“No, no, no!”
Met deze woorden bekritiseerde de Britse premier Margaret Thatcher op 30 oktober 1990 haar vijand de Europese Commissie (EC) en haar voorzitter Jacques Delors in het bijzonder. Dat was op zich niks nieuws, want in haar derde termijn als premier (vanaf juni 1987) keerde Thatcher zich steeds meer tegen de Europese Gemeenschap (EG), de voorloper van de Europese Unie. Nieuw was de felheid van haar woorden en de toon waarop ze haar kritiek ventileerde. Het bracht haar trouwste minister, Geoffrey Howe, er toe twee dagen later zijn ontslag aan te bieden. Vervolgens stelde hij openlijk haar leiderschap ter discussie in een plenaire sessie van het Lagerhuis. Een interventie die zou leiden tot haar val en gedwongen vertrek als premier twee weken later.
Interessant genoeg blijkt Thatchers felle retoriek richting de Europese Commissie te zijn ingegeven door een krantenartikel. De Europacorrespondent van de eurosceptische krant The Daily Telegraph had in een artikel op 24 oktober geschreven: “Brits veto zet bijl in plan van Delors”. Het artikel stelde verder:
“Meneer Delors zei dat zijn plannen de weg plaveiden voor een Europese federatie, een superstaat met de Europese Commissie als Europese regering en de Raad van Ministers als senaat.” 1
Margaret Thatcher: “No No No”
De schrijver van dit artikel was niemand minder dan Boris Johnson, de huidige premier. In die tijd maakte Johnson er werk van om kritische verhalen over de EG te schrijven. Bekend zijn de verhalen waarin hij schreef dat de Europese Commissie de smaak van garnalenchips (in het VK zeer populair) wilde verbieden, of de berichten dat de Commissie een bananenpolitie wilde instellen om de kromheid ervan te kunnen controleren. Minder prozaïsch is zijn artikel waarin hij schreef dat er een standaardmaat condooms kwam, omdat de Engelse condooms te groot zou zijn voor Italiaanse mannen.2
Vorig jaar vrijgegeven documenten uit het archief van Thatcher, laten zien dat het artikel werd opgepikt door de Foreign Office (het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken). Zij schreven een kritische notitie over het artikel, waarin zij stelden:
“The Commission opinion itself (…) does not contain what M. Delors is reported by the Daily Telegraph as having suggested.” 3
Oftewel, het artikel geeft geen juiste weergave van het standpunt van de Europese Commissie. Aangezien Johnson de enige bij de persconferentie aanwezige journalist was die de woorden van Delors op deze manier interpreteerde, mag worden aangenomen dat hij de woorden uit zijn verband heeft gehaald.
Daarmee is de kous nog niet af, want op de notitie is te zien dat Thatcher het woord “federation” en de frasen “radical change” en “lots of horrors” met pen heeft onderstreept. Ofwel, Thatcher negeerde de opmerkingen van het ministerie en las wat ze wilde lezen: de EC heeft een plan gelanceerd voor een federaal Europa dat grote veranderingen met zich mee gaat brengen. Het is lastig na te gaan in hoeverre ze het artikel van Johnson serieus nam of dat politieke beweegredenen de overhand hadden.
De verleiding om politieke munt uit het artikel te slaan, was groot. Thatcher’s populariteit was sinds een jaar tanende en haar eigen partij raakte steeds meer verveeld over de vraag van Europese integratie. In de herfst van 1989 was de pro-Europese minister van financiën – en trouwe bondgenoot van Thatcher – Nigel Lawson opgestapt. Thatcher benoemde John Major in zijn plaats, maar ook hij bleek positief te staan tegenover verdiepte Europese integratie. Thatcher zag haar regering steeds meer verdeeld raken in een pro- en anti-Europees kamp.4
Haar felle kritiek op de EG schrok een behoorlijk deel van de conservatieve partij af. In de jaren ’80 was de Europese constructie opgeschoven richting het Britse belang: minder landbouwsubsidies, een korting op de Britse afdracht aan de begroting van de EG en meer marktwerking. Handelsgeoriënteerde Conservatieven vreesden buitenspel te komen staan. Voor sommigen speelde het ideaal van een vreedzaam Europa ook een belangrijke rol.
Vertrek
Door felle kritiek te leveren op ‘Brussel’ hoopte Thatcher deze kritische minderheidsgroep in haar eigen partij de mond te snoeren. Ironisch genoeg bereikte ze juist het tegenovergestelde; haar voormalige bondgenoot Geoffrey Howe had er genoeg van en keerde zich publiekelijk tegen haar. Hij omschreef haar Europolitiek als die van een cricketaanvoerder die het slaghout van zijn medespelers (ministers) door midden breekt. Howe was zes jaar minister van Buitenlandse Zaken geweest, dus de metafoor sprak boekdelen.
De woorden van Howe hadden een vernietigende uitwerking en oud zeer kwam naar boven. Een aantal ministers, waaronder de afgetreden Lawson, stoorden zich al langer aan haar autoritaire leiderschapsstijl. Bovendien had de invoering van een belasting op huizenbezit (poll tax) in een periode van economische recessie haar onpopulair gemaakt. Ten derde, vormde de houding tegenover de EG steeds meer een splijtzwam in haar eigen partij.
Aangemoedigd door de woorden van Howe besloot Michael Hesseltine, Thatchers voormalige minister van Defensie en lang gewezen criticaster, haar leiderschap uit te dagen. De eerste ronde won Thatcher nipt, maar niet genoeg om een vernederende tweede ronde af te wenden. Thatcher besloot af te treden en verliet de premierwoning in tranen. Haar strijdvaardige retoriek was altijd een van haar grootste troeven geweest, maar deze keer hadden ze een averechts effect.
Ook interessant: Margaret Thatcher was aanvankelijk vrij positief over Europa
…of: Het Verenigd Europa van Winston Churchill
2- Fintan O’Toole, Heroic failure: Brexit and the politics of pain (London: 2018) Hoofdstuk 4.
3 – De notitie is te vinden op de site van de Margaret Thatcher fundatie. De gele markeringen zijn gemaakt door ambtenaren, de pennenstrepen zijn van Thatcher. Zie: https://www.margaretthatcher.org/archive/1990CAC6
4 – Andrew Marr, A history of modern Britain (Londen: 2007) pp. 471-472.