Vijf jaar geleden kreeg het Westfries Museum in Hoorn bezoek van het dievengilde. De criminelen stalen tientallen schilderijen en zilveren voorwerpen uit het museum. Het museum wil dat de gestolen museumschatten niet in de vergetelheid raken.
Het Westfries Museum houdt begin januari daarom een Nacht van de gestolen kunst. “De natuurlijke reactie is om deze pijnlijke bladzijde uit de museumgeschiedenis maar zo snel mogelijk om te slaan. Daar tegenover staat dat er vijf jaar na dato nog steeds geen spoor van de gestolen kunst gevonden is. Om te voorkomen dat de geroofde museumschatten in de vergetelheid raken organiseren we op 9 januari 2010 ‘De nacht van de gestolen kunst'”, aldus het museum.
Het museum in Hoorn wilde op 10 januari 2005 haar 125-jarig bestaan vieren. Een feestelijke dag werd het echter niet. Het museum bleek het slachtoffer te zijn geworden van een kunstroof. De dieven hadden tientallen schilderijen, waaronder een jeugdwerk van Jan van Goyen, en een deel van de zilvercollectie meegenomen.
In de nacht van 9 op 10 januari kunnen bezoekers gratis in het museum terecht. Middels lezingen, poëzie, muziek en kunst wordt aandacht gevraagd voor de gestolen kunstwerken. De ‘nacht’ is opgebouwd uit twee identieke blokken (21:00-23:00 & 23:00-01:00 uur.) Per blok worden maximaal 125 personen toegelaten.