Op 20 augustus 1585 sloot koningin Elizabeth I van Engeland een verdrag met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ze zegde in het verdrag steun toe aan de Nederlandse Opstand. Het Verdrag van Nonsuch dankt zijn naam aan het feit dat de overeenkomst getekend werd op Nonsuch Palace in Surrey.

De soevereiniteit of een eeuwig protectoraat wilde de vorstin niet. Maar ze stuurde wel troepen. Deze zouden onder leiding staan van een gouverneur-generaal die ook leiding moest geven aan de militaire en bestuurlijke zaken van de gewesten. In ruil ontving de koningin twee pandsteden: Vlissingen met Fort Rammekens en Brielle.
Spanje beschouwde het Verdrag van Nonsuch als een verkapte oorlogsverklaring van de Engelsen. De Spanjaarden waren vastbesloten Engeland binnen te vallen en begon met het ontwikkelen van de Spaanse Armada waarmee men Engeland hoopte binnen te kunnen vallen.
Dudley

De graaf van Leicester vertrok eind 1586 voor korte tijd naar Engeland. In die periode leverden Engelse officieren schansen in Deventer en Zutphen uit aan de hertog van Parma, Alexander Farnese. Hierdoor daalde in de Nederlanden het vertrouwen in de Engelse militaire steun tot een dieptepunt. Robert Dudley keerde juli 1587 in de Nederlanden terug, maar daar kwam hij er achter dat alle soevereine bevoegdheden hem ontnomen waren. Zelfs de leiding over het leger was hij kwijt. Dudley probeerde nog tevergeefs een volksopstand tegen de regenten te ontketenen. December 1587 keerde hij terug naar Engeland.
In juni 1616 kwamen de pandsteden weer in handen van de Staten-Generaal der Nederlanden.
Elizabeth I legde de basis voor het Engelse imperium
Boeken over de Tachtigjarige Oorlog
Bronnen ▼
-De opstand in de Nederlanden 1568-1648 – Anton van der Lem, Vantilt (p.139)
-https://historiek.net/robert-dudley-15331588/5550/