Toen in 1948 de staat Israël werd uitgeroepen, werd het lied Hatikwa (הַתִּקְוָה, De hoop) aangenomen als officieel volkslied. Die keuze was niet zo verrassend. In de jaren voor de vestiging van de nieuwe staat was Hatikwa namelijk hét lied van de zionistische beweging geweest.
De tekst van het lied werd in de tweede helft van de negentiende eeuw geschreven door Naphtali Herz Imber, een dichter die in 1856 geboren werd in een klein dorpje in Galicië (tegenwoordig deel van Oekraïne). Al op jonge leeftijd schreef Imber gedichten en maakte hij diverse reizen. Op een van die reizen ontmoette hij de Britse diplomaat en auteur Laurence Oliphant, die bekend stond als een groot voorstander van de terugkeer van joden naar het Land van Israël, ook wel Eretz Yisrael. In 1882 reisde Imber als diens persoonlijk secretaris naar Palestina, waar hij vervolgens geruime tijd in de omgeving van Haifa woonde.
Gedurende zijn jaren in het Midden-Oosten bleef Imber gedichten schrijven. Enkele daarvan werden in het jaar van zijn aankomst samen met wat ouder werk gepubliceerd in een bundel met de titel Barkai. Een van de gedichten was Tikvateinu (Onze hoop), het werk dat aan de basis staat van het Israëlische volkslied. Imber schreef het oorspronkelijk negen strofen tellende gedicht overigens al voordat hij met Oliphant naar Palestina reisde.
De huidige tekst betreft een aangepaste versie, in 1905 geschreven door een onderwijzer uit Tel Aviv. In 1888 zette Samuel Cohen het gedicht op muziek.
Kort hierna werd het lied, dat bekend kwam te staan als Hatikwa, als volkslied aangenomen door de zionistische beweging Hovevei Zion. In 1933 ratificeerde de gehele zionistische beweging het lied officieel als volkslied. Slechts twee coupletten komen in het lied terug. Het verlangen naar een thuisland voor het joodse volk staat in deze coupletten centraal. Sommige religieuze joden zijn niet heel erg gecharmeerd van het lied aangezien God en de Thora in de tekst niet expliciet genoemd worden.
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding van de concentratie- en vernietigingskampen in Europa, werd het lied geregeld gezongen door Holocaust-overlevenden. Bekend zijn met name opnames die de BBC kort na de bevrijding schoot in concentratiekampen Bergen Belsen:
Toen het lied enkele jaren na de oorlog officieel het volkslied werd van de nieuwe staat Israël, was het lied ook veelvuldig te horen. Niet alleen in Israëlische steden, maar ook elders. Ook in het Concertgebouw in Amsterdam, waar joden in mei 1948 bijeen kwamen om de uitroeping van de nieuwe joodse staat Israël te vieren.
Tijdens officiële gelegenheden worden tegenwoordig doorgaans alleen het eerste couplet en het refrein van het lied gezongen.
