Jacob van Maerlant, geboren omstreeks het jaar 1230 in het Brugse Ambacht, is onze beroemdste Middelnederlandse (‘Dietse’) dichter. Hij wordt vaak beschouwd als de stamvader van de Nederlandse dichters.
Hendrik van Veldeke, afkomstig uit de maaslandse euregion, is de eerste dichter met een uitgebreid oeuvre Bij Veldeke denken we in eerste instantie aan Maastricht, maar ook Sint-Truiden, Tongeren en Kleef bewaren herinneringen aan hem.
Cunera is de eerste vrouwelijke heilige van Nederland. Ze wordt onder meer vereerd als beschermheilige tegen ziekten en ongeluk. Volgens de overlevering was Cunera een prinses die in de vierde eeuw na Christus leefde en werd gedood met een wurgdoek. Haar verering is vooral verbonden met de Utrechtse stad Rhenen.
Jan van Blois werd gedurende de eerste periode van Albrecht van Beierens regering bij afwezigheid van de graaf dikwijls ingeschakeld als landvoogd. Daarnaast had hij functies aan het hof en diende hij als ambassadeur bij buitenlandse hoven. Hij was ook lid van de grafelijke raad.
Het is een wonder dat 'The Book of Margery Kempe' alles heeft overleefd. Dit werk, ‘de eerste in het Engels geschreven autobiografie’ genoemd, had talloze keren verloren kunnen raken of vernietigd kunnen worden.
Paus Sylvester II ontdekte onder meer de Arabische cijfernotatie en introduceerde deze in het Westen. Dat droeg enorm bij aan de ontwikkeling van de wetenschap en hielp met name de wiskunde een flinke stap vooruit.
In 1225 wijdde de Franse dominicaan Jean de Mailly enkele regeltjes aan haar. Alles zou zich in 1099 afgespeeld hebben. Johanna werd ontmaskerd toen ze bij het afstijgen van haar paard een kind baarde.
Hugues de Payns, een Franse edelman die zich in 1096 aansloot bij Godfried van Bouillon om met een kruisvaardersleger in het Heilig Land Jeruzalem te heroveren op de moslims, verzekerde zich van een plaats in de geschiedenisboeken toen hij de eerste grootmeester werd van de Orde van de Tempeliers.
Hertog Jan van Bedford besefte goed wat een bezetting inhield, en vooral in Normandië oefende hij het bestuur zo veel mogelijk via de bestaande instellingen uit. Hij zette Normandiërs op machtsposities en zorgde ervoor dat velen meevochten in de legers die hun territorium tegen de troepen van Karel VII verdedigden.
De missionaris Liudger (ca.742-809), ook wel Lüdger of Ludgerus genoemd, geldt naast Bonifatius en Willibrord als een van de bekendere zendelingen uit de geschiedenis van het vroege christendom in de Nederlanden.