Koningin Beatrix zal maandag 8 april samen met de Russische president Vladimir Poetin de officiële openingsbijeenkomst bijwonen van het Nederland-Ruslandjaar 2013. Daarna bekijken koningin en president in de Hermitage in Amsterdam de expositie over de ‘bevlogen tsaar’ Peter de Grote die onlangs werd geopend door prins Willem-Alexander.
Lees hier een beknopte biografie: Peter de Grote (1672-1725) – Russische tsaar
Het Nederland-Ruslandjaar 2013 kent geen echte aanleiding. Er lag gewoon een officiële Russische uitnodiging uit 2009 om in 2013 een Nederland-Ruslandjaar te organiseren. Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken draait het om ‘de brede en lange samenwerking tussen Nederland en Rusland en de intentie van beide landen om ook in de toekomst te werken aan innovatief partnerschap’.
Het wordt geen zegetocht voor de Russische leider. De manifestatie is voor Nederlandse organisaties die zich in een breed spectrum bezighouden met mensenrechten aanleiding om de Russische president duidelijk te maken dat hij in zijn land in een breed spectrum helemaal verkeerd bezig is. Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken, die in Rusland al te horen had gekregen dat hij zich niet diende te bemoeien met Russische aangelegenheden als een verbod op homomanifestaties, stelde de Tweede Kamer in het vooruitzicht dat hij kritiek niet zal schuwen, maar dat zijn aanmerkingen “hoffelijk in de vorm, hard op de inhoud” zullen zijn. “Daar hebben Russen respect voor”. Intussen houden anderen argwanend de Russische gaskraan in de gaten. In een paar uur is het allemaal voorbij, want Poetin blijft maar kort in Nederland.
Banden met Rusland
Banden met Rusland zijn er genoeg. De eerste betrekkingen dateren uit de zeventiende eeuw. In de Gouden Eeuw, toen de Nederlandse handelsvloot de machtigste ter wereld was, kwamen de schepen uit de Republiek overal, dus ook in Rusland. Nederlandse handelaren haalden hout en pelzen uit Moskovië, zoals het land toen bekend stond. Halverwege de achttiende eeuw trokken Vriezeveners naar Rusland. De ‘Rusluie’ openden winkels in Sint Petersburg, waar ze hun handelswaar verkochten.
Door de Fransen bezette Nederlanders trokken in 1812 mee met het leger van Napoleon, dat uiteindelijk strandde aan de Berezina. Na de nederlaag van Napoleon trokken Russische Kozakken in 1813 op tot de poorten van Amsterdam.
Anna Paulowna van Rusland (1795-1865), dochter van tsaar Paul, trouwde met koning Willem II en was van 1840 tot 1849 koningin de Nederlanden. Haar opvolgster koningin Sophie (1849-1870), die (tot haar spijt) in het huwelijk gedwongen was met koning Willlem III, was de dochter van grootvorstin Catharina Paulowna van Rusland en een volle nicht van tsaar Alexander II.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog voeren Nederlandse handelsschepen mee in geallieerde konvooien naar de Russische Poolhaven Moermansk, om het Russische leger te bevoorraden in de strijd tegen Nazi-Duitsland. Toen kwam de Koude Oorlog, en raakten de betrekkingen ook enigszins bevroren. Maar sinds 1999 importeert de Nederlandse Gasunie Russisch aardgas.
Een bevlogen tsaar
De meest aansprekende Russische figuur met Nederlande banden was tsaar Peter de Grote (1672-1725). De tentoonsteling die aan hem gewijd is kreeg als titel Peter de Grote, een bevlogen tsaar. Bevlogen was Peter de Grote beslist. De beschrijving van de banden van de Russische leider met Nederland op de website van de Hermitage wekt de indruk dat hij louter positieve kwaliteiten had.
“De tentoonstelling geeft een beeld van deze originele, bevlogen en leergierige Russische tsaar die, toen hij alle macht kreeg op 17-jarige leeftijd, vastbesloten was het land te moderniseren. Hij slaagde erin de krijgsmacht en de Kerk te hervormen, breidde handel en nijverheid uit en verbeterde het onderwijs en de volksgezondheid. Hij versterkte Rusland tot een Europese grootmacht, met een volledig nieuwe hoofdstad: St.-Petersburg, ‘venster op het westen’.
