De tuinen van Paleis Het Loo

Traditie en vakmanschap
4 minuten leestijd
Op deze laat-17e-eeuwse gravure is de Venus-fontein in de Benedentuin te zien. (Afb: Tuinen van Paleis Het Loo )
Op deze laat-17e-eeuwse gravure is de Venus-fontein in de Benedentuin te zien. (Afb: Tuinen van Paleis Het Loo )
Bij uitgeverij Waanders verscheen voorjaar 2018 het rijk geïllustreerde boek Tuinen van Paleis Het Loo – Traditie en vakmanschap. De barokke tuinen van het paleis, die uit de zeventiende eeuw dateren, waren hét symbool voor vorstelijke pracht en praal en speelden een belangrijke rol in het sociale en maatschappelijke leven van de vroegere bewoners. Op Historiek een samengesteld fragment uit het boek, over de vroege geschiedenis van de tuinen.


De tuinen van Paleis Het Loo

Paleis Het Loo werd aan het einde van de zeventiende eeuw gebouwd als buitenplaats, jachtpaleis en zomerverblijf. De indrukwekkende baroktuinen waren een belangrijk onderdeel van het ‘ensemble’ waarmee de eerste bewoners, koning-stadhouder Willem III en koningin Mary II, konden pronken.

​De tuinen zijn de afgelopen eeuwen ingrijpend veranderd als gevolg van de geschiedenis van haar opeenvolgende bewoners. Maar ook de veranderende tuinmode en de nieuwste inzichten speelden een grote rol.

Willem en Mary bezaten al enkele buitenplaatsen. Omdat Willem jachtrechten had op de Veluwe, besloot het echtpaar hier een jachtslot te laten bouwen om vanuit daar jachtpartijen te organiseren voor vrienden en relaties. Willem en Mary gingen op zoek naar een geschikte locatie voor een paleis met de ambitie om daarbij een imposante tuin aan te leggen.

Het paleis, gezien vanuit de tuin (cc - Wouter Hagens)
Het paleis, gezien vanuit de tuin (cc – Wouter Hagens)

Het Oude Loo

In november 1684 kocht Willem III het middeleeuwse ‘t Huys op ‘t Loo – tegenwoordig Kasteel Het Oude Loo genoemd – in de buurt van Apeldoorn, met daarbij de omringende gebouwen, bossen en landerijen. De belangrijkste reden voor de keuze van deze locatie was de relatief lage ligging ten opzichte van de omliggende heuvels. In de directe omgeving van Kasteel Het Oude Loo was namelijk al veel stromend water aanwezig. Door de lage ligging was het mogelijk om vers water uit de omgeving naar de tuin te leiden. Water speelde een cruciale rol in de nieuw aan te leggen tuin: het was nodig om de fonteinen te laten spuiten en de planten te kunnen besproeien. ​

Het middeleeuwse Kasteel Het Oude Loo, gezien vanuit de Benedentuin
Het middeleeuwse Kasteel Het Oude Loo, gezien vanuit de Benedentuin

Tuinkunst

Het aanleggen van een tuin was in de zeventiende eeuw een vorm van kunstbeoefening. Willem en Mary waren zeer geïnteresseerd in de tuinkunst en in het kweken van exotische planten. Willem III schreef in 1698 aan zijn vriend Hans Willem Bentinck “de jacht en de tuinkunst zijn mijn twee grote passies”. Als voorbeeld voor hun nieuw te bouwen zomerpaleis keken Willem en Mary naar Huis Honselaarsdijk en Huis ter Nieuburch (ook wel het Huis te Rijswijk genoemd), de paleizen die Willems grootouders, stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647) en zijn echtgenote Amalia van Solms (1602-1675), hadden laten bouwen.

Beide paleizen werden later ook bewoond door Willem en Mary. Net als bij Honselaarsdijk en Huis ter Nieuburch wilden Willem en Mary bij hun zomerpaleis een lusthof laten aanleggen naar de laatste tuinmode. Mede geïnspireerd door de barokke tuinen bij Versailles, het paleis van de Franse ‘Zonnekoning’ Lodewijk XIV, werden de tuinen ontworpen als een Hollandse variant hiervan: de Hollandse baroktuin.