Tekst van het volkslied van Israël
Transliteratie: | Nederlandse vertaling |
---|---|
Kol ‘od ba-le-vav pe-ni-ma Ne-fesj je-hoe-di ho-mi-ja Oe-le-fa-aa-tee miz-rach ka-di-ma ‘A-jien le-Tsi-jon tso-fi-ja – | Zolang in het hart, van binnen, Een joodse ziel levendig is En naar het oosten, vooruit, Het oog naar Zion kijkt |
‘Od lo ‘av-da tik-va-te-noe Ha-tikwa bat shnot al-pa-yim: Le-hi-jot ‘am chof-sjie be-ar-tsee-noe – E-rets Tsi-jon ve-Je-roe-sja-la-jiem. | Refrein – Is onze hoop nog niet verloren De hoop die al tweeduizend jaren leeft Een vrij volk te zijn in ons land Het land van Zion en Jeruzalem |
Oorspronkelijke tekst van het gedicht Tikwatenu:
Bronnen ▼
-https://www.thetorah.com/article/tikvatenu-the-poem-that-inspired-israels-national-anthem-hatikva
-https://nl.wikisource.org/wiki/Hatikwa
Transliteratie: | Nederlandse vertaling |
---|---|
1 Kol od balevav penimah Nefesh yehudi homiyah Ulefa’atei mizrah kadimah Ayin letziyon tzofiyah | 1 Zolang het hart binnen Een Joodse ziel nog verlangt, en zendt, na de uiteinden van het oosten, Een oog nog kijkt naar Zion; |
Refrein Od lo avdah tikvatenu Hatikvah hannoshanah Lashuv le’eretz avoteinu Le’ir bah david chanah | Refrein Heeft aan Onze hoop is nog niet verloren, De oude hopen Land terug van onze vaderen, De stad waar David gelegerd; |
2 Kol-od dema’ot me’eineinu Yizzelu chegeshem nedavot Urevavot mibbenei ammenu Od holechim al kivrei avot | 2 lange scheuren onze ogen stromen als charitatieve regen, betaalde menigte van onze landgenoten nog steeds in ere de graven van (onze) vaders; |
3 Kol-od chomat machamaddeinu Le’eineinu mofa’at Ve’al churban mikdashenu Ayin achat od doma’at | 3 Zolang onze edele muur verschijnt voor onze ogen, over de vernietiging van onze tempel Een oog nog goed met tranen; |
4 Kol-od mei haiyarden bega’on Melo gedotav yizzolu Uleyam kinneret besha’on Bekol hamulah yippolu | 4 Zolang de Wateren van de Jordaan rijkdom zwelt de banken, (omlaag) om de Meer van Tiberias tumultueuze Lawaai vallen; |
5 Kol-od sham alei derachayim Sha’ar yukkat she’iyah Uvein charevot yerushalayim Od bt tziyon bochiyah | 5 Zolang de desolate landwegen De nederige stadspoorten merk En onder de Ruïnes van Jeruzalem Een dochter van Sion huilt nog steeds; |
6 Kol-od dema’ot tehorot Me’ein bat ammi nozelot Velivkot letziyon berosh ashmorot Od takum bachatzi halleilot | 6 Zolang zuivere tranen die voortvloeien uit het oog van een Dochter van mijn volk, naar Zion En je rouwen op de klok ’s nachts, stijgt nog steeds in het midden van de Nachten; |
7 Kol-od nitfei dam be’orekeinu Ratzo vashov yizzolu Va’alei kivrot avoteinu Od eglei tal yippolu | 7 Zolang druppels bloed stroomt door onze aderen heen en weer En op de graven van onze vaders dauw nog steeds valt; |
8 Kol-od regesh ahavat halle’om Belev haiyhudi po’em Od nuchal kavvot gam haiyom Ki od yerachamenu el zo’em | 8 Zolang het gevoel van liefde van de natie kloppend in de harten van de Joden, We kunnen zelfs nog vandaag de dag dat een boze God nog steeds hoop mag niet ontfermen over ons; |
9 Shim’u achai be’artzot nudi Et kol achad chozeinu Key rak im acharon haiyhudi Gam acharit tikvatenu! | 9 Hoor, o mijn broeders, in de landen van de ballingschap De stem van een van onze visionaire, (Verklaart) de alleen met de allerlaatste Jood, Maar het is het einde van onze hoop! |
10 `lֵkְ ahַmִּy, lְshָׁlvֹm shׁvּb lְaַrְpֶkָ, xַpֱּrִy bְgִlְahָd, bִּyrvּshָׁlַyִm rvֹpְaֶkָ, rvֹpְaֶkָ yְyָ, khָkְmַt lְbָbvֹ, lֵkְ ahַmִּy lְshָׁlvֹm, vּrְpvּaָx qְrvֹbָx lָbvֹa…` | 10 Je mensen, vrede voor uw land weer balsem in Gilead, Jeruzalem arts, Dokter, is de wijsheid van zijn hart, Het is voor mensen voor de vrede, geneeskunde In afwachting van … |