerde. Tot eind achttiende eeuw bleven hoogstaande mannen (meestal in het kielzog van de koning) rode hakken als teken van etiquette en distinctie dragen. Het aristocratische ‘schrijden’ was niet aangeboren maar werd aangeleerd zoals danspassen. ‘Een verachtelijk man heeft altijd platte voeten’, meende men toen. Schoenen zijn dus een gecodeerde taal.
Verhoogde hielen die het evenwicht van het lichaam naar voor neigen, worden pas vanaf 1730 een ‘vrouwenvoorrecht’. Ook dat heeft met de onderdanige maatschappelijke vrouwenrol te maken. De gravin de Genlis biecht op:
“Ik was erg verbaasd toen ik vernam dat men mij een leraar om me te leren stappen – ik dacht dat ik dat perfect kon – zou aanduiden”.
De ideale vrouw is een onbeweeglijke vrouw.
Schrijden
De bewegingsbeperking van vrouwen lijkt van alle tijden en vele werelden. In Japan droegen de geisha’s en luxeprostituées ‘geta’ en ‘pokkuri’, slippers op verhoogde houten klompen. In de vijftiende en zestiende eeuw droegen Spaanse en Italiaanse vrouwen ‘chopines’, waarmee ze weifelend voortschuifelden. Sommige hypothesen beweerden ooit dat deze kleine ‘stelten’ in het Venetië van de Renaissance opgang maakten. Recente onderzoeken bewijzen dat ze in diezelfde tijden in Spanje schone sier maakten. Vermoedelijk waren verhoogde, kurken zolen een Romeinse erfenis. Het hergebruik van deze ‘chopines’ was waarschijnlijk het resultaat van een (tijdelijke harmonieuze) samenleving met christelijke, joodse en moslim tradities, waardoor de Iberische schonen majestatisch voortschreden.
Schrijden is het letterlijk. Want hoe dat schoeisel eertijds moet aangevoeld hebben, kunnen bezoekers aan de tentoonstelling ervaren met exacte replica van historische ‘klompen’. Behalve dat die schoenen (ook Aziatische replica’s) ontzettend zwaar zijn, is evenwicht behouden op die ‘stijgers’ een hachelijke onderneming. Een dame werd dus letterlijk bij de hand gehouden door twee diensters wederzijds. Sociale controle dus.
Bescherming
Schoenen met een verhoogde zool waren niet enkel een gesublimeerde machtsvertoning. Plateau- en/of overschoenen beschermden (deels) tegen de viezigheid, de modder en de uitwerpselen in de straten en waren een buffer tegen vocht en kilte. Ook in crisistijden, zoals de jaren 30 en de wereldoorlogen, werden hogere zolen noodzakelijke mode. Omdat leer zo duur was, werd een zool uit kurk, zelfs uit losstaande houten blokjes gefabriceerd. Bovendien verlengde zo’n verhoogje onder de voeten ook een vrouwenbeen. Zelfs vandaag zijn die ‘plateauzolen’ een eyecatcher en bedenken ontwerpers hedendaagse, fantasierijke versies van die ‘chopines’.
Is die ‘onstabiliteit’ van vrouwen zo aantrekkelijk? Zijn hoge hakken de hedendaagse versie van die antieke staketsels? Speelt fetisjisme? Zoals ook bij de hoge rijglaarzen? Ze vertellen over het fantasme van deftige negentiende-eeuwse burgers in ‘maisons closes’ (bordelen). Een deftige dame toonde in die preutse negentiende eeuw immers haar enkels niet en een gerijgd voetje deed heren hijgen. Geldt dat ook voor de kwakkelgang op steile hakken die vrouwen – zoals ballerina’s, nog een fantasie – op de toppen van hun tenen doet trippelen?
Dat schoenen in eerste instantie een bescherming zijn, werd in het verleden (en zelfs vandaag) wel eens vergeten. Het besef dat schoenen dienen om te stappen, groeide echter tegen het einde van de negentiende eeuw toen steden urbanistische vernieuwingen ondergingen en voetpaden aangelegd werden voor de flanerende moderne man (vooral). Ook versieringen met gespen, vaak getooid met edelstenen, waren een mannenaccessoire. Soms zorgden die garneringen voor ongelukken. De pinnen die het textiel opsmukten, reten wel eens de kuiten van de mannen open.
Schoenen, laarzen, overzetschoenen, babybotjes, ballerina’s sandalen, sloffen, mocassins, flipflops… getuigen van een tijdsbeeld, van een cultuur, van een levenswijze, en van een sociale status… Niet te veronachtzamen, die onderdanen.
Het Parijse Musée des Arts Décoratifs toont met vijfhonderd schoenenparen, schilderijen, foto’s, films, publiciteitsaffiches, kunstvoorwerpen, hoe mannen, vrouwen en kinderen vanaf de middeleeuwen tot nu voortschreden. Wegens overdonderend succes werd de tentoonstelling verlengd tot 22 maart.* De bijhorende tentoonstellingscatalogus ‘Marche et Démarche ; une histoire de la chaussure’ (uitsluitend in het Frans) is een aanrader ; een uitgave van het museum en onder redactie van Denis Bruna.
~ Eliane Van den Ende
Historica en cultuurjournaliste
* – Vanwege de Corona-crisis is het Musée des Arts Décoratifs momenteel gesloten