In de zomer van 1995 voer ik met mijn zeilboot Fugitive het IJ op, tijdens Sail Amsterdam. We kwamen net uit Engeland gevaren. Na een geslaagde eerste Noordzee-oversteek – we leefden nog – waren we gegroeid als relatief beginnende zeilers. We groeiden nog een stukje groter toen we plotseling, zonder dat we dat zo gepland hadden, met ons zeilbootje onderdeel uitmaakten van het grootste maritieme spektakel van Nederland, Sail. Het uitzicht over het IJ was fenomenaal, vooral de tallships maakten indruk.
‘Bootjes’ zagen we wel vaker om ons heen, maar windjammers en klippers die zo uit de negentiende eeuw leken te zijn gevaren waren geen dagelijkse metgezellen. Omhoog kijkend vanaf het polyester kuipbankje van ons 7,7 meter korte bootje zagen we een andere wereld; een wereld waarin rondhouten nog van echt hout waren en waar je tegen lijnen gewoon ‘touw’ mocht zeggen, simpelweg omdat ze van touw waren. En waar de zeilers aan boord nog echte zeelui waren.
Een Nederlands Tallship?
Ook ter plekke was Frits Goldschmeding. Als fanatiek zeiler was ook hij onder de indruk van de maritieme historie die hem omringde. Hij bedacht dat het mooi zou zijn om tijdens Sail 2000, vijf jaar na dato, tussen de buitenlandse tallships ook een Nederlands klassiek vierkant getuigd schip te hebben liggen.
Goldschmeding was niet alleen zeiler maar ook de oprichter en directeur van Randstad. Een Nederlands tallship zou niet alleen van maritieme betekenis zijn, maar ook een uitstekend voertuig voor tijdelijke krachten om werkervaring op te doen. Samen met de gemeente Amsterdam smeedde Goldschmeding het plan, Gerard Dijkstra tekende een ontwerp, en in 2000 liep Clipper Stad Amsterdam van stapel. Precies op tijd om te pronken op Sail 2000.
Clipper Stad Amsterdam
Als je Stad Amsterdam ziet liggen met haar drie masten, vijftien ra’s en 15 meter lange boegspriet kijk je anderhalve eeuw terug in de tijd. Toch is ze geen exacte replica van een specifiek schip. Wel heeft ze een bijzondere inspiratiebron: De Amsterdam, een Hollands volschip uit 1854. Scheepsarchitect Gerard Dijkstra ontwierp een schip dat ‘onder water gericht is op optimale prestaties, daarboven een streling voor het oog en het zeilershart’. Daarmee heeft Dijkstra niets teveel gezegd. Het roodharige boegbeeld van de klipper houdt de wereld in haar hand terwijl ze met haar andere hand in de vaarrichting wijst. Om haar middel prijkt het stadswapen van Amsterdam. Om zeker te zijn van aandacht heeft ze een volle borst ontbloot. Alsof ze dat nodig heeft.
‘Snel gaan’
Klippers waren snelle, ranke schepen, die in de negentiende eeuw werden ingezet in onder andere de theehandel. Als in China de nieuwe oogst van dit seizoensproduct klaar was om te worden ingescheept was het zaak om zo snel mogelijk de handel naar de thuismarkt te krijgen. Wie het eerst aankwam kon namelijk de beste prijs krijgen. Richard Slootweg, momenteel één van de twee kapiteins op Clipper Stad Amsterdam, licht de totstandkoming van de klippers toe:
“Die schepen moesten door de tropen varen, waar relatief weinig wind is. Dus dat moesten schepen zijn met een heleboel zeil, en licht qua gewicht. Dan konden ze snel varen.”
De oorsprong van de klippers is militair van aard, toen in 1812 de Amerikanen een oplossing zochten om de meerdere te zijn van de grote, zwaar bewapende maar relatief trage Engelse oorlogsschepen. Een licht, aquadynamisch schip met veel zeil was het antwoord: de klipper. Later, in vredestijd, werden klippers ingezet tijdens de goldrush, om gouddorstige eastcoasters naar Californië te vervoeren. Ja, dat ging sneller over twee oceanen via Kaap Hoorn dan over land, in 1848.
Daarna gingen de tochten naar Australisch goud en graan en Chinese thee. De strijd om de snelste overtochten werd The Great Shiprace genoemd. Het Engelse ‘to clip’ betekende ‘snel gaan’, en dat was wat ook de Engelsen met de speciaal voor snelheid ontworpen schepen nastreefden. De Cutty Sark, gebouwd in 1869, was een van de rapste in haar soort, en is de enige nog bestaande originele theeklipper. Haar eerste kapitein, George Moodie, zou noteren:
“Ik heb nooit op een beter schip gevaren. Bij 10 of 12 knopen veroorzaakte ze vrijwel geen golfslag. Ze was het snelste schip van haar tijd, een groots schip, dat voor altijd zal voortleven.”
Wie in Londen is kan haar nog bewonderen: de originele Cutty Sark (pdf) vormt een van de hoogtepunten van Greenwich, de Londense wijk waarin het maritieme Britse verleden nog volop aanwezig is. Als bezoeker van wat nu een museum is kun je onder het schip staan. Dat is een bijzondere ervaring, met een gladde romp en twee miljoen kilogram nautische historie boven je hoofd. Binnen het ruim van Cutty Sark vertellen de kisten thee over het verleden. Een andere maritieme nalatenschap in Greenwich is de nulmeridiaan (pdf), die de wereld scheidt in een oostelijk en een westelijk halfrond. (Wie daar ooit met een been in het oosten en een been in het westen boven de nulmeridiaan heeft gestaan vergeet nooit meer dat wij Nederlanders op het oostelijk halfrond wonen en niet, zoals vaak onjuist aangenomen, deel uitmaken van het westelijk halfrond.)
Aan de onderlinge snelheidswedstrijden van de klippers kwam na 1870 een einde. Waar voorheen de eerste stoomschepen nog moeite hadden om met de zeilers te concurreren – de zeilschepen hoefden niet onderweg aan te leggen voor het inslaan van brandstof – verkortte het nieuwe Suezkanaal de vaartijd van de stoomschepen aanzienlijk.
Meevaren
Gelukkig blijf het maritiem erfgoed fier overeind met schepen als Stad Amsterdam. Sterker nog: Stad Amsterdam biedt iedereen de gelegenheid om mee te varen op een historische klipper, maar dan met modern comfort. Het schip biedt luxe zeiltrips voor wie rust en ruimte wil, en meer avontuurlijke zeilreizen voor wie de handen uit de mouwen wil steken. Zeilervaring is hiervoor niet nodig: de kundige bemanning legt graag uit hoe alles werkt. En dat is nodig ook, met drie masten, 29 zeilen en ruim tien kilometer touwwerk.
’s Zomers vaart Stad Amsterdam meestel in Europese wateren, waarna de oversteek naar het Caribisch gebied en Amerika wordt gemaakt. Voor meer informatie over mogelijkheden om mee te varen, zie www.stadamsterdam.nl
~ Michiel van Straten