Alexis de Tocqueville (1805-1859) geldt als een van de bekendste politieke filosofen en staatsmannen uit de moderne tijd. Naast filosoof en politicus verdiende deze aristocraat zijn sporen ook als historicus en vroege socioloog. Wie was Alexis de Toqcueville precies? En hoe zag zijn filosofische en politieke gedachtegoed eruit?
Als politiek filosoof, socioloog (hij wordt wel de ‘eerste socioloog’ genoemd, maar velen beschouwen Max Weber als de eerste) en als historicus dacht Tocqueville vooral na over de voorwaarden waaraan een democratie zou moeten voldoen om goed te kunnen functioneren. En verder over de specifieke gevaren die een democratie kunnen bedreigen. Tocqueville geldt verder als een van de belangrijkste denkers over het functioneren van het liberalisme als politieke stroming en een van de vroegste chroniqueurs van vrouwenemancipatie. De filosoof was verbaasd over de grote mate van vrijheid die vrouwen en meisjes in de Verenigde Staten genoten, met name in protestantse kringen, in vergelijking met Europa.
Tocquevilles gedachtegoed was geïnspireerd door klassieke denkers en door schrijvers als Charles Montesquieu, Benjamin Constant en François Guizot.
Persoonlijk had Tocqueville gedurende zijn hele leven te maken met een broze lichamelijke en geestelijke gezondheid. Hij had een fragiele stem en was vaak ziek. In 1835 huwde hij met een Engelse dame, Mary Mottley. Het stel bleef kinderloos.
De jeugd van Alexis de Tocqueville (1805-1830)
Alexis de Tocqueville zag het levenslicht op 29 juli 1805 in het Franse plaatsje Verneuil-sur-Seine, nabij Parijs. Hij was afkomstig uit een oud adellijk geslacht, dat het katholicisme aanhing en waarvan veel mensen zich focusten op het vervullen van openbare functies. Zijn verre voorouders kwamen uit Normandië en hadden nog met Willem de Veroveraar meegevochten in de Slag bij Hastings (1066) en werden vervolgd tijdens de Franse Revolutie, omdat ze van adel waren. Alexis was de achterkleinzoon van Chrétien de Malesherbes (1721-1794), een staatsman die onder de guillotine het leven liet tijdens de periode van de Terreur. Zijn familie bleef na de Franse Revolutie trouw aan de monarchie.
Toqcueville vertrok op zijn zestiende jaar, in 1821, naar Metz om middelbaar onderwijs te volgen. Hier legde hij zich toe op onder meer de vakken geschiedenis en wiskunde en verdiepte hij zich tevens in de klassieke talen Grieks en Latijn. Daarna begon hij aan een studie Rechten. In 1827 kreeg hij een aanstelling als onderzoeksrechter in Versailles. Na de Julirevolutie in 1830 zwoer Tocqueville trouw aan het nieuwe bewind van burgerkoning Louis-Philippe (koning van 1830 tot 1848), hertog van Orléans, die een moderner en democratischer beleid voerde. Hier ging wel een gewetensconflict aan vooraf, omdat Tocqueville eerder een eed van trouw had afgelegd aan koning Karel X van het huis van Bourbon. Na een ingelast verlofperiode ging Tocqueville overstag en koos hij ervoor de nieuwe koning te dienen.
Publicaties over het Amerikaanse strafstelsel en de democratie (1830-1840)
Begin april 1831 stapte Tocqueville aan boord van het zeilschip Le Havre, om samen met zijn vriend Gustave de Beaumont een reis naar de Verenigde Staten te maken. Het officiële doel van deze reis was om, namens het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken, een onderzoek uit te voeren naar de werking van het Amerikaanse strafrechtstelsel. De beide heren deden veel archiefonderzoek, liepen bibliotheken af, bezochten politieke bijeenkomsten en spraken met de lokale bevolking. Hun focus lag op het Amerikaanse strafrecht.
Het Amerikaanse strafrecht was toentertijd modern, omdat deze een penitentiair systeem kende waarbij gevangenen niet de hele dag opgesloten zaten in gevangenissen, maar overdag werkzaamheden en projecten uitvoerden. Hét grote voordeel van dit strafsysteem (silent system genoemd, omdat het de gevangenen verboden werd met elkaar te praten) was dat de gedetineerden via het doen van werk hun eigen gevangenschap bekostigden. Het resultaat van de onderzoeksreis van Tocqueville en De Beaumont was het boek Du système pénitentiaire aux Etats-Unis et son application en France. (Over het penitentiaire systeem van de Verenigde Staten en diens toepassing op Frankrijk).
