In het Drents Museum in Assen zijn sinds dinsdag veertig mensenmummies en twintig dierenmummies te zien. De tentoonstelling, getiteld Mummies – overleven na de dood, loopt tot en met eind augustus.
De mummies die de komende maanden in Assen zijn te bewonderen, komen van verschillende plekken en culturen. Te zien zijn bijvoorbeeld een boeddhamummie, Hongaarse cryptemummies en Egyptische, Zuid-Amerikaanse en Nederlandse mummies, waaronder het meisje van Yde en het paar van Weerdinge. Volgens het museum is het uniek dat er zoveel mummies tegelijk in Nederland te bekijken zijn. Het museum:
“Achter elke mummie schuilt wel een verhaal. Is de mummificatie kunstmatig gebeurd of juist per ongeluk door de natuur voltrokken? Waarom werd de overledene gemummificeerd? In sommige culturen wilde men voorouders dicht bij zich hebben om ze te kunnen vereren. Of men geloofde in het hiernamaals waarbij de dode voortleefde.”
Bij mummies wordt al snel aan het oude Egypte gedacht, maar ze komen op alle continenten voor. Duizenden jaren voordat de Egyptenaren hun doden mummificeerden, was ook in Peru en Chili al sprake van het conserveren van lichamen voor de eeuwigheid.
Boeddhamummie
Blikvanger van de tentoonstelling is een boeddhamummie. Deze is voor het eerst buiten China te zien. De mummie lijkt aan de buitenkant op een groot boeddhabeeld. Onderzoek heeft echter aangetoond dat het van binnen een mummie is van een monnik die rond het jaar 1100 leefde.
In de tentoonstelling in Assen wordt onder meer veel aandacht besteed aan wetenschappelijk onderzoek dat naar mummies is gedaan.