De wolharige mammoet leefde tijdens de laatste ijstijd ook in Zuid-Europa. Dat meldt het Natuurhistorisch Museum Rotterdam vandaag.
Een internationaal team onderzoekers, waaronder Dick Mol van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, heeft in Zuid-Spanje in de omgeving van Granada fossiele resten van vier mammoetstieren gevonden. Uit onderzoek blijkt dat het om de wolharige mammoet (Mammuthus primigenus) gaat.
De vindplaats ligt veel zuidelijker dan het barre, droge en koude leefgebied waarmee de mammoet doorgaans wordt geassocieerd. De wolharige mammoet blijkt tijdens de laatste ijstijd (30.000 – 40.000 jaar geleden) dus veel zuidelijker in Europa te zijn doorgedrongen dan voorheen bekend was. De vindplaats bevindt zich op de 37e breedtegraad. Volgens het Natuurhistorisch Museum Rotterdam heeft de verspreiding van de mammoet in Europa gelijktijdig plaatsgevonden in Oost-Azië. Ook daar zijn rond de 37e breedtegraad mammoetfossielen gevonden.
De gevonden Iberische mammoetfossielen zijn vergeleken met mammoetresten afkomstig uit het Noordzeegebied. “De Spaanse mammoeten wijken echter anatomisch niet af van de mammoeten die wij hier in Nederland vinden”, aldus de Nederlander Dick Mol.
Het team onderzoekers stelt dat wereldwijde klimaatveranderingen tijdens de laatste ijstijd zorgden voor veranderende plantengroei. Dit beïnvloedde vervolgens de trekbewegingen van dieren. De onderzoekers publiceren hun bevindingen deze week in het wetenschappelijke vaktijdschrift Paleogeography, Paleoclimatology, Paleoecology.