De moord op Commodus was gepland – onze bronnen zijn daar expliciet over. Maîtresse Marcia, prefect Laetus en kamerheer Eclectus voelden zich bedreigd en namen het zekere voor het onzekere. Hun planning was grondig: ze handelden op oudejaarsdag, toen half Rome de feestmuts op had, en ze hadden in de persoon van de atleet Narcissus een plan-B voor het geval de gifmoord niet zou lukken.
Er zijn echter aanwijzingen dat de planning nog grondiger was en dat is de reden waarom ik in mijn tweede stukje inging op Commodus’ benoemingen in 191. Het ging om capabele mensen, maar er is meer aan de hand: de sleutelposities waren in handen van mannen die behoorden tot twee netwerken, enerzijds de vrienden van Pertinax, anderzijds een groep die afkomstig was uit de provincie die hij kort voor 190 had bestuurd, Africa.
In Rome had burgemeester Pertinax de beschikking over de vigiles, de door Plautianus gecommandeerde veiligheidstroepen. We weten niet welke functie Pertinax’ vriend Didius Julianus in 192 bekleedde, maar het staat vast dat hij in Rome was, net als Pertinax’ schoonvader Sulpicianus.
Plautianus was een vriend en aangetrouwde familie van Lucius Septimius Severus, die eveneens een vriend was van Pertinax en als gouverneur van Pannonia Superior aan het hoofd stond van het dichtstbijzijnde Romeinse leger. Zijn broer Geta commandeerde twee even verderop gelegerde Donaulegioenen. Als de staatsgreep niet liep zoals het hoorde, kon de ene broer – in feite is dit plan-C – snel militaire ondersteuning brengen, terwijl de andere de Bosporus kon afsnijden en beletten dat Commodus versterkingen kreeg uit het oosten. Versterkingen uit het westen zouden sowieso niet komen omdat de troepen daar onder het gezag stonden van Clodius Albinus: gouverneur van Brittannië en oud-gouverneur van Germania Inferior.
Het heeft er dus de schijn van dat het terzijde schuiven van Commodus al enige tijd werd voorbereid en dat Pertinax daarbij samenwerkte met Laetus, die de keizer kandidaten kon voorstellen voor sleutelfuncties. Commodus, die capabele mensen nodig had, versterkte zo in feite de positie van degenen die een einde wilden maken aan zijn positie. Uit de aard der zaak hebben de samenzweerders dit nooit naar buiten gebracht: de officiële lezing was dat Commodus gevaarlijk werd voor zijn naasten, dat zij de keizer noodgedwongen uit de weg ruimden en daarna bij wijze van improvisatie Pertinax vroegen om keizer te worden.
We lezen bij Herodianos dat prefect Laetus en kamerheer Eclectus Pertinax in het holst van de nacht uit zijn bed lichtten en dat de oude man meende dat hij vermoord zou worden. Een mooi verteld verhaal: Herodianos op zijn best. Cassius Dio, die zelf bestuursfuncties had bekleed, vertelt dat Pertinax het nieuws hoorde van enkele gezanten en dat hij, zoals een goed bestuurder betaamt, het bericht eerst liet verifiëren.
Beide auteurs én de Historia Augusta zijn het erover eens dat de mannen vervolgens naar het kamp van de keizerlijke garde gingen, waar Laetus zijn soldaten de nieuwe heerser deed erkennen, al zijn ze het er dan weer over oneens wanneer het gebeurde: volgens de Historia Augusta op oudejaarsnacht en volgens Herodianos op 1 januari bij dageraad. Dio, die weet hoe macht werkt, meldt dat Pertinax de soldaten 12.000 sestertiën premie beloofde.
Zo’n bezoek aan de keizerlijke garde en zo’n premie waren normaal, net zo goed als het bezoek aan het keizerlijk paleis – de nieuwe heerser toonde dat hij ook daar de baas was – en tot slot de formele erkenning van de nieuwe vorst door de Senaat. Er werden bedanktoespraakjes geïmproviseerd en vervolgens vertrokken ijlboden naar de provincies om de gouverneurs en legercommandanten te vertellen dat Commodus was vermoord en Pertinax de macht stevig in handen had. Ongetwijfeld zullen ze eraan hebben herinnerd dat Pertinax een strijdmakker was geweest van Marcus Aurelius. De goede tijden keerden weerom: de tiran was dood, het nieuwe jaar bracht werkelijk hoop en de samenzweerders waren blij dat de staatsgreep zo geruisloos was verlopen.