Japan en Nederland blijken al sinds 1912 een verdrag te hebben, waarin staat dat burgers uit beide landen in elkaars land mogen wonen Ć©n werken. Dat meldt de Volkskrant.
Dat dit verdrag bestond was lang niet bekend. Onlangs kwam het aan het licht tijdens een conflict tussen de arbeidsinspectie en een Japans cultureel centrum. De inspectie vond dat er vergunningen nodig waren om Japanse timmermannen in Nederland te laten werken. Volgens het verdrag uit 1912 is dat echter helemaal niet nodig, oordeelde de Raad van State onlangs.
Het verdrag geeft Nederlandse en Japanse burgers het recht om in elkaars land te leven en werken onder dezelfde voorwaarden als ‘de meest begunstigde natie’.
Volgens de advocaat van het Japanse cultureel centrum geeft het verdrag landen het recht om mee te profiteren van alle handelsvoordelen, die het land waarmee je een verdrag sluit aan een derde partij verleent.
De onderdanen der beide Hooge Contracteerende Partijen zullen volle vrijheid hebben met hunne gezinnen binnen te komen en zich te vestigen in de geheele uitgestrektheid van elkanders gebied of bezittingen; en, indien zij zich gedragen naar de wetten des lands: zullen zij, in alles wat betreft het reizen en het verblijf, de studiƫn en onderzoekingen, de uitoefening hunner bedrijven en beroepen en het voeren van hunne bedrijfs- of nijverheidsondernemingen in alle opzichten op denzelfden voet geplaatst zijn als de onderdanen of burgers van de meest begunstigde natie;
Deze zogenaamde ‘meest begunstigde natie’ blijkt in dit geval Zwitserland te zijn, als gevolg van een nog ouder verdrag (1875), dat Zwitsers het recht geeft om in Nederland te leven en werken onder dezelfde voorwaarden als een Nederlands burger.
Voor Japanners is het hierdoor vrij eenvoudig om hier te komen wonen er werken. Omgekeerd is het lastiger, doordat Japan met andere landen minder gunstige afspraken over immigratie heeft gemaakt.