Naast deze uitgave publiceerde Tocqueville naar aanleiding van zijn Amerikareis ook, in twee delen, het werk De la démocratie en Amérique (respectievelijk in 1835 en in 1840). In dit werk beschreef en analyseerde hij de werking van de Amerikaanse democratie, en stak daarbij zijn bewondering voor dit systeem niet onder stoelen of banken.
Ook waarschuwde hij in dit tweedelige werk voor de gevaren van de democratie, namelijk de fragiele balans tussen gelijkheid en vrijheid. Te veel gelijkheid kan in een democratie volgende de denker een gevaar opleveren voor de mate van vrijheid. Daarentegen bestaat het risico dat een overvloed aan vrijheid de gelijkheid aantast, doordat de meerderheid dan op een tirannieke manier kan gaan heersen over minderheden in de samenleving. Om dit te voorkomen, was het nodig om voorzorgsmaatregelen – zogenoemde checks-and-balances – te nemen via wetgeving (met daarin absolute rechten en plichten van burgers en overheden) en via een strikte scheiding van de machten (uitvoerend, wetgevend en rechterlijk).
Verder voorzag Tocqueville een andere zwakte van de democratie als politiek systeem, namelijk de mogelijkheid dat een democratie via de democratische weg om zeep geholpen wordt. De machtsovername van Adolf Hitler in 1933 zou hiervan later het schoolvoorbeeld vormen. In een democratie kunnen autocratische of totalitaire bewegingen opkomen, die vervolgens de macht kunnen overnemen en de democratie kunnen beëindigen.
Na zijn Amerikareis bezocht Tocqueville ook Engeland en Ierland. Hier hield hij een lezing getiteld Mémoir sur le pauperisme (Verhandeling over het pauperisme), waarin hij de vraag opwierp of publieke liefdadigheid en overheidssteun aan armen nuttig was. In dit werk, dat hij in 1835 uitbracht, stelde Tocqueville dat actief overheidsingrijpen tegen armoede funest was om de onderklasse aan te sporen tot werken. Het was namelijk niet mogelijk om een onderscheid te maken tussen personen die zonder of juist door eigen schuld in de armoede geraakt waren. Opnieuw sneed Tocqueville hier een hoogst actueel probleem aan, namelijk de vraag in hoeverre de verzorgingsstaat arme(re) mensen tegemoet moet komen, en zo ja: welke groepen dan wel en welke groepen niet?
Politieke carrière en reis naar Algerije (jaren 1840)
Tocqueville had zijn leven lang de ambitie om de politiek in te gaan. In 1837 stelde hij zich kandidaat voor het Franse Huis van Afgevaardigden, maar werd toen niet verkozen. In 1839 lukte dit hem wel en werd hij met 70 procent van de stemmen verkozen tot volksvertegenwoordiger voor het kiesdistrict Manche departement (Valognes), een functie die hij tot 1851 zou blijven vervullen.
In 1841 werd Tocqueville lid van de Académie française, een Franse taalinstelling die toeziet op de Franse woordenschat en grammatica en de groei van de Franse taal wereldwijd wil bevorderen.
Begin jaren 1840 maakte Tocqueville een reis naar Afrika, waar hij Algerije bezocht, het land dat sinds 1830 een Franse kolonie was. Tocqueville publiceerde in 1841 een verhandeling over deze reis en zijn ervaringen en Algerije, waarin hij het wrede Franse optreden in dat land steunde. De Fransman schreef in zijn Verhandeling over de verovering van Algerije (1841) onder meer:
“Persoonlijk ben ik van mening dat het oorlogsrecht ons in staat stelt om het land te verwoesten. En dat we dat moeten doen door ofwel de oogst tijdens de oogsttijd te vernietigen, ofwel door snelle rooftochten te maken, ook wel raids genoemd.”
Verder pleitte Tocqueville voor rassenscheiding in Afrika tussen de kolonisten en de inheemse bevolking. Voor beide groepen zou een afzonderlijke rechtsorde moeten gelden. Tocqueville had dus een dubbele moraal als het ging om democratie en vrijheden: deze golden voor westerlingen en christenen, maar niet voor de Algerijnse bevolking of Arabieren.
