Vrede van Utrecht bezegeld in hitsige omgeving

8 minuten leestijd
Affiche van de tentoonstelling ‘Hoge pruiken, plat vermaak’, gebaseerd op het boek van Freschot.
Affiche van de tentoonstelling ‘Hoge pruiken, plat vermaak’, gebaseerd op het boek van Freschot.

Driehonderd jaar geleden, in 1713, werd de Vrede van Utrecht getekend. Daar ging ruim een jaar onderhandelingen aan vooraf, en al die tijd wemelde het in Utrecht van de onderhandelaars en hun gevolg: ambassadeurs, diplomaten, meegereisde echtgenotes en maîtresses, voetvolk, allerhande dienstverleners en prostituees. Dat er niet uitsluitend ernstig onderhandeld werd maakte Augustinus Freschot duidelijk. Hij schreef een boek, over de Amoureuze en pikante geschiedenis van het congres en de stad Utrecht, dat nu voor het eerst in een Nederlandse vertaling is uitgebracht.

Illustratie in het boek van Augustinus Freschot: Terwijl aan de Paix (Vrede) wordt gebouwd schiet Amor zijn pijlen af
Illustratie in het boek van Augustinus Freschot: Terwijl aan de Paix (Vrede) wordt gebouwd schiet Amor zijn pijlen af
De Vrede van Utrecht maakte een einde aan twee eeuwen van godsdiensttwisten door de reformatie en zeer bloedige oorlogen in Europa als gevolg van het streven naar machtsevenwicht tussen de grote landen en vorsten. De kaart van Europa werd opnieuw getekend. Nieuwe machtsverhoudingen leidden tot weer andere spanningen die toch weer oorlogen tot gevolg hadden, maar toen had Utrecht wel een aantal gedenkwaardige jaren achter de rug.

In 1711 begonnen Engeland en Frankrijk geheime onderhandelingen die tot een principeakkoord leidden. Ze spraken af dat er een afrondend vredescongres zou worden georganiseerd. De keus viel op Utrecht in de Republiek, ruim 30.000 inwoners, ‘omdat de stad brede straten had en als aangename verblijfplaats werd beschouwd’. Utrecht besefte voor even de belangrijkste plaats van de wereld te worden en zette zijn beste beentje voor met festiviteiten en culturele manifestaties. De eerste diplomaat arriveerde op 16 januari 1712 en de laatste verliet de stad op 26 juni 1715.

Kleurrijke stad

Het was voor de diplomaten een opmerkelijke ervaring. Tot dan toe werden conflicten vooral op het slagveld beslist. Nu waren er onderhandelingen, moeizaam en langdurig. De diplomaten moesten zich voor onbepaalde tijd in Utrecht huisvesten. Met – dat sprak vanzelf – hun gevolg.

Het Utrechtse straatbeeld veranderde ingrijpend door de intocht van de buitenlandse functionarissen, zo blijkt uit de Lijste der namen en qualiteiten van de heeren Plenipotentiarissen die in 1712 werd gepubliceerd. Van elke afgevaardigde werd vermeld waar hij gehuisvest was en hoe zijn personeel kon worden herkend. Het moet een bont gezelschap zijn geweest. Zoals bij graaf Passionei, afgevaardigde van Zijne Heiligheid paus Clemens XI (1700-1721), die woonde op de Nieuwe Gracht bij de St. Jans Dam.

De Pagies [pages = schildknapen] zijn in root Laken met blauw fluweelen opslaagen uitgedost, met silvere knoopen ende knoopsgaten, en witte Pluimen op de hoeden. De Lijfknegts zijn in root Laken met knoopen en knoopsgaten van de selve kleur, met silver vermengt.

In het gevolg van andere vertegenwoordigers waren alle kleuren van de regenboog vertegenwoordigd.

Verslag in de Ghendtsche Koerier van 18 februari 1713 over een diner van de bisschop van Bristol voor 30 personen, gevolgd door een gemaskerd bal voor ‘300 meest kostelijck en kluchtig’ geklede lieden’. De Vrede leek toen nog ver weg.

Vrije vrouwen

Bovendien heersten er andere zeden en gewoonten dan thuis. In de Republiek der Verenigde Nederlanden was het leven vaak veel vrijer dan elders.

De aard van deze natie is helemaal gericht op een vrije en gezellige omgang. Dat wil dus zeggen dat de ledigheid er regeert en vrijwel geen enkele belemmering bestaat voor de vertrouwelijke omgang tussen beide seksen.. En aangezien de liefde van alle tijden is en van alle plaatsen, beoefent men die dus ook hier, net zoals overal elders en zelfs nog veel meer dan op andere plaatsen waar de middelen en de mogelijkheden niet in zo’n grote overvloed aanwezig is.

Dat stond in een boek dat in 1713 verscheen, in het Frans, van een anonieme schrijver: Histoire amoureuse et badine du congres et de la Ville d’Utrecht. Hij klapte uit de school over de wederwaardigheden van de internationale notabelen, die niet alleen naar Utrecht kwamen om over vrede te vergaderen. Ze troffen er geëmancipeerde vrouwen.

