Recent is weer een nieuw deel verschenen in de mooie serie van de Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog (SSEW) over Nederlandse provincies tijdens de jaren 1914-1918. Dit keer is het de beurt aan Utrecht: Utrecht en de Eerste Wereldoorlog, een bundel onder redactie van Henk van der Linden en Jos van Raan.
Net als in andere Nederlandse provincies – eerder verschenen delen over onder meer Zeeland, Gelderland en Noord-Brabant – gebeurde er in Utrecht in de oorlogsjaren 1914-1918 van alles, ondanks het feit dat Nederland neutraal was. In het Voorwoord schrijft de redactie hierover:
Omdat Utrecht centraal was gelegen, en vooral ook ver van de grenzen, was de provincie uitermate geschikt voor de opvang van vluchtelingen en geïnterneerde soldaten. Die wilde men niet aan de grenzen huisvesten vanwege de daaruit voortvloeiende veiligheidsrisico’s. (9)
De centrale ligging van Utrecht was bijvoorbeeld ook een reden om de gevluchte Duitse keizer Wilhelm II te huisvesten, in een woning die bekend is geworden als Huis Doorn.
Opbouw boek
Na een introductieartikel over Nederland en de Eerste Wereldoorlog in zijn algemeenheid, waarmee elke provinciebundel van de SSEW begint, volgens ruim dertig specialistische artikelen. De bijdragen in deze bundel zijn onderverdeeld in vier hoofdthema’s: mobilisatie en leger, vluchtelingen, de oorlog lokaal en gemengde berichten.
De bundel bevat tal van diepgravende en goed geschreven artikelen. Zo schrijft historicus Jacco Pekelder over het verblijf van Wilhelm II in Nederland in de jaren 1918-1941, schetst Rutger Stoel de situatie in de stad Utrecht tijdens de eerste maanden van de oorlog, en gaat Leen Dorsman in op de situatie aan de Universiteit Utrecht. Informatie is ook het artikel van Mieke Heurneman over de opvang van Belgische vluchtelingen in Hoogland van 1914-1918. Verder ligt de focus in de bundel onder meer op de opvang van vluchtelingen in plaatsen als Vleuten, Baarn, Soest, Breukelen, Amersfoort, Zeist en Maarssen.
Belgische vluchtelingen in Zeist, Soest en Amersfoort
Pierre Rhoen schrijft over de opvang van Belgische vluchtelingen in plaatsen als Zeist, Soest en Amersfoort. In oktober 1914, na de Duitse aanval op Antwerpen, kwam een omvangrijke Belgische vluchtelingenstroom op gang. Op het grondgebied van Soest, dat overigens “Kamp van Zeist” heette, lezen we onder meer over een dodelijke opstand vanwege de harde omstandigheden in het opvangkamp. Bij het oproer kwamen acht geïnterneerde Belgische militairen om het leven:
In het kader van de Nederlandse neutraliteitspolitiek heerste in het Kamp van Zeist een streng regime. De kampbewoners waren ontevreden over de leefomstandigheden. (…) Bij een opstand in het kamp van Zeist op 3 december 1914 tegen de omstandigheden werden acht soldaten doodgeschoten. (196)
Tegenwoordig is het Kamp van Zeist volledig verdwenen. Er is niets meer dat herinnert aan de twee barakkenkampen. Precies op de plek waar de kampementen stonden, ligt nu een knooppunt van de A28 met de afslag Soesterberg.
Boek: Utrecht en de Eerste Wereldoorlog – Henk van der Linden & Jos Raan