In 1937, ten tijde van de Grote Terreur (1934-1939) – ook wel de Grote Zuivering genoemd – werden liefst