De eerste drie evangeliën van het Nieuwe Testament (Matteüs, Marcus en Lucas) worden aangemerkt als de synoptische evangeliën. En de auteurs staan bekend als de synoptici. Dit heeft te maken het feit dat de inhoud van deze evangeliën dusdanig veel overeenkomsten vertoont, dat de werken eenvoudig in een kolommenoverzicht naast elkaar geplaatst kunnen worden.
Het woord synopsis is afkomstig uit het Grieks, en betekent letterlijk “samen (ge)zien”. In het kader van de evangeliën draait het er hier om dat de zogeheten perikopen (korte passages uit de bijbel waarin bepaalde gebeurtenissen of handelingen worden beschreven) naast elkaar geplaatst kunnen worden, zodat de onderzoeker in één oogopslag een beeld krijgt van de verschillen en overeenkomsten, bijvoorbeeld waar het de opgetekende uitspraken van Jezus betreft. In een synoptisch overzicht worden de verschillende evangeliën dus niet na elkaar geplaatst (zoals gebruikelijk in een bijbel), maar naast elkaar.
Het vierde evangelie (Johannes) wijkt qua volgorde en inhoud dusdanig veel van de eerste drie af, dat dit werk niet eenvoudig in een dergelijk overzicht geplaatst kan worden.
Synoptische kwestie
Dat de synoptische evangeliën onderling verschillen, hoewel ze volgens deze theorie dezelfde oerbron zouden hebben gebruikt, zou komen doordat de auteurs daarnaast ook nog uit eigen bronnen putten.
Het evangelie van Marcus zou het oudste zijn en dateren uit circa 65-70 na Christus.
Bronnen ▼
-De wordingsgeschiedenis van het Nieuwe Testament – Dr. A.F.J. Klijn (Aula) p.26 e.v.
-https://mainzerbeobachter.com/2020/04/03/synopsis/
-https://kro-ncrv.nl/katholiek/encyclopedie/s/synoptici