Toen tijdens de Revolutie van 1848 de Franse monarchie viel, werd Tocqueville benoemd tot lid van de Grondwetgevende Vergadering (Assemblée constituante), die een nieuwe grondwet opstelde voor de Tweede Franse Republiek (1848-1851). Hij maakte zich in deze woelige jaren hard voor het invoeren van algemeen kiesrecht voor de Franse bevolking. Van juni tot oktober 1849 was Tocqueville actief als minister van Buitenlandse Zaken voor Frankrijk. Toen hij benoemd werd in juni 1849, was er revolutiedreiging, waarop Tocqueville pleitte voor de invoering van de staat van beleg.
Tijdens de coup van Lodewijk Napoleon Bonaparte (Napoleon III) in 1851 zat Tocqueville, die tegen de coup was en de restauratie van het Huis van Bourbon steunde, enige tijd gevangen. Toen de denker werd vrijgelaten, nam hij afscheid van de politiek en trok hij zich terug in zijn kasteel Château de Tocqueville, gelegen ten oosten van Cherbourg in Normandië.
Het Tocqueville-effect & laatste levensjaren van Tocqueville
In een biografie van Alexis de Tocqueville mag een naar hen vernoemd fenomeen niet ontbreken, namelijk het Tocqueville-effect. Uit een sociologische analyse van het verloop van de Franse en Amerikaanse Revolutie, trok Tocqueville een belangrijke conclusie over de werking van sociale omstandigheden. Volgens de filosoof leidde een verbetering van sociale omstandigheden en kansen om sociaal te stijgen, paradoxaal tot meer onvrede over de sociale verhoudingen in de maatschappij.
Dit sociologisch inzicht wordt ook wel het Tocqueville-effect genoemd. Naarmate een samenleving meer socialer wordt en groepen meer kansen op gelijkheid biedt, neemt de strijd tegen kleinere sociale onrechtvaardigheden scherp toe. Sociale hervormingen wekken namelijk toenemende verwachtingen onder de bevolking, die echter onmogelijk allemaal vervuld kunnen worden. En dit proces van sociale verbeteringen zou, aldus Tocqueville, tot een nieuwe revolutie kunnen leiden. Op dit punt draait Tocqueville de theorie van de filosoof Karl Marx om, die stelde dat revoluties juist het gevolg zijn van verslechterde sociale omstandigheden.
In zijn werk L’Ancien Régime et la Révolution (1856) schreef Tocqueville hierover:
“Het regime dat door een revolutie wordt vernietigd, is bijna altijd beter dan het regime dat er onmiddellijk aan voorafging, en de ervaring leert dat de gevaarlijkste tijd voor een slechte regering meestal is wanneer ze begint met hervormen.”
Vanaf 1851 was Tocqueville niet meer politiek actief en verbleef hij in zijn kasteel in Normandië. Hier deed hij onderzoek naar het ancien regime en de Franse Revolutie. Dit leidde tot de publicatie van het eerste deel van L’Ancien Régime et la Révolution in 1856. In dit werk betoogde Tocqueville, anders dan zijn tijdgenoten die beweerden dat de Franse Revolutie diepgewortelde klassenverschillen wegvaagde, dat koningen, de aristocratie, bourgeoisie en het gewone volk gedurende vele eeuwen onbewust een rol speelden bij de totstandkoming van een samenleving met meer gelijkheid.
Het tweede deel van dit boekwerk kreeg Alexis de Tocqueville niet meer af. Hij kampte met tuberculose en overleed op 16 april 1859 aan, tijdens een verblijf in de stad Cannes in Frankrijk.
De Amerikaanse droom van Alexis de Tocqueville
Bronnen â–¼
Internet
-https://www.ru.nl/tocqueville/alexis-tocqueville/tocqueville-gedachtegoed/
-https://www.britannica.com/biography/Alexis-de-Tocqueville
-https://www.teldersstichting.nl/liberalen/alexis-de-tocqueville
-https://historiek.net/de-amerikaanse-droom-van-tocqueville/64883/
-https://thegreatthinkers.org/tocqueville/introduction/
-https://www.historischnieuwsblad.nl/de-dubbele-moraal-van-alexis-de-tocqueville-1805-1859/
-https://en.wikipedia.org/wiki/Tocqueville_effect
-https://en.wikipedia.org/wiki/Alexis_de_Tocqueville