Uitzicht vanaf het verhoogde talud op de Benedentuin. De symboliek van de tuin was voor zeventiende-eeuwse bezoekers van de tuin meteen duidelijk: de tuin was het symbool voor de macht en wijsheid van koning-stadhouder Willem III. (Afb: Tuinen van Paleis Het Loo)
Uitzicht vanaf het verhoogde talud op de Benedentuin. De symboliek van de tuin was voor zeventiende-eeuwse bezoekers van de tuin meteen duidelijk: de tuin was het symbool voor de macht en wijsheid van koning-stadhouder Willem III. (Afb: Tuinen van Paleis Het Loo)

De tuin als symbool

Bij de inrichting van de tuin was overal over nagedacht. Alle elementen, zoals de tuinbeelden en de fonteinen, pasten binnen de symbolische betekenis van de tuin. Sinds de renaissance was de vorstelijke tuin het symbool voor de macht en de wijsheid van de vorst, zoals in de tuinen van Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Deze symboliek uit de renaissance was een verwijzing naar het ‘Gouden Tijdperk’, de regering van de Romeinse keizer Augustus. Deze periode van welvaart en overvloed werd vaak gesymboliseerd door een tuin.

De tuin heeft ook een religieuze symboliek: een paradijs in de woestenij, zoals het Bijbelse Hof van Eden. Deze symboliek komt behalve in het Christendom ook in veel andere religies voor.

In de zeventiende eeuw was het hof van de Franse koning Lodewijk XIV toonaangevend voor de hofcultuur in heel Europa. De Franse opvattingen over de ‘juiste’ tuinkunst zetten in die tijd de trend voor de ontwerpen van vorstelijke tuinen in andere landen.

In de Koninginnetuin staat de Berceau, de overdekte loofgang. (Afb: Tuinen van Paleis Het Loo)
In de Koninginnetuin staat de Berceau, de overdekte loofgang. (Afb: Tuinen van Paleis Het Loo)

André Le Nôtre

De tuinarchitect André le Nôtre ontwierp veel tuinen in Frankrijk, waarvan de tuin van Versailles de bekendste is. Le Nôtre ontwierp ook het St. James’s Park in Londen. Zijn tuinen worden getypeerd door een strakke, symmetrische en regelmatige aanleg, waarbij er een harmonieus geheel ontstaat van parterres, strak geschoren haagjes, waterpartijen, grotten en fonteinen. Karakteristiek is het gebruik van perspectief en grootse effecten. Deze stijl staat bekend als de ‘Franse tuin’, of de ‘formele tuin’. In Nederland werd deze Franse formele stijl aangepast tot een eigen Hollandse variant. Het grote verschil met bijvoorbeeld de tuin van Versailles is dat de tuin van Het Loo veel kleiner is, met een meer ‘menselijke maat’.

Een belangrijk kenmerk van de Hollandse baroktuin is de grote rol die planten spelen: bijzondere planten werden spaarzaam en alleenstaand in de bloemenranden aangeplant. Symmetrie De barok was in de zeventiende eeuw als kunststijl in de mode. Een belangrijk kenmerk van de barok was symmetrie. Paleis Het Loo en de tuinen zijn symmetrisch: links en rechts van de centrale noord-zuidas zijn vrijwel gelijk. Deze as liep in de zeventiende eeuw vanaf het voorterrein door het paleis tot aan een houten toren op de horizon.

Jachtslot

Tuinen van Paleis Het Loo. Traditie en vakmanschap
Tuinen van Paleis Het Loo. Traditie en vakmanschap
Willem en Mary besloten om naast Kasteel Het Oude Loo een nieuw jachtslot te bouwen. Het middeleeuwse kasteel werd echter nooit afgebroken en bestaat nog steeds. Het nieuwe paleis kreeg ook de naam ‘Het Loo’, wat ‘een open plek in het bos’ betekent. Voor het ontwerp van het nieuw te bouwen paleis en de bijbehorende tuin verzamelde Willem III een groep van bevriende ontwerpers en architecten om zich heen. Deze groep, onder leiding van Hans Willem Bentinck, bestond uit Daniël Desmarets, de hoofdopzichter van de tuinen van alle koninklijke buitenplaatsen, architect Jacob Roman en ontwerper Romeyn de Hooghe.

Deze laatste was als een zeventiende-eeuwse ‘spindoctor’ verantwoordelijk voor de beeldvorming rond Willem III. De symbolische betekenis van de tuinen en van de tuinbeelden was hierbij van groot belang.

Boek: Tuinen van Paleis Het Loo – Traditie en vakmanschap

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

0
Reageren?x
×