Archeologen hebben in Israël de resten van een synagoge van ongeveer tweeduizend jaar oud gevonden.
De Israel Antiquities Authority (IAA) heeft dat bekendgemaakt. De resten van de tempel werden gevonden bij Migdal, aan de oever van het Meer van Galilea. De synagoge dateert volgens de onderzoekers uit de periode van de Tweede Tempel (516 v.Chr.- 70 na Chr.).
Archeologen vonden op een steen in het midden van de synagoge een afdruk van een menora (candelabrum). Volgens de leider van het onderzoeksteam, Abshalom-Gorni, zijn er slechts vier van dit soort afdrukken bekend. Hij houdt het voor mogelijk dat de kunstenaar die de menora op de steen afbeeldde zelf ooit met eigen ogen de originele menora uit de Tweede Tempel heeft gezien. Deze tempel in Jeruzalem werd in 70 na Christus door de Romeinen verwoest. De gouden menora die in deze tempel stond, werd door de Romeinen als overwinningsbuit naar Rome gebracht.
De belangrijkste zaal van de synagoge is 120 vierkante meter groot. Aan de zijkanten van deze zaal zijn stenen banken gevonden. De vloer van de synagoge was volgens de archeologen gemaakt van mozaïeken en op de muren zijn sporen van fresco’s aangetroffen. Volgens Abshalom-Gorni heeft Jezus mogelijk in de synagoge gepredikt. Hij zei dit tegenover persbureau AFP. Jezus predikte volgens de bijbel geregeld in de omgeving van het Meer van Galilea.
Migdal, de plaats waar de resten van de synagoge werden gevonden, wordt in het Aramees ‘Magdala’ genoemd. In de bijbel wordt deze plaats genoemd als de woonplaats van Maria van Magdalena, een bekende volgelinge van Jezus. Toen de Romeinen de stad veroverden, werd Migdal verwoest.
De vindplaats is momenteel niet toegankelijk voor het publiek. In de toekomst zullen de restanten van de synagoge wel te bezichtigen zijn, meldt de IAA.