Toen de Duitse korporaal Ludwig Renn in 1914 met zijn compagnie vanuit Duitsland vertrok richting het Westfront leek de oorlog al gewonnen. Met hoerageroep, boeketten anjers en marsmuziek werd er afscheid genomen van de soldaten die zelf ook in opperste stemming waren, alsof ze op schoolreis gingen. Welke gruwelen hen te wachten stonden in de loopgraven, daarvan waren ze zich toen niet bewust.
De loopgravenoorlog van de Eerste Wereldoorlog kennen we het beste van de klassieker Van het westelijk front geen nieuws van Erich Maria Remarque. De in dit boek beschreven kapotgeschoten lichaamsdelen, gillende gewonden en jongemannen die een langzame en pijnlijke dood sterven, vormen een krachtige aanklacht tegen oorlog. Om die reden belandde het boek gedurende de naziperiode in de vlammen van de overal in Duitse straten georganiseerde boekverbrandingen. Voor Hitler en zijn ideologische geestverwanten was oorlog immers de ultieme daad die een man kon verrichten voor zijn vaderland. Het waren niet de gruwelen die voor het voetlicht gebracht moesten worden, maar de opoffering en heldenmoed van de Duitse soldaat.
In 1928, een jaar eerder dan het boek van Remarque, verscheen Krieg, geschreven door Ludwig Renn. De publicatie, die eveneens verslag deed van het Westfront gedurende 1914-1918, was een groot succes en alleen al in 1929 gingen 100.000 exemplaren over de toonbank. De werkelijke naam van de schrijver is Arnold Friedrich Vieth von Golssenau, een telg van de Saksische adel met het stadje Golssen als basis.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht de Duitser in België en Noord-Frankrijk en schopte hij het tot luitenant. Gedurende de jaren twintig raakte de oorlogsveteraan gegrepen door het communisme en in 1928 werd hij lid van de KPD, de Duitse communistische partij. Vanwege zijn politieke voorkeur en activiteiten belandde Renn na de nazimachtsgreep in de gevangenis. Na zijn vrijlating in 1935 ontvluchtte hij Duitsland. In Spanje vocht hij vervolgens tijdens de Spaanse Burgeroorlog in een internationale brigade mee tegen Franco.
Na de Republikeinse nederlaag in 1939 vertrok Renn naar Mexico om na de ondergang van nazi-Duitsland terug te keren naar zijn vaderland. Tot zijn dood in 1979 was hij in de DDR actief als schrijver van kinderboeken, reisboeken en biografieën. Zijn publicaties waren braaf en in de lijn van de communistische dictatuur. Meerdere malen werd hij vanwege zijn werk door de Oost-Duitse regering onderscheiden, zoals in 1961 met de staatsprijs voor kunst en literatuur eerste klasse.
Vanwege zijn commitment voor de DDR raakte hij in de westerse wereld in de vergetelheid. In het jaar waarin herdacht wordt dat het honderd jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog losbarstte, wordt door uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen met de herpublicatie van Krieg deze “vergeten schrijver” geherintroduceerd. Het is de eerste publicatie in een serie van in totaal vijf te verschijnen romans over de Eerste Wereldoorlog waarin getuigen vertellen over hun ervaringen aan het front.
“Krieg” is (hoe kan het ook anders) in het Nederlands uitgegeven als “Oorlog”. Weliswaar is Ludwig Renn de hoofdpersoon in het boek, maar er zijn subtiele verschillen tussen de auteur en zijn hoofdfiguur. Zo is de Renn in het boek geen officier, maar Vizefeldwebel (onderofficier). Over de afkomst en voorgeschiedenis van de hoofdfiguur komen we niets te weten, evenmin over hoe het hem na de oorlog verging. Volgens de Belgische schrijver Geert van Istendael, die de vernieuwde uitgave voorzag van een onderhoudend en informatief voorwoord, houdt de auteur zich verder echter wel “streng aan de gebeurtenissen die hij zelf beleeft”. Dat blijkt ook wel uit de zeer indringende en ontnuchterende wijze waarop hij de gevechten aan het front en het soldatenbestaan beschrijft, dat lang niet alleen bestond uit gevechten, maar bijvoorbeeld ook uit het voortploeteren door modderige akkers en het alsmaar (tevergeefs) wachten op de veldkeuken.
Anders dan het boek van Remarque werd deze titel van Renn niet verboden door de nazi’s. Dat betekent niet dat het een lofzang is op de oorlog, want de auteur schetst een onverbloemd beeld van de horror aan het front. De door hem beschreven losgerukte ledematen, gedeeltelijk onder de grond bedolven lijken en de gruwelijke stank van de rottende lichamen van mannen en paarden geven een afschuwwekkend beeld van het strijdtoneel in de Belgische en Noord-Franse modder. Anders dan Remarque, wiens boek meer drama bevat en een explicietere veroordeling van het fenomeen oorlog, geeft Renn vooral een feitelijke beschrijving van de gebeurtenissen. Die beschrijving is soms gortdroog; een spervuur van feiten, ontdaan van elke emotie. Desondanks sleurt het boek je mee naar de loopgraven van de veldslagen bij de Marne en de Somme en andere locaties waar militairen gedurende vier destructieve jaren een zinloze strijd vochten om frontverplaatsingen van meestal slechts enkele meters.
Boek: Oorlog – Ludwig Renn