Het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) wil geen geld meer steken in het Vrijheidsmuseum in Nijmegen. Volgens het fonds, dat aanvankelijk 6 miljoen euro voor het nieuwe museum had gereserveerd, voorloopt het proces veel te traag en is er geen zicht op een sluitende exploitatie.
Dat schrijft de Volkskrant maandag. De krant sprak met vfonds-voorzitter Ton Heerts. Die blijkt zich te hebben gestoord aan de drie regionale oorlogsmusea die de kar oorspronkelijk zouden gaan trekken: het Nationaal Bevrijdingsmuseum in Groesbeek, het Oorlogsmuseum in Overloon en het Airborne Museum in Oosterbeek. De twee laatstgenoemde musea trokken zich inmiddels echter al terug.
Volgens Heerts is de samenwerking ontaard in een strijd om het eigen hachje.
“‘De mensen die zo enthousiast onze subsidie ontvingen om de plannen uit te werken, zijn inmiddels met hun rug naar ons toe gaan staan, of spreken zelfs met afkeer over het museum. Dat is een film waar wij als goededoelenfonds niet in terecht willen komen. Draagvlak staat voorop.”
Het vfonds ging vijf jaar geleden met de drie genoemde musea in gesprek over de ontwikkeling van een nationaal oorlogsmuseum: Vrijheidsmuseum WO2. Doel was dat het Vrijheidsmuseum een overkoepelend museum zou worden. De drie mede-initiatiefnemers zouden als museum gewoon open blijven, maar zich meer gaan richten op specifieke onderdelen van de oorlog, zoals de Slag om Arnhem en de tankslag bij Overloon. Het vfonds zegde 6 miljoen euro toe voor het nieuwe oorlogsmuseum, maar die steun is nu dus teruggetrokken.
De druppel
Twee maanden geleden presenteerde het nieuwe museum, dat voor een groot deel steunde op het toegezegde geld van het vfonds, een bedrijfsplan. Toen bleek ook dat de begroting nog lang niet rond was. Er was een tekort van tussen de 8 en 13,5 miljoen euro. Ook werden er vraagtekens gezet bij de 200.000 bezoekers die het museum aangaf te gaan trekken. Volgens critici was dat veel te positief ingeschat.
De provincie Gelderland zou aanvankelijk op korte termijn een besluit nemen over een geplande bijdrage van eveneens ongeveer 6 miljoen euro. Vanwege de onduidelijkheden werd die beslissing echter uitgesteld. Voor het vfonds, dat sowieso al van mening was dat het proces wel heel traag verliep, lijkt dat de druppel te zijn geweest. “We kunnen die 6 miljoen niet blijven reserveren”, aldus Heerts in de Volskrant.
Hoop
Stichting Vrijheidsmuseum heeft de hoop echter nog niet opgegeven. Volgens voorzitter Wim Dijkstra verlopen dit soort processen altijd traag en is het een kwestie van “stug doorgaan”. De stichting gaat proberen alsnog een financieel deugdelijk plan te ontwikkelen. Het vfonds heeft aangegeven daar dan wel weer naar te willen kijken, maar alleen met geld over de brug te komen als er bereidheid is tot brede samenwerking.