De spaceshuttle Endeavour is zondag aangekomen bij het California Science Center in Los Angeles. Dit is de ‘laatste rustplaats’ voor de beroemde shuttle. Vanaf eind deze maand wordt de Endeavour er tentoongesteld.
Aan het spaceshuttle-tijdperk kwam vorig jaar zomer een eind toen de laatste shuttle (Atlantis), op de Amerikaanse vliegbasis Cape Canaveral, terugkeerde op aarde na een bezoek aan het internationale ruimtestation ISS.
Ruimtevaartorganisatie NASA bepaalde dat vier van ‘gepensioneerd spaceshuttles’ naar Amerikaanse musea zouden gaan. Naast de Endeavour zijn dat de Atlantis, Discovery en Enterprise.
De Endeavour had eigenlijk afgelopen zaterdag al aan moeten komen in California Science Center maar het vervoer liep wat vertraging op. De enorme shuttle moest dwars door de stad vervoerd worden en her en der stonden nog bomen en stoplichten in de weg. De andere drie shuttles zullen tentoongesteld worden in het Smithsonian Museum in Washington (Discovery), het Sea and Air Museum in New York (Enterprise) en het Kennedy Spacer Center in Florida (Atlantis).
Eind van een tijdperk
De eerste spaceshuttle ging in 1981 de ruimte in. Aan boord van de spaceshuttle Columbia bevonden zich toen twee passagiers: John W. Young en Robert Crippen. Vier jaar later stapte de Nederlander Wubbo Ockels aan boord van de Challenger voor een reis naar Spacelab D-1. Ockels is de eerste Nederlander die een vlucht door de ruimte maakte.
In totaal werden er 135 vluchten met spaceshuttles uitgevoerd. Gezamenlijk legden ze 872 miljoen kilometer af. Twee keer ging het mis. In 2003 explodeerde de Columbia en in 1986 viel de Challenger ongeveer een minuut na de lancering uit elkaar.
Zeven jaar geleden werd besloten het spaceshuttleprogramma stop te zetten. Het ruimtestation ISS zal de komende jaren bevoorraad worden door Russische raketten.