De vrouwen genieten in dit land zeker niet minder vrijheid dan in Frankrijk, en soms misschien zelfs nog wat meer. Dat geldt vooral voor de meisjes die men hier al zodra ze kunnen praten laat deelnemen aan de conservaties en soms boeken ze door de natuurlijke levendigheid van hun leeftijd in korte tijd veel vooruitgang op het pad van de galanterie [= minnehandel]. (…) Het is onmogelijk om bij dit soort gelegenheden altijd uitsluitend over regen en mooi weer te conserveren. Mogelijkheden voor het geven van complimentjes en het voeren van meer informele gesprekken doen zich welhaast vanzelf voor.

Dag en nacht in Utrecht verschilden van dag en nacht. Overdag was het straatbeeld levendig, vol nering en ontspanning. ’s Nachts gebeurden er dingen die het daglicht niet konden verdragen. Maar die waren vaak wel leuk. (Uitsnede uit affiche van tentoonstelling ‘Hoge pruiken, plat vermaak’).

Augustinus Freschot

Het boek, over de wederwaardigheden buiten het congres, was geschreven door Augustinus Freschot, een Italiaan die met een Nederlandse vrouw getrouwd was en die in Utrecht Italiaans wilde geven. Maar daarvoor gaf het stadsbestuur geen toestemming. Het boek paste in de traditie van Franse schandaalverhalen in de zeventiende eeuw.

Freschot had zijn hoofdpersonen nog wel zo voorzichtig alleen maar aangeduid met ‘nummer 1’ tot ‘nummer 44’. Maar al in 1714 was een ander boekje verschenen, Ware sleutel tot l’Histoire amoureuse (Véritable clef par laquelle on peut avoir l’intelligence parfaite de l’histoire amoureuse et badin du congrès et de la ville d’Utrecht), waarin de identiteit van de meeste schuinsmarcheerders werd onthuld. Nu voelden hooggeplaatste personen waarvan hij voor zijn inkomsten afhankelijk was zich aangetast in hun goede naam en zag Freschot zich genoodzaakt de wijk naar het buitenland te nemen.

Dat is nu driehonderd jaar geleden. In Utrecht is de viering van de verjaardag van de Vrede in volle gang. En daarbij is dankbaar het stof afgeklopt van de schandaalkroniek, waarvan de oplage onbekend is gebleven, maar die in elk geval een herdruk beleefde en bovendien in het Duits werd vertaald. Ook wordt een tentoonstelling gehouden, gebaseerd op het boek: Hoge pruiken, plat vermaak.

In Amoureuze en pikante geschiedenis van het congres en de stad Utrecht is het boek van Freschot in het Nederlands vertaald, wordt duidelijk wie de hoofdpersonen zijn en zijn de meeste brieven voorzien van een toelichting met bijzonderheden die cryptische omschrijvingen vaak duidelijker maken. Het is het resultaat van grondig archiefonderzoek, dat bovendien aantoonde ‘dat het waarheidsgehalte van de verhalen veel hoger is dan altijd is aangenomen’.

Lijst van Plenipotentiarissen; de internationale deelnemers aan het Congres, met hun adressen.

Bombastische taal

Ondanks de voortreffelijke vertaling leest het boek niet ‘lekker weg’. Dat komt omdat Freschot niet alleen zijn hoofdpersonen heeft geanonimiseerd, maar ook omdat zijn verhalen, hoe duidelijk ook dat het gaat om Het Hele Erge, verhullend zijn geschreven. Soms lijkt het erop alsof een cryptogram moet worden opgelost:

De vreemdeling was niet de enige die onder de indruk was van de verdiensten en de omgangsvormen van de desbetreffende juffrouw en dat maakte hem weinig geneigd om met haar ruimere verplichtingen aan te gaan dan die voortvloeiden uit de genegenheid en het genoegen die hij op dat moment ervoer uit de conservatie.

Voor wie dóórleest wordt alles vanzelf begrijpelijker, maar wie daar niet het geduld voor heeft leest in de inleiding waar Het Allerergste is te vinden: de brief die ‘beduidend pikanter is dan de overige’. Dat klopt.

Als je het kunstje eenmaal door hebt en er rustig voor gaat zitten, dan biedt het boek echter schitterende lectuur vol dubbele bodems, waarin de schunnigheden in keurige bewoordingen worden omschreven. Het moet best gezellig zijn geweest in dat Utrecht van 1713:

In het volle daglicht dat scheen over het beheerste en ordelijke gedrag van zoveel ambtsdragers, druk doende met deze zo glibberige loopbaan, lijkt men echter aan de rand een schaduw waar te nemen die duidt op een wat meer particulier plezier en een wat hechtere band tussen twee personen die zich in het openbaar aan de verplichtingen van de algehele eerbaarheid leken te houden.

De toelichting geef een duidelijk beeld waar alles zich afspeelde. Het zou maar weinig moeite kosten om aan de hand van het boek een toeristische route te ontwerpen langs voormalige bordelen en woonhuizen van Plenipotentiarissen.