Met historische voorwerpen, schilderijen, gouden sieraden en voorwerpen uit de oudheid, wapens en bijzondere documenten wordt in de tentoonstelling het leven geschetst van deze onnavolgbare tsaar. Ook kocht hij al op jeugdige leeftijd kunst, waaronder een Rembrandt, en legde daarmee een basis voor de latere collectie van de Hermitage in St.-Petersburg.
Reislustig als hij was, ondernam Peter de Grote twee reizen naar West-Europa. Zo bezocht hij de Republiek der Nederlanden, waar met name de stad Amsterdam hem inspireerde tot de stichting van zijn nieuwe hoofdstad. Hij raakte bevriend met prominente Nederlanders als Nicolaas Witsen (burgemeester van Amsterdam), Christoffel van Brants (transporteur, graan- en wapenhandelaar), Albert Seba (apotheker en verzamelaar van naturalia) en Frederik Ruysch (arts, anatoom en botanicus). Als een spons zoog hij hun kennis op over scheepsbouw, instrumenten maken, timmerwerk, etsen, secties verrichten, tanden trekken, papier scheppen, hovenieren en boekdrukkunst et cetera.
Hoe dit zijn vruchten in Rusland afwierp, laat Peter de Grote, een bevlogen tsaar zien. Bovendien tonen veel persoonlijke voorwerpen uit Peters voormalig bezit, waaronder zijn kostuums en een koets, aan hoezeer zijn smaak door het westen was beïnvloed.”
Het is allemaal waar, en het is een herhaling van de grote waardering voor de tsaar toen in 1996 in Zaanstad en St. Petersburg de ‘Peter de Grote-manifestatie’ werd gehouden, om te herdenken dat tsaar Peter in 1696 naar Nederlands voorbeeld een Russische vloot bouwde en in 1697 zelfs een bezoek aan ons land bracht om er het vak van scheepstimmerman te leren.
Dat was echter maar een deel van het verhaal. Peter had de vloot nodig omdat hij tussen 1695 en 1721 onafgebroken oorlog voerde. De fundamenten van het moderne Rusland, dat hij in een kwart eeuw uit de grond stampte, werden gebouwd op de lijken van naar schatting twee miljoen arbeiders, boeren en soldaten. Hij was wars van het hofprotocol, maar joeg zijn zoon Aleksej de dood in omdat die geen belangstelling had voor zijn militaristische avonturen.
Een Russische schurk
Peter de Grote kreeg in 1992 dan ook — tussen bijvoorbeeld de paranoïde tsaar Ivan de Verschrikkelijke en massamoordenaar Josef Stalin — een eervolle plaats in het boek ‘Russische schurken’. De historica Jozien Driessen van het Reve stelde in haar verhaal over Peter als criterium dat een schurk weet dat zijn daden niet goed zijn. Daarom pleitte ze hem vrij van schuld aan de dood van de Russen die zijn droom moesten verwezenlijken: “Dat er epidemiën uitbraken als gevolg van ondervoeding en onzindelijke huisvesting wist men pas een halve eeuw later”. Maar wel verklaarde ze hem volledig verantwoordelijk voor de afschuwelijke martelingen van 2000 muitende soldaten voordat ze op gruwelijke wijze werden geëxecuteerd. En aan de dood van zijn zoon, tsarewitsj Alexej, die hij misschien wel met eigen handen om het leven bracht.
Dit verhaal is ontleend aan een publicatie uit 1996, die aan de hand van haar bijdrage werd samengesteld. Peter speelde in zijn jeugd met levende soldaatjes. Op het landgoed Preobrazjenskoje werden driehonderd jongens gerekruteerd die het echte soldatenleven nabootsten, met lange marsen, wachtlopen en het aanleggen van loopgraven. Peter bouwde vestingen en oefende met echte wapens, waardoor er soms ook echte gewonden vielen. Het was echter niet alleen maar spel. In 1689 redden ‘zijn’ soldaatjes zijn leven toen halfzus Sofia probeerde te verhinderen dat Peter op de troon zou komen met een gewelddadige omsingeling van het landgoed. De speelkameraden, intussen geoefende soldaten, voegden zich aan zijn zijde, kregen steun van het echte leger en verijdelden de moordpartij.
