Alle botten gebroken

Vijf opmerkelijke executies (deel 4)
3 minuten leestijd
Bijl
Bijl (CC BY-SA 3.0 - Indinur - wiki)

Het fenomeen doodstraf levert genoeg stof op voor een paar tenenkrommende historische verhalen. Executies zijn van alle tijden. In de loop van de geschiedenis heeft de wijze van terechtstellen de meest gruwelijke varianten aangenomen: van scafisme, radbraken en vierendelen – soms voorafgegaan door het afsnijden van de edele delen –, tot wurging of verbranding. Een kleine bloemlezing van vijf bijzondere terechtstellingen. Vandaag deel 4.

Radbraken en wurging (1775, Bentelo)

Wiel waarop veroordeelden geradbraakt werden
Wiel waarmee veroordeelden geradbraakt werden
Klaas Annink – alias ‘Huttenkloas’ – ziet op 18 juni 1710 het levenslicht op De Haar, een stuk land bij het gehucht Bentelo, dat een aantal kilometer van Hengelo ligt. Over Klaas’ leven is weinig bekend. Hij verdient waarschijnlijk de kost als dagloner en moet rondkomen van het kleine beetje geld dat hij verdient wanneer de boer werk voor hem heeft. Hij trouwt in 1734 met Aarne Spanjer. Ze krijgen vijf zonen, van wie er twee kort na de geboorte overlijden. Een van hen, Jannes, pleegt met zijn vader Klaas geregeld kleine diefstallen, waarbij ze hout of voedsel gappen om het schamele inkomen aan te vullen.

Wat begint met diefstal, loopt uit op meervoudige moord. Het eerste slachtoffer is Harmen, alias ‘Pompen Harmen’, die de pech heeft op de hoogte te zijn van de diefstallen. Uit angst dat Harmen loslippig wordt besluiten Klaas en Jannes in 1774 om hem van kant te maken. Op een zekere avond binden zij hem vast op een stoel en slaan hem met een bijl in twee slagen dood. Aarne en Jannes ontkleden het slachtoffer – de kleding nemen ze mee –, binden hem een touw om de hals en slepen Harmen naar een kuil achter op hun land. Daar begraven ze hem.

De tweede moord vindt plaats in maart 1775. De marskramer Willem Stint, afkomstig uit Werelte in Münsterland komt een paar keer per jaar langs het huis van de Anninks en logeert er ook wel eens. Deze keer heeft hij veel goederen verkocht en flink veel geld op zak. Aarne, de vrouw van Klaas, lokt hem in de val door hem koffie en een boterham aan te bieden. Als Klaas en Jannes thuiskomen, gaat Aarne naar buiten om de wacht te houden, zodat de mannen met een bijl op Willem kunnen inhakken. Na de moord maakt Aarne de vloer schoon, en wordt het slachtoffer ontkleed en in een kuil gestopt. De buit bedraagt kleding en vijftig gulden.

‘Stoel van Huttenkloas’

Als Willem Stint niet thuiskomt, gaat zijn vader op zoek langs de vaste wandelroute. Getuigen weten te melden dat Willem voor het laatst bij Huttenkloas op bezoek is geweest. Het gezin Aarnink verraadt zichzelf doordat ze de kleding van hun slachtoffers dragen, waarop Willems vader aangifte doet bij het gerecht en Klaas en Jannes gearresteerd worden, later gevolgd door Aarne en jongste zoon Gerrit. De vier gezinsleden worden in de kelder van het stadhuis van Oldenzaal gegooid, waar het drostengericht is gevestigd. Klaas Annink zou ten tijde van zijn hechtenis 114 dagen lang vastgebonden zijn op de ‘stoel van Huttenkloas’, die nog te zien is in Museum ’t Palthehuis, maar dit is verhaal is niet helemaal zeker.

Bijl - Foto: CC
Bijl – Foto: CC
Na een proces formuleert de aanklager, mr. J.W Cramer, op 22 augustus 1775 zijn eis: Klaas, Aarne en Jannes verdienen de allerzwaarste doodstraf wegens de moord op Pompen Harmen en Willem Stint. Het vonnis tegen de drie wordt enige dagen later uitgesproken. Zoon Gerrit, 17 jaar, zal op een schip gezet worden naar ‘Oost- of West Indien met excommandatie, om hem aldaar te houden’. De rest van het gezin krijgt de doodstraf, die geagendeerd staat op 13 september 1775. Volgens de Oprechte Haarlemse Courant – de gebeurtenis trok landelijk de aandacht – verzamelen zich 20.000 mensen op het Oldenzaalse galgenveld om de happening bij te wonen. De beulen voeren de executie precies uit zoals in het vonnis omschreven staat.

Ze wurgen Aarne aan de wurgpaal (een relatief milde straf want zij had niet gemoord), waarna ze vader Klaas en zoon Jannes radbraken. Beide heren worden vastgemaakt aan balken en op de grond gelegd, waarna de beul met een groot houten wiel op hun lichaam inbeukt. Eerst de benen en dan langzaam naar boven tot alle botten zijn gebroken. De finale bestaat uit het inslaan van beider hoofd met dezelfde bijl als waarmee zij de moorden hebben gepleegd. Ten slotte slepen de beulen de lijken met een touw om de hals naar een rad, waarbij de bijl aan het rad wordt vastgeklonken. De lijken blijven nog geruime tijd hangen en worden uiteindelijk op het galgenveld begraven. De Anninks behoren tot de laatste Nederlanders die op deze gruwelijke manier terechtgesteld zijn.(1)

Zie ook: 5 opmerkelijke executies

Bronnen:
1 – ‘Delden. Huttenkloas’, in: W. de Blécourt en R.A. Koman e.a. (red.), Verhalen van stad en streek: Sagen en legenden in Nederland (Amsterdam: Bert Bakker, 2010) 161-162.

0
Reageren?x
×