Een schuttersstuk uit het zeventiende-eeuwse Delft, dat ruim twee eeuwen onvindbaar was, is terecht. Enkele maanden geleden verscheen het onverwachts op een veiling in Parijs. Museum Prinsenhof Delft heeft het schilderij uit 1648 gekocht. Vanaf eind augustus is het te zien in de tentoonstelling Gevonden! Het laatste schuttersstuk ontdekt.
Het teruggevonden werk werd geschilderd door Jacob Delff II en is getiteld Portret van Willem Reyersz. de Langue en Daniël Fransz. van der Brugge. De geportretteerde mannen waren lid van de Delftse schutterij, belast met de verdediging van de stad. Het levensgrote schilderij verdween aan het eind van de achttiende eeuw uit beeld en maakte vervolgens een zwerftocht door Europa. Uiteindelijk is het geveild als onderdeel van de inboedel van een Zuid-Franse villa.
Patrick van Mil, directeur van Museum Prinsenhof Delft, is verheugd over de nieuwe aanwinst.
“In Delft zijn destijds zeker vijf grote schuttersstukken gemaakt, waarvan er vier al heel lang in ons bezit zijn. Het vijfde was al zo lang spoorloos, daar durfden we niet eens van te dromen. De verrassing was dan ook groot toen het ineens opdook. Nu kunnen we de werken voor het eerst in ruim tweehonderd jaar weer samen laten zien.”
De tentoonstelling Gevonden! Het laatste schuttersstuk ontdekt vertelt aan de hand van de vijf herenigde schuttersstukken het verhaal van de stedelijke burgerwacht in het Delft van de Gouden Eeuw. Te zien is hoe de stad was verdeeld in kwartieren en hoe die verdedigd dienden te worden. Uit eeuwenoude archiefstukken blijkt wie er lid waren, welke wapens de schutters tot hun beschikking hadden en hoe ze presteerden op de jaarlijkse schietwedstrijd.
Meer over schuttersstukken
Boek: Hollanders van de Gouden Eeuw