De abdij van Susteren in de provincie Limburg wordt beschouwd als het oudste klooster van Nederland. Het Karolingische klooster werd in 714 gesticht door Willibrord en is het eerste klooster van Nederland dat in historische bronnen vermeld wordt.
Alleen de elfde-eeuwse abdijkerk, de huidige Sint-Amelbergabasiliek, bleef tot op de dag van vandaag bewaard en is tegenwoordig in gebruik als rooms-katholieke parochiekerk en bedevaartskerk. Omdat het archief verbrand is, zijn er over het klooster nauwelijks geschreven bronnen. Het klooster lag aan de noordzijde van de abdijkerk, nu parochiekerk, op het huidige Salvatorplein aan de rand van het centrum van Susteren.
Begin jaren negentig van de vorige eeuw is het klooster door voormalig provinciaal archeoloog van Limburg Henk Stoepker namens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (de voorloper van de RCE) opgegraven. Hierbij zijn sporen van houten en stenen gebouwen gevonden, evenals waterputten, ovens en klokgietkuilen. Grachten en beerputten leverden ook veel vondsten op.
Tussen de kerk en de kloostergebouwen lag een grafveld uit de achtste tot twaalfde eeuw, waar zowel mannen als vrouwen als kinderen begraven lagen. Onderzoek wees uit dat er vanaf circa 800 vrouwen aanwezig zijn geweest die luxe halskettingen droegen, met grote kleurige kralen. Uit geen enkel ander klooster in Europa zijn volgens archeologen zulke kralen bekend. Men vroeg zich altijd af of het klooster van Susteren door Vikingen verwoest is. Uit de opgraving is geconcludeerd dat dit waarschijnlijk inderdaad het geval is geweest, omdat het klooster rond 900 compleet opnieuw werd opgebouwd.
Bronnen â–¼
-RCE