In 1690 overleed patriarch Joachim van de Russisch-Orthodoxe kerk, die Peter in zijn testament bezwoer om ‘alle rechtgelovige (Russisch-orthodoxe) christenen in het rijk te beletten met ketterse andersgelovigen zoals Latijnen, luthersen, calvinisten en goddeloze Tataren om te gaan en vriendschap te hebben’.
Maar Peter had er geen oren naar. Hij kleedde zich ‘Europees’ en was vaak te vinden in de Vreemdelingenwijk omdat de omgang met buitenlanders hem fascineerde. Hij verdeelde zijn tijd tussen slemppartijen, zeilen, zijn maîtresse Anna Mons en oorlogsspelletjes vol grappen en grollen en narren en dwergen; in 1694 vielen bij zo’n ‘oefening’ 24 doden en 50 gewonden.
Zwarte Zeevloot
In 1696 gaf Peter blijk van een staaltje strategisch vernuft dat een enorme bewondering afdwong. Al sinds de Turkse belegering van Wenen in 1529 was een groot deel van Europa in oorlog met de Turken, al gebeurde er meestal maar weinig aan het front. In 1695 probeerde Peter de Turkse vesting Azov aan de rivier de Don bij de Zwarte Zee te veroveren, maar dat werd een rampzalige mislukking.
In de winter liet hij, onder leiding van buitenlandse specialisten en met behulp van 30.000 van huis en haard weggesleurde arbeiders, aan de bovenloop van de Don een zwaar bewapende riviervloot bouwen. Die werd nog uitgebreid met twee in Nederland gebouwde oorlogsschepen, de Apostel Petrus en de Apostel Paulus, die met paarden over de bevroren rivieren werden gesleept. In juli 1696 keerde Peter naar Azov terug. De vesting capituleerde. Moskou hield er een vlootbasis aan de Zwarte Zee aan over.
Maar hij had nog geen echte vloot. Daarom vertrok in 1697 een ‘Groot Gezantschap’ vanuit Moskou naar West-Europa. Een voor Rusland unieke onderneming, want nog in 1672 was er sprake van een officieel verbod op reizen naar het buitenland, omdat Russen daar ‘de zeden en opvattingen van andere volkeren zouden leren kennen en op het idee zouden kunnen komen de ketenen van hun slavernij te verbreken’. Tsaar Peter reisde incognito mee, als onderofficier Peter Michajlov. Dat was best een beetje naïef, want met zijn lengte van 2,07 meter was hij bepaald geen onopvallende figuur en bovendien had hij last van een zenuwtrek.
Zaandam
In de Republiek reisde Peter onmiddellijk door naar Zaandam, omdat hij had begrepen dat daar de oorlogsschepen werden gebouwd. Zaandam bleek een zeer ondernemend stadje met onder meer 50 scheepswerven, 250 houtzagerijen en 250 olie-, pel- en papiermolens, maar oorlogsschepen liepen in Amsterdam van stapel. Bovendien werd hij er door een Russische schipper herkend, en toen was het afgelopen met zijn anonimiteit: duizenden nieuwsgierige Zaandammers probeerden een glimp van hem op te vangen. Hij was blij dat hij het Czaar Peterhuisje kon verlaten.
In Amsterdam bezorgde burgemeester Nicolaas Witsen de tsaar een plaats op een werf van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC), samen met tien volontairs. Speciaal voor hen werd een fregat op stapel gezet. Peter maakte zich er verdienstelijk en kreeg na afloop een getuigschrift, maar toch was hij niet tevreden. De Hollanders werkten, vond hij, ’teveel met een timmermansoog’. Daarom ging hij begin 1698 naar Londen. Hij woonde er in een landhuis, dat beschikbaar was gesteld door de Britse regering. Na zijn vertrek zaten twintig schilderijen en portretten vol gaten als gevolg van schietoefeningen en bovendien hield Peter er van om zich op een kruiwagen dwars door heggen te laten duwen. Koning-stadhouder Willem III vergoedde de schade.
