Verschillende media besteedden deze maand vanwege internationale vrouwendag veel aandacht aan de positie van de vrouw aan de top van bedrijfsleven en wetenschap. Hoe staat het in het historische discipline?
Nederlandse Universiteiten
De positie van vrouwen in de academische wereld kwam recentelijk aan de orde nadat de UvA in januari werd aangeklaagd voor discriminatie op grond van sekse. Het is algemeen bekend dat het aandeel vrouwelijke hoogleraren in Nederland lager ligt dan in andere Europese landen.
De Monitor Vrouwelijke Hoogleraren presenteert jaarlijks de actuele stand van zaken over het percentage vrouwelijke wetenschappers in Nederland. In 2011 was 14,8 procent van alle hoogleraren vrouw. De monitor maakt echter ook onderscheid naar wetenschapsgebied. Geschiedenis valt onder het wetenschapsgebied ‘Taal & Cultuur’ dat met een aandeel van 23,3 procent vrouwelijke hoogleraren het hoogst scoort van alle wetenschapsgebieden. De monitor biedt echter geen inzicht in de situatie per vakgebied.
Een verkenning onder verschillende Nederlandse universiteiten met een geschiedenis-opleiding geeft een specifieker inzicht. In de eerste tabel is een overzicht gegeven van het totale aantal vrouwelijke hoogleraren verbonden aan één van de zes universiteiten.
Deze cijfers zijn afkomstig uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren van 2012. De tweede tabel bevat cijfers welke verkregen zijn van de HR-afdelingen van de faculteiten. Deze cijfers geven inzicht in het totale aantal hoogleraren (in fte’s) verbonden aan de opleiding geschiedenis en het aandeel vrouwelijke hoogleraren in het jaar 2012. Bijzonder hoogleraren zijn in beide overzichten niet meegeteld.
Het aantal vrouwelijke hoogleraren verbonden aan de faculteit geschiedenis verschilt sterk per universiteit. In totaal is 21,4 procent van de hoogleraren vrouw. Dit ligt boven het algemene percentage van 17.9 procent.
Universiteit | Percentage | Totaal fte | fte vrouw |
Radboud U. Nijmegen | 20,6 | 206 | 42,4 |
RU Groningen | 19,2 | 263 | 50,5 |
Universiteit Leiden | 19,2 | 218 | 41,9 |
Univ. v. Amsterdam | 17,4 | 253 | 44,0 |
Vrije Universiteit | 13,2 | 233 | 30,8 |
Universiteit Utrecht | 18,2 | 252 | 45,9 |
TOTAAL | 17,9 | 1425 | 255,5 |
Per universiteit zijn er echter grote verschillen. Terwijl de VU bijna een evenredige verhouding kent, is het op de UvA beduidend minder gesteld met een vrouwelijk aandeel van 8,3 procent. Opmerkelijk is dat de Radboud Universiteit hoog scoort met het totaal aandeel vrouwelijk hoogleraren (20.6 procent), terwijl het op het niveau van de faculteit Geschiedenis slechts op de vijfde plaatst staat met 11,7 procent.
Universiteit | Percentage | Totaal fte | fte vrouw |
Radboud U. Nijmegen | 11,7 | 7,7 | 0,9 |
RU Groningen | 37,5 | 8,0 | 3,0 |
Universiteit Leiden | 15,4 | 16,0 | 2,5 |
Univ. v. Amsterdam | 8,3 | 12,0 | 1,0 |
Vrije Universiteit | 46,2 | 3,9 | 1,8 |
Universiteit Utrecht | 28,6 | 14,0 | 4,0 |
TOTAAL | 21,4 | 61,8 | 13,2 |
Onderzoeksinstituten
Aan de verschillende wetenschappelijke onderzoeksinstituten in Nederland zijn vrouwelijke historici niet altijd even goed vertegenwoordigd. Prof. Dr. Marjan Schwegman is directeur van het KNAW instituut NIOD (Instituut voor oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies). Zij erkent als vrouwelijke directeur en hoogleraar tot een minderheid te behoren in het historische onderzoekslandschap. De evenwichtige man-vrouw verhouding onder studenten en jonge onderzoekers wordt nog niet weerspiegeld in de top. Volgens Schwegman ligt dit niet aan een gebrek aan ambitie onder vrouwelijke historici, maar speelt volgens haar de samenstelling van benoemingscommissies een rol: “nu zijn het toch vaak mannen die daar zitting in hebben. Zij kiezen er eerder voor om iemand te benoemen die op hen lijkt en benoemen dan ook, al dan niet onbewust, vaker een man”.
Wanneer er binnen het NIOD wervingsprocedures plaatsvinden nemen er in de commissies ook altijd vrouwen plaats. Dit gebeurt volgens Schwegman haast automatisch omdat de man-vrouw verhouding op het instituut goed in balans is. Het NIOD vormt daarin een interessante casus; intuïtief zou men misschien verwachten dat oorlogsgeschiedenis meer appelleert aan mannelijke wetenschappers. Volgens Schwegman heeft een bredere opvatting van oorlogsgeschiedenis er toe bijgedragen dat ook andere perspectieven en thema’s, zoals ‘sekse en oorlog’ aan bod konden komen. Dit trekt automatisch ook een breder palet aan onderzoekers aan en zorgt voor een meer evenredig verdeelde man-vrouw verhouding.
De toekomst voor vrouwelijke historici
Uit de cijfers in dit artikel blijkt dat er voor vrouwelijke historici nog een stap te maken is in hun vakgebied. Een betere man-vrouw balans aan de top is wenselijk voor de ontwikkeling van de historische discipline; meer diversiteiten kan ruimte bieden aan andere perspectieven en onderzoeksthema’s.
Afgaande op de casus van het NIOD zou een diverse samenstelling van benoemingscommissies tot positieve resultaten kunnen leiden. Daarnaast kan de aankomende generatiewisseling ook bijdragen aan een betere man-vrouw verhouding aan de top. Zoals blijkt uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren staan er in ieder geval genoeg vrouwelijke onderzoekers klaar om de plaats van vertrekkende mannen in te nemen.
~ Loes van Suijlekom, Huygens ING
Verder lezen:
Verschillende artikelen uit ‘The Guardian’ met meer achtergrond informatie over vrouwen in de wetenschap in het algemeen: