De jurist, politicus, patriot, ambassadeur en latere raadspensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825) wordt wel eens getypeerd als een dictator, die – net als alleenheersers als koning Willem I en Arthur Seyss–Inquart – autocratisch optrad. In juli 1805 stelde Napoleon Bonaparte hem aan tot raadspensionaris van de Bataafse Republiek (1795–1806), die sinds 1801 het Bataafsch Gemeenebest heette. Hiermee klom Schimmelpenninck op tot hoogste machthebber in Nederland. Wie was Rutger Jan Schimmelpenninck? Een biografie van een van de meest bijzondere staatsmannen uit de Nederlandse geschiedenis.
De jonge jaren van Schimmelpenninck & zijn privéleven
Rutger Jan Schimmelpenninck zag het levenslicht op 31 oktober 1761 in Deventer. Hij was het tweede kind in een gezin van totaal acht kinderen. De familie Schimmelpenninck stamde af van het Gelderse adellijke geslacht Schimmelpenninck van Oye. Rutger Jan was de zoon van een wijnhandelaar, namelijk Gerrit Schimmelpenninck (1725-1804) en diens vrouw Hermanna Koolhaas (ca.1736-1807). De familie was doopsgezind via de vaderskant en hervormd via moeder (in haar kerk werd hij gedoopt). Niet-gereformeerden, zoals hervormden, doopsgezinden en joden, hadden in de Republiek der Verenigde Nederlanden geen politieke invloed. De genoemde groepen waren ook uitgesloten van de gilden. Deze politieke en sociaaleconomische uitsluiting stak de familie Schimmelpenninck.
In Deventer volgde Rutger Jan in zijn jeugd de Latijnse School en het Athenaeum Illustre. Toen Rutger Jan vijftien jaar was, in 1776, namen de Verenigde Staten de Declaration of Independence van Thomas Jefferson aan. Als jongeling kwam Rutger Jan in 1777 met dit document in aanraking via zijn mentor Simon de Vries. Dit was een geleerde atheneum-docent, die als een soort mentor bijles gaf aan talentvolle leerlingen van het Deventer Athenaeum Illustre. Aan het atheneum, waar hij in juni 1777 begon, en later aan de Universiteit van Leiden (vanaf 1781), studeerde Schimmelpenninck rechten.
Ter afsluiting van zijn rechtenstudie promoveerde Schimmelpenninck op 11 december 1784 op een dissertatie getiteld De imperio populari rite temporato (Verhandeling over een goed ingerichte volksregering). In dit proefschrift voerde hij een pleidooi voor de theorie van de volkssoevereiniteit van Jean-Jacques Rousseau. Maar wel met een beperking: volgens Schimmelpenninck diende de invloed van het volk beperkt te worden tot de bourgeoisie, ofwel: de gegoede burgerij. Hij ging in zijn proefschrift niet alleen in op het politieke gedachtegoed van Rousseau, maar ook op de politieke filosofieën van grote denkers als Niccolò Machiavelli en John Locke, en de Amerikaanse grondwet. In zijn wetenschappelijke proeve van bekwaamheid nam Schimmelpenninck het op voor de gegoede burgerij die, zeker in Oost-Nederland, weinig in de melk te brokkelen had. Duidelijk blijkt uit Schimmelpennincks proefschrift, dat tijdens de Patriottentijd verdedigd werd (1780-1787), dat hij zichzelf tot de patriotten rekende. Wilde je invloed hebben, dan diende je sowieso tot de gereformeerde richting te behoren. En daar was bij de familie Schimmelpenninck geen sprake van.
Schimmelpenninck als advocaat, adviseur, patriot & partner (1784-1795)
Na het afronden van zijn studie en zijn promotie, was Schimmelpenninck tien jaar lang werkzaam als advocaat. Officieel begon hij op de dag van zijn promotie, 11 december 1784, met zijn advocatenpraktijk in Amsterdam. Naast deze betrekking trad hij op als adviseur van ondernemers, handelaren en rijke particulieren te Amsterdam.
In zijn studententijd was Schimmelpenninck al staatsgezind en bouwde hij al een patriottistisch netwerk op in Amsterdam. Staatsgezinden waren de aanhangers van de Republiek, die zich tegen de prinsgezinden, de aanhangers van stadhouder Willem V, keerden. Zo richtte hij in september 1783 de Vaderlandsche Sociëteit op in Amsterdam, een patriottistische instelling die tot 1787 (toen de Pruisen de Republiek binnenvielen en het Oranjegezag herstelden) bleef bestaan en de democratische idealen van de Verlichting propageerde. Vanaf september ging de Vaderlandsche Sociëteit onder een andere naam, Doctrina et Amicitia, meer ondergronds verder.
Schimmelpenninck maakte sinds 1784 ook deel uit van een vrijkorps (het exercitiegenootschap Tot Nut der Schutterij). Dit was een particulier samengesteld leger dat zich tegen de prinsgezinden weerde. Met dit vrijkorps smoorde hij onder meer een Oranjegezinde studentenactie in Amsterdam in de kiem.
In oktober 1785 was Schimmelpenninck betrokken bij het zogeheten Leids Ontwerp, een patriots hervormingsplan. Dit document stelde hij op met onder meer Pieter Vreede, Wybo Fijnje, Jacob Blauw en Cornelis van Foreest.
Schimmelpenninck stapte in 1788 in het huwelijksbootje met Catharina Nahuys (1770-1844). Waar Rutger Jan ijdel en eigengereid was, wordt deze dame in de bronnen beschreven als dominant en gehecht aan status, paal en pracht.
Uit hun huwelijk werden een dochter (Catharina) en een zoon (Gerrit) geboren. Zoon Gerrit Schimmelpenninck (1794-1863) werd in 1836 minister van Staat van Nederland en was van maart tot mei 1848 minister-president van Nederland. Belangrijk was dat Catharina een groot vermogen had en Schimmelpenninck rijk maakte. Daarnaast beschikte ze over een groot netwerk van Amsterdamse patriotten.
De omwenteling van 1795
In 1789 vond de Franse Revolutie plaats die de Nederlandse patriotten – van wie een groot deel in 1787 naar met name Frankrijk was gevlucht – nieuwe hoop gaf. Tijdens de omwenteling in januari 1795 werd Rutger Jan Schimmelpenninck lid van het Amsterdamse stadsbestuur. Hij leidde als lid van het zogeheten Revolutionair Comité de ‘fluwelen revolutie’ in Amsterdam.
Van 1 maart 1796 tot 1 september 1797 was Schimmelpenninck lid van de Nationale Vergadering, die in totaal uit 126 leden bestond. In deze periode kondigde de Nationale Vergadering de scheiding van kerk en staat af. Er waren in deze jaren drie groepen patriotten. Schimmelpenninck was leider van de gematigde patriotten (de moderaten). Hij en zijn volgelingen werden door de radicalere groep (de unitariërs) en door de meest gematigde groep (de federalisten) uitgescholden als ‘slijmgasten’: de moderaten stonden namelijk altijd tussen de partijen in en probeerde meer te sussen dan een harde principiële lijn uit te zetten. De critici vonden de moderaten te pragmatisch en te besluiteloos.
Toen in 1797 de Tweede Nationale Vergadering aantrad, stapte Schimmelpenninck uit de parlementaire politiek. Na de tweede staatsgreep van Herman Willem Daendels op 12 juni 1798 – Schimmelpenninck steunde deze coup vanwege Daendels’ verzet tegen de toen zittende unitarische hardliners -, werd hij ambassadeur van de Republiek in Parijs. Inmiddels had Napoleon Bonaparte in november 1799 een staatsgreep gepleegd; Schimmelpenninck raakte al snel in de ban van de Franse dictator en was goed bevriend met Napoleons broer Joseph, met wie hij veel ging jagen.
Vanaf december 1800 werd Schimmelpenninck naar Amiens gestuurd, om daar als ambassadeur cq. adviseur deel te nemen aan de Frans-Engelse vredesonderhandelingen. Hierna keerde hij als ambassadeur naar Parijs terug, tot Napoleon hem in september 1804 vroeg een concept grondwet te schrijven voor het Bataafs Gemenebest. In zijn conceptplan pleitte Schimmelpenninck voor een stabiele aristocratie op basis van de principes van de Franse politiek filosoof Charles Montesquieu.
Schimmelpenninck benoemd tot staatshoofd van Nederland (1805-1806)
In 1805 benoemde Napoleon Bonaparte Schimmelpenninck tot staatshoofd van het Bataafse Gemenebest. Het liefst had Schimmelpenninck zichzelf president van Nederland genoemd, maar Napoleon opteerde voor de naamgeving raadspensionaris. Op 29 april 1805 aanvaardde Rutger Jan Schimmelpenninck dit ambt, waarmee hij zich in het rijtje schaarde van de weinige Nederlandse dictators. Hij was een, zoals historicus Hans Schoots het in het Historisch Nieuwsblad verwoordde, een ‘kleine dictator’. Op 10 mei 1805 huldigde Den Haag hem in als raadspensionaris.
Samen met een Wetgevend Lichaam van negentien leden beoordeelde en stuurde Schimmelpenninck het beleid in het Bataafse Gemenebest. Vanuit zijn residentie in Paleis Huis ten Bosch gedroeg Schimmelpenninck zich steeds meer als een alleenheerser en bouwde hij een eigen hofhouding op. Het Wetgevende Lichaam had niet zoveel in te brengen. Ook benoemde hij zelf de secretarissen (ministers) van de naar vijf teruggebrachte departementen: Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Financiën, Marine en Oorlog. Zijn vrouw kwam in deze periode in opspraak in de Nederlandse Hervormde Kerk ter plaatse, omdat ze demonstratief de plek innam op de kerkbank waar voorheen Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van stadhouder Willem V, had gezeten.
Onder Schimmelpennincks bewind werd een belasting ingevoerd op onder meer zout, zeep, turf, alcoholische dranken (behalve op bier), meubilair, paarden, graan en vlees. Tevens voerde hij een grondbelasting (kadaster) in. Verder kwam er in april 1806 een onderwijswet tot stand, de Schoolwet van 1806, die de financiering van het openbaar onderwijs regelde.
Na zijn functie als raadspensionaris: ambteloos, lid van de Eerste Kamer & overlijden (1806-1825)
Napoleon Bonaparte was niet geheel tevreden over het beleid van Rutger Jan Schimmelpenninck en wilde zijn greep op het Bataafse Gemenebest vergroten. Daarom ontsloeg hij Schimmelpenninck begin juni 1806 en verving hem door zijn broer Lodewijk Napoleon Bonaparte (1778-1846). Het Bataafse Gemenebest kwam nu Koninkrijk Holland te heten en werd een satellietstaat van Frankrijk. In juli 1810 volgde de inlijving bij Frankrijk.
Hierna was Rutger Jan Schimmelpenninck enkele jaren, van 1806 tot 1810, ambteloos. Napoleon paaide Schimmelpenninck in deze periode met diverse functies en titels. In 1807 werd Schimmelpenninck met de titel chevalier de l’Empire verheven tot de keizerlijke aristocratie. Ook benoemde Napoleon hem tot hem tot grootthesaurier in de Orde van de Drie Gulden Vliezen, op 15 augustus 1809. Anderhalf jaar later klom hij met de titel comte de l’Empire nog verder op de ladder van de Franse aristocratie. Verder kreeg Schimmelpenninck een eervol ambt als senator: in december 1811 ging hij aan de slag bij de Keizerlijke Senaat te Parijs. Deze functie bekleedde hij tot november 1813.
Toen Napoleon verslagen was en het Verenigd Koninkrijk de Nederland gevormd werd, vroeg koning Willem I hem om zitting te nemen in de net opgerichte Eerste Kamer der Staten-Generaal. Van september 1815 tot zijn dood in februari 1825 was Schimmelpenninck lid van de Eerste Kamer. Vanwege een oogafwijking trok Schimmelpenninck zich in zijn laatste levensjaren terug uit het openbare leven. Rutger Jan Schimmelpenninck overleed op 15 februari 1825 in Amsterdam.
Nieuwe vrijheden
Universitair docent Edwina Hagen publiceerde in 2012 een biografie van de staatsman. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan premier Mark Rutte. Tijdens die gelegenheid zei hij onder meer het volgende over Schimmelpenninck en zijn tijd:
“Wat ik zelf fascinerend vindt aan die jaren waarin Schimmelpenninck actief was, is dat het eigenlijk ook een sleutelperiode is in de geschiedenis van ons land. Heel lang is erop terugkeken als een tijd van economisch verval en politiek gekonkel. Maar dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Het was ook een periode van nieuwe vrijheden, van burgerlijke gelijkheid en de rede als idealen, en van opkomend burgerschap – allemaal deugden die ik als liberaal zeer hoog acht.”
Boek: President van Nederland. Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825) – Edwina Hagen
Enkele citaten van Rutger Jan Schimmelpenninck
“In alle bescheidenheid, ik was de beste hoepelaar van den Deventer Brink. En ik hoepel nog, als het gewed is, tegen den besten Brinkjongen” In een brief uit 1803
“Maar welk gewoel zweeft daar ginds voor mijn’ scheemrend’ oogen? ’t Is als een vlammend zwaard, dat zwaaiend door de lucht, met dood en slagting dreigt! Ziet, hoe de Tweedragt vlugt! Daar valt haar helsche stoet verijdeld in zijn poogen!” Quote uit een gedicht dat Schimmelpenninck schreef toen hij raadspensionaris werd (mei 1805)
“Hetzelfde vermogen dat de geschenken op de behoeftigen hebben, heeft gewoonlyk de gladde tong eens doorslepen Redenaars, dien het weinig moeite kost om de onnozele gemoederen van onervaaren burgers tot nadeel van ’t gemeenebest op zyne hand te krygen, op hen die buitengemeen bot en dom zyn.” Citaat uit zijn proefschrift Verhandeling over eene welingerichte Volksregeering (1785)
“Ik walg van al dat reizen!” In een brief uit 1803
“Ik walg ervan!” Over het militarisme in Frankrijk, in een brief uit 1804
“De Nederlandsche historie getuigt van onbezweken moed, die het te allen tijde tegenover de dwingelandij stelde.” In een brief aan Napoleon, 1799
“Ik ben altoos tamelijk overtuigd geweest, dat eene Constitutie op de leest der Americaansche geschoeid, en de groote trekken, welke daarin gevonden worden, bevattend, nagenoeg die mate van voortreffelijkheid heeft (…) waarvoor het maatschappelijk stelsel vatbaar is” Quote uit een brief van Schimmelpenninck aan Johan Valckenaer, februari 1800
Bronnen ▼
Boeken & artikelen
-Edwina Hagen President van Nederland. Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825) (Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2012).
-N.C.F. van Sas, ‘Rutger Jan Schimmelpenninck. Van parlementariër tot president‘, in: idem, De metamorfose van Nederland. Van oude orde naar moderniteit, 1750-1900 (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2004) p. 293-302.
Internet
-http://www.biografischportaal.nl/persoon/38999628
-https://www.parlement.com/id/vg09llrpusze/r_j_schimmelpenninck
-https://www.historischnieuwsblad.nl/rutger-jan-schimmelpenninck-1761-1825/
-https://www.wieiswieinoverijssel.nl/zoekresultaten/p2/138-rutger-jan-schimmelpenninck
-https://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=schi045
-https://www.dbnl.org/tekst/_doc003199401_01/_doc003199401_01_0005.php
-http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw/#source=4&page=620&view=imagePane
-https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/183326-het-bataafs-gemenebest-1801-1806.html
-https://www.dbnl.org/tekst/_vad003180501_01/_vad003180501_01_0113.php
-https://www.dbnl.org/tekst/sas_003meta01_01/sas_003meta01_01_0015.php
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Rutger_Jan_Schimmelpenninck_(1761-1825)
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Schimmelpenninck