Enorme veranderingen
‘Nu hij Europa had gezien, besloot Peter Rusland te veranderen in Holland’, stelde de historicus Nikolaj Karamzin in 1835 vast. Hij dwong de mannen hun baarden af te scheren. De kaftans moesten uit en ‘Duitse’ kleding werd verplicht. Vrouwen werden uit hun traditionele vrouwenverblijven gejaagd; ze moesen aan het ‘openbare leven’ deelnemen. Militairen en ambtenaren boven een bepaalde rang werden in de adelstand verheven. Hij ontwierp nieuwe, eenvoudige Russische drukletters en introduceerde massamedia als prent, pamflet en ‘koeranty’ om de bevolking te bespelen.
Op 31 december van het Russische jaar 7208 volgde 1 januari 1700, al liep de Russische kalender daarmee toch nog elf dagen achter op de Gregoriaanse tijdrekening die intussen in de meeste Europese landen gold. Dat werd pas in 1918 door Lenin rechtgezet; daarom werd de Oktoberrevolutie daarna steeds in november herdacht. Verder maakte Peter de Russisch-Orthodoxe kerk ondergeschikt aan de wereldlijke macht. Tot Peter de Grote in 1725 stierf volgde de ene ingrijpende maatschappelijke hervorming na de andere. Rusland veranderde van een onbeduidend land in de periferie in een Europees land dat meetelde in internationale politiek, met het grootste staande leger van Europa.
De vooruitgang had een prijs. Peter was slordig met mensenlevens. De nieuwe hoofdstad St. Petersburg, vernoemd naar de apostel Petrus (?), werd ontworpen in een moeras en gebouwd ‘op mensenbeenderen’; op de botten van een miljoen arbeiders die tijdens de bouw massaal het loodje legden van honger, kou en uitputting. Dat wordt op de tentoonstelling in de Amsterdamse Hermitage trouwens niet verdoezeld. Een tweede miljoen stierf bij bouwprojecten elders in Rusland en in het leger. Twee miljoen van de veertien miljoen inwoners in Peters tijd kwamen om; relatief maakte tsaar Peter meer slachtoffers dan Stalin.
Was Peter de Grote een schurk?
Maar was Peter de Grote daarom een schurk? Volgens Jozien Driessen was Peter zorgzaam voor zijn soldaten, die hij niet roekeloos in de strijd wierp; hij stichtte ook een sodatenhospitaal in Moskou. Dat zijn projecten zoveel arbeiderslevens eisten wijt ze aan het uitbreken van epidemieën als gevolg van ondervoeding en onzindelijke huisvesting, maar ‘dat wist men pas een halve eeuw later’. (Maar het kan toch nauwelijks een verrassing zijn geweest?)
‘Een schurk is iemand die weet dat zijn daden niet goed zijn’, is haar criterium. Zij acht Peter de Grote dan ook volstrekt verantwoordelijk voor twee misdrijven waarin hij welbewust de hand had: de executie van bijna 2000 muitende soldaten en de dood van zijn eigen zoon Aleksej.
In 1698, toen Peter op het punt stond Venetië te bezoeken, sloegen in Rusland 2000 soldaten aan het muiten. Ze moesten van Azov aan de Zwarte Zee naar de Litouwse grens marcheren, maar mochten onderweg niet eventjes naar huis. Woedend rukten ze op naar Moskou. De opstand werd in bloed gesmoord: 130 aanstichters werden onmiddellijk geëxecuteerd; de rest verdween de gevangenis in.