Diplomatenkringen

Petrus Burmannus Senior (Collectie Universiteit Leiden)
Petrus Burmannus Senior (Collectie Universiteit Leiden)
En de afgevaardigden naar het Congres van Utrecht hadden er zin in. “Van de dertig tot veertig buitenlandse ministers is er geen enkele zo bejaard dat de leeftijd hem het bedrijven van liefde beletten kan”.

En zo verhaalt Freschot in twaalf brieven over wat zich in de schaduw van het congres afspeelde in alle varianten. Van zijn 44 hoofdpersonen heeft er maar één Wikipedia gehaald, maar niet met het verhaal in het boek: Petrus Burmannus (Pieter Burman), hoogleraar geschiedenis in Utrecht. Zijn verhaal speelde zich al in 1709 af, lang voor het congres. Hij verleidde toen een Haags dienstmeisje dat zwanger van hem werd, en toen bleek dat hij geen weduwnaar was maar getrouwd. Haar moeder spande een proces aan, waarbij ze 1000 gulden eiste wegens de defloratie, 300 gulden voor de kraamkosten en drie gulden per week voor het onderhoud van het kind. Maar Burmannus ontkende “vleesselijk met haar geconserveert” te hebben, terwijl Dina verklaarde dat ze voor Burmannus nog nooit door een man was “bekend”. Haar zoon leek trouwens wel op zijn vermoedelijke vader. De afloop is onbekend, maar Burmannus was als rector magnificus van de Utrechtse universiteit een bekend man in diplomatenkringen.

De eeuwigdurende beweging had trouwens ook zijn consequenties, en dat weet Freschot plastisch te beschrijven:

Ze verdienen geld en echt heel veel geld, door het herstellen in hun oorspronkelijke toestand van panden die zijn ingestort door blootstelling aan te langdurige en te frequente schokken en dus geen beschutting meer kunnen bieden tegen de open lucht en tegen het ongemak van te veel verwijding. Enkele handige kunstgrepen van de barbier en het veinzen van wat natuurlijke kuisheid volstaan altijd om weer als fonkelnieuw aan te prijzen wat op de draad versleten was.

Condoom

De barbier had trouwens ook concurrentie van een ‘nuttige en profijtelijke uitvinding’ die kennelijk in Utrecht opzien baarde en onvermoede perspectieven bood tegen geslachtsziekten en zwangerschap: het condoom. Want…

… dit middel werkt van tevoren en voorkomt dat de kwaal zijn gebruikelijke ravage kan aanrichten. De remedie is in het geheel geen vijand van het plezier, en is voor de natuur juist heel aangenaam en het biedt de mogelijkheid zich te bevredigen zonder enig gevaar te lopen. Het bestaat uit een aantal hele fijne omhulsels of blazen, die men om het instrument van plezier wikkelt en die effectiever zijn dan wanneer ze van ijzer waren en het in staat stellen het gevaar te trotseren in de vesting waar het zich verbergt.

Amoureuze en pikante geschiedenis van het congres en de stad Utrecht
Amoureuze en pikante geschiedenis van het congres en de stad Utrecht
Nummer 30 in het boek, ‘zij woont op de hoek van het Begijnhof’, had het alleenrecht op de verkoop en was niet te beroerd om haar klanten een ‘hoogstpersoonlijke instructie’ te geven. Maar haar broer was er niet blij mee. Hij was een barbier, die niet alleen knipte en scheerde. Hij “haalde een groot deel van zijn inkomen uit zijn zogenaamde remedie om jonge mannen te genezen die besmet waren geraakt met de liefdesziekte, want hij nam waar dat een aantal van hen er met behulp van de omhulsels inderdaad in slaagde om niets op te lopen, en hij maakte haar daar veel verwijten over, als zou zij hem het brood uit de mond stoten”.

Het belangrijkste deel van het congres van Utrecht was afgelopen in april 1713; de Vrede van Utrecht was een feit. Maar over een aantal conflicten werd nog doorvergaderd, zodat de bijeenkomsten tot 1715 duurden. Veel Utrechters hadden buitenlandse contacten gekregen. Anderen hadden ‘groot gelt’ verdiend. De stadsbevolking had kennis gemaakt met opera en toneel. Het Congres van Utrecht had de stad enorm veel goodwill opgeleverd.

Alleen de predikanten en andere zedenmeesters waren blij dat het afgelopen was. Zij kenschetsten de jaren van de onderhandelingen als een periode van zedenverwildering. Zelfs was “de zonde van sodomie” geïntroduceerd.

Boek: Amoureuze en pikante geschiedenis van het congres en de stad Utrecht

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

André Horlings (1945-2023) was journalist en van 'vlak na de oorlog', wat mogelijk zijn interesse voor onder meer de Tweede Wereldoorlog verklaarde. Schreef het boek Arnhem Spookstad en verzorgde de (eind)redactie voor een publicatie over het Duitse dwangarbeiderskamp Rees (1944-1945). Verzorgde in 2011 twee uitvoerig gedocumenteerde verhalen: Bruidegom achter prikkeldraad en Het drama van de SS Pavon. Bladerde graag in Google Books. Zie ook archief sinds 1995.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×