Onlangs gaf MI5 zijn dossier over Griet MacLeod-Zelle alias Mata Hari vrij. Daar stond niets bijzonders in. In verband met de ongelukkige Nederlandse werd er echter ook gerefereerd aan een zekere Fräulein Doktor. Wie was zij?
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak wilde de 27-jarige Elsbeth Schragmüller als Duitse officiersdochter ook haar steentje aan de strijd bijdragen. In 1913 was ze aan de Universiteit van Freiburg gepromoveerd in de politicologie, een zeldzaamheid voor een vrouw in die tijd. In 1914 was er voor vrouwen in het leger echter alleen plaats als verpleegster, aan een politicologe had men geen behoefte.
Dr. Schragmüller liet zich echter niet zomaar afwijzen en reisde op eigen houtje naar Brussel, naar het hoofdkwartier van het Duitse leger in België. Daar wist ze dankzij haar koppigheid in september 1914 door te dringen tot de Duitse militair gouverneur van België, de oude veldmaarschalk Colmar baron von der Goltz.
Antwerpen
De veldmaarschalk was zo onder de indruk van Schragmüllers vastberadenheid dat ze een positie kreeg op het Brusselse bureau van de militaire inlichtingendienst IIIb. Daar analyseerde ze brieven en andere berichten van Belgische soldaten op bruikbare informatie. Dat deed ze zo goed, dat ze de aandacht trok van het hoofd van IIIb, kolonel Walter Nicolai. Hij bevorderde haar begin 1915 tot hoofd van de sectie Frankrijk van de Kriegsnachtrichtenstelle Antwerpen. Het zou het begin van een mythe worden.
Luitenant dr. Elsbeth Schragmüller was de enige vrouwelijke inlichtingenofficier in een wereld waar vrouwen niet bijster geschikt werden geacht voor het vak van spion. Ze waren daar immers te wispelturig en emotioneel voor. Zo niet Schragmüller. Rond haar bijzondere persoon ontwikkelde zich een ander stereotype, die van de ijskoude femme fatale.
Femme fatale
Een vrouw als leidinggevende geheim agent sprak erg tot de verbeelding van de internationale pers. Er begonnen allerlei fantastische verhalen te verschijnen over een mysterieuze, gevaarlijke vrouw die alleen bekend stond als ‘mademoiselle docteur’ of ‘Fräulein Doktor’. In een kasteel buiten Antwerpen zou mademoiselle docteur een spionageschool leiden, waar ze aspirant-spionnen dwong om een zak over hun hoofd te dragen, zodat ze elkaar later niet zouden herkennen. Ook zou ze zelf in Frankrijk hebben gespioneerd. Daar had ze jonge officieren verleid en zover gekregen dat ze in haar bed hun militaire geheimen met haar deelden.
In de oorlog ontstond er aan geallieerde zijde een hysterische angst voor verleidelijke spionnes in dienst van Duitsland. Mata Hari zou van die angst slachtoffer worden. Na de oorlog ontwikkelde de figuur van Fräulein Doktor zich tot het Hollywood cliché van de überblonde gevaarlijke ‘vamp’. Koud, egoïstisch en moorddadig verleidde ze goede mannen met haar sensualiteit om ze na gebruik genadeloos af te danken.
In 1934 verschenen er berichten in de pers dat Fräulein Doktor onder de schuilnaam Annemarie Lesser in een sanatorium bij Zürich was overleden ten gevolge van een zware drugsverslaving. Vlak voor haar dood zou ze hebben bekend Mata Hari aan de Fransen te hebben verraden. Mooie onzin.
Werkelijkheid
De werkelijkheid is enigszins saaier, in ieder geval sekslozer. Als hoofd van de sectie Frankrijk in Antwerpen heeft Schragmüller spionagenetwerken geleid en inlichtingen geanalyseerd, maar zonder de sensationele, erotische verhalen er omheen. De echte mademoiselle docteur was geen überblonde schoonheid, maar een wat saaie oude vrijster.
Na de oorlog ging Schragmüller werken als docente aan de Universiteit Freiburg. In 1934 kwam daar een eind aan. Mogelijk was dat omdat haar broer, Johann Konrad Schragmüller, een hooggeplaatst lid van de SA was. Bij de Nacht van de Lange Messen werd hij door de SS vermoord. Wellicht viel Elsbeth in ongenade bij de nazi’s.
In 1936 schreef Fräulein Doktor, ze zou nooit ‘Frau’ worden, eenmalig een artikel over haar werk in de Grote Oorlog. Hiermee wilde ze alle mythes die er rond haar waren ontstaan ontkrachten. In 1940 stierf ze op 52-jarige leeftijd, maar haar mythe leeft nog steeds door in pulp-fictieverhalen en films van het B-type. Cultfilm aficionado Quentin Tarantino eerde haar mythe door in zijn film Inglourious Basterds een fictieve film over haar leven te stoppen. Haar fictieve leven welteverstaan.
Edwin Ruis is auteur van ‘Spionnennest 1914-1918’ over de rol van Rotterdam als het belangrijkste spionagecentrum van de Eerste Wereldoorlog.