Maar dat ging Peter niet ver genoeg. Hij brak zijn reis af, spoedde zich naar Moskou en gaf opdracht alle 1714 gevangenen ’te verhoren’. Dat betekende: slaan met de knoet en zachtjes roosteren op vuur; wie het bewustzijn verloor werd opgelapt om opnieuw te kunnen worden gefolterd. Uiteindelijk werden 1200 soldaten onthoofd, gevierendeeld of gehangen. Peter hing drie van de aanstichters op voor het kloosterraam van halfzus Sofia (hij was haar aanslag van 1689 nog niet vergeten) en zou persoonlijk vijf hoofden hebben afgeslagen. De galgen bleven de hele winter staan en werden pas verwijderd toen de lijken in het voorjaar vreselijk gingen stinken.
Zoon Aleksej
De welbewuste moord die Peter liet uitvoeren op zijn bloedeigen zoon Aleksej vond plaats in 1718.
De diepgelovige tsarewitsj had weinig bewondering voor het werk van zijn vader; veel liever bestudeerde hij Russische religieuze literatuur. Hij liet zich door Peter dwingen tot een politiek huwelijk met de Duitse prinses Charlotte van Wolfenbüttel, maar was tot zijn laatste snik verliefd op zijn Finse bijzit Afrosinja. Toen Peter hem opdroeg naar St. Petersburg te verhuizen vroeg hij asiel aan de Habsburgse keizer Karel VI, maar hij gaf zich over toen Peter beloofde dat hij met Afrosinja mocht trouwen (Charlotte was intussen overleden).
Maar in St. Petersburg werden eerst zijn vrienden opgepakt, gefolterd en terechtgesteld. Op 19 juni 1718 was Aleksej aan de beurt. Hij kreeg 25 slagen met de knoet en vijf dagen later nog eens 15; de vellen hingen in repen aan zijn rug. Een rechtbank dwong hem tot de bekentenis dat hij gezegd had: ‘Ik hoop dat mijn vader dood gaat’.
De 127 leden van het gerechtshof waren het er unaniem over eens dat Aleksej daarmee het doodvonnis verdiende; Peter dwong hen dat nog eens te bevestigen met hun handtekening. Op 26 juni ging de tsaar op bezoek bij zijn zoon in de kerkers. Wat daar gebeurde is niet bekend, maar Aleksej stierf nog dezelfde dag. Mogelijk als gevolg van de zweepslagen, maar velen houden het erop dat hij eigenhandig door zijn vader om het leven werd gebracht.
Vladimir Poetin
Peter de Grote was slordig met mensenlevens. Dat begint ook een kenmerk te worden van de Russische president Vladimir Vladimirovitsj Poetin, die maandag in Amsterdam weer even kennis neemt van de kwaliteiten van zijn vooruitstrevende voorganger. Glasnost en perestrojka zijn geen kenmerken meer van het nieuwe Rusland. Zijn criticus Anna Politkovskaja stierf onder verdachte omstandigheden. De Russische miljardair Boris Berezovski overleed onverwacht in Engeland. Dissidenten als Aleksandr Litvinenko en Michail Chodorkovski worden effectief vervolgd.
Wetswijzigingen maakten het mogelijk dat Poetin, ondanks het verstrijken van twee wettelijke termijnen, opnieuw president kon worden. Andere wetsarikelen verhinderden oppositiepartijen deel te nemen aan de parlementsverkiezingen. Stalin, de grote overwinnaar van de Grote Vaderlandse Oorlog zoals de Tweede Wereldoorlog in Rusland heet, wordt steeds vaker verheerlijkt als de Vader des Vaderlands, waarbij zijn terreurbewind dat miljoenen slachtoffers eiste wordt verdoezeld. De intimiderende huiszoekingen die in de afgelopen weken plaatsvonden bij Memorial, die de misdaden van Stalin onderzoekt, en bij Amnesty International, zijn een indicatie dat Poetin een eind wil maken aan het gewroet in het Russische verleden en het opkomen voor Russen die niet in de pas willen lopen.
Het begint allemaal verdacht veel te lijken op het autisme dat het communistische regiem van de Sovjet-Unie tussen 1917 tot 1990 heeft gekenmerkt. De recente ontwikkelingen bieden niet de “goede basis voor de verdere verdieping van de politieke betrekkingen” waar Poetin dit weekeinde in een open brief aan de Nederlanders voor pleitte. Wel het Russische aardgas.