Waar in de eetzaal van Huis Doorn normaal gesproken een prachtig gedekte tafel is te bewonderen, heerst nu een stemmige sfeer. De vloer is bedekt met rouwboeketten met linten, de imposante kroonluchter aan het plafond is afgedekt met zwarte tule. Blikvanger is de met een vlag bedekte doodskist. Ervoor staan twee grote zilveren kandelaars. In het ballingsoord van de laatste Duitse keizer op de Utrechtse Heuvelrug is de eetruimte ingericht zoals deze er op 16 en 17 april 1921 uitgezien heeft, na het overlijden van ex-keizerin Augusta Victoria. De opstelling is onderdeel van de expositie ‘Rouw, van keizerin tot corona’ die hier van 1 oktober 2021 tot en met 3 juli 2022 is te bezichtigen.
Augusta Victoria was de eerste echtgenote van keizer Wilhelm II en stierf op 11 april op 62-jarige leeftijd in Doorn. Vanuit haar rustkamer werd haar lichaam na enkele dagen overgebracht naar de eetzaal die tijdelijk fungeerde als chapelle ardente, de ruimte waarin het lichaam van een vorstelijk iemand wordt opgebaard. Daarvandaan werd de kist per auto overgebracht naar station Maarn om vervolgens per trein naar Potsdam vervoerd te worden voor de begrafenis.
In 2021 is het overlijden van de voormalige keizerin honderd jaar geleden en het overlijden van de keizer tachtig jaar. Hij overleed op 4 juni 1941 aan een longembolie en werd op 9 juni bijgezet in het mausoleum op zijn landgoed in Doorn, vlakbij de graven van zijn vijf teckels. Daaronder de door hem geliefde Senta die twintig jaar werd en de keizer begeleidde tijdens de Eerste Wereldoorlog en gedurende een deel van zijn ballingschap, tot 1927. De na het verliezen van de oorlog in 1918 naar Nederland verbannen keizer wilde het liefst in zijn vaderland Duitsland begraven worden, maar pas als de monarchie was teruggekeerd. Zolang dat niet gebeurt – en daar ziet het er vooralsnog wel naar uit – blijven zijn resten in Doorn.
Rouw
De eerste en tweede verdieping van Huis Doorn staan volledig in het teken van rouw. Behalve de eetzaal is ook de rustkamer van Augusta Victoria ingericht zoals deze eruit gezien heeft na haar overlijden. Ook hier een met een vlag bedekte kist en een overvloed aan rouwboeketten en -kransen. Zowel de inrichting van de sterfkamer als die van de chapelle ardente zijn gebaseerd op schilderijen waarop deze momenten zijn vastgelegd. Indertijd was het ook heel gebruikelijk om een foto of tekening van dierbaren op hun sterfbed als aandenken te bewaren.
Ook elke andere kamer die tijdens de rondleiding aangedaan wordt, bevat opvallende en minder opvallende uitingen van rouw, van met zwarte tule bedekte spiegels tot bustes van de overledenen met eromheen een zwart lint. Op het bed in de rustkamer van de keizer ligt een verdroogd bosje sneeuwklokjes die zijn dochter Victoria Luise hier op zijn sterfbed neerlegde. Een klein, maar bijzonder voorwerp is een door Wilhelm II gekoesterd medaillon met een haarlok van zijn overleden grootmoeder, Queen Victoria. Zelf droeg deze Engelse koningin tot haar dood, veertig jaar lang, zwarte rouwkleding na het overlijden van haar man. In Doorn worden enkele negentiende-eeuwse rouwjurken getoond en ook verschillende rouwaccessoires, zoals rouwwaaiers, sieraden en een krans gemaakt met haar van de overledene.
Tradities en rituelen
Aan de hand van de inrichting in het Huis wordt een beeld gegeven van hoe rouw in de negentiende en een deel van de twintigste eeuw vooral gekenmerkt werd door tradities en rituelen. De tijdelijke tentoonstelling in het Paviljoen van de Eerste Wereldoorlog in de voormalige garage laat aan de hand van voorbeelden van collectieve rouw zien hoe soberheid langzaamaan plaatsmaakte voor vrijere rouwuitingen. De expositie omvat de periode van de Eerste Wereldoorlog tot het heden. Met betrekking tot de Eerste Wereldoorlog is een houten beeldje te zien, dat door de Maori een Waka Huia wordt genoemd en geluk brengt. Het werd gemaakt voor de Nieuw-Zeelandse militair met Maori-roots Victor Spencer die op 24 februari 1918 nabij Ieper geëxecuteerd werd op beschuldiging van desertie. Pas in 2000 kreeg de militair pardon, waarna zijn nabestaanden hem eindelijk goed konden eren. Ze schonken het door een achterneef van Victor Spencer gemaakte rituele houtsnijwerk, met daarin een geluksteen en het uittreksel ‘Pardon for Soldiers of the Great War, Art. 2000’, in 2007 aan het In Flanders Fields Museum te Ieper.
Andere voorwerpen herinneren aan andere gebeurtenissen die collectieve rouw opriepen. Een eenvoudig, maar betekenisvol object is een sleutelhanger die jeugdwerkster Karin Moor kreeg van een meisje dat de Bijlmerramp van 1992 meemaakte. Een Boeing 747 stortte neer op flats in de Amsterdamse Bijlmermeer, waarbij minstens 43 doden vielen. Twee weken na de ramp ging de jeugdwerkster met kinderen naar het strand, waar het meisje haar uit dank haar de sleutelhanger gaf, ook al was dat het enige dat ze nog bezat.
Opvallender qua omvang is de buste van de in 2002 vermoorde politicus Pim Fortuyn. Zijn overlijden leidde tot een publiek rouwbetoon dat onder andere geuit werd in de vorm van het plaatsen van bloemen, knuffels en brieven met een persoonlijke boodschap voor het woonhuis van Fortuyn in Rotterdam. In een vitrine in de expositieruimte is een beertje geplaatst met een T-shirt met daarop de tekst ‘At your service’, de lijfspreuk van de politicus. Ook wordt stilgestaan bij het overlijden van volkszanger André Hazes en voetballer Johan Cruijff. Aandoenlijk is een gebruikte voetbal die door een kind werd beschreven als eerbetoon aan de sporter. Het expositiestuk dat het meeste kippenvel bezorgt is de rugzak van een passagier van de op 17 juli 2014 in Oekraïne door een luchtdoelraket neergehaalde Boeing met vluchtnummer MH17. Alle 298 inzittenden overleden.
Ontwikkeling
De expositie ‘Rouw, van keizerin tot corona’ weet een even fascinerend als ontroerend beeld te geven van hoe het fenomeen rouw zich gedurende ruim een eeuw ontwikkelde. Het contrast tussen de traditionele rituelen in het Huis zelf en de recentere rouwuitingen in het paviljoen vertelt ons veel over ontwikkelingen in de samenleving. Waar in vroegere tijden collectieve rouw zich beperkte tot het overlijden van leden van koninklijke huizen en andere hoogwaardigheidsbekleders, zo staan we nu massaal stil bij het sterven van een populaire politicus, een volkszanger en voetballer. Terwijl de collectieve rouw na de Watersnoodramp van 1953 nog ingetogen was, werden de herdenking van de slachtoffers van de Bijlmerramp en de MH17 veel massaler georganiseerd. Stemmige rouwkransen maakten in de loop der tijd plaats voor persoonlijkere aandenkens, zoals knuffelberen en brieven.
Deze verandering van gebruiken is door Museum Huis Doorn treffend en tastbaar in beeld gebracht. Een compliment verdient ook het ontwerp dat de voorkant van de lezenswaardige expositiegids en de wandbekleding van het paviljoen siert. Wat van een afstand lijkt op zwart cadeaupapier met daarop vrolijk gekleurde plaatjes is in werkelijk een collage van rouwobjecten uit heden en verleden.
Ook interessant: Hoe de dood uit het Westen verdween
…of: Tussen hemel en hel, sterven in de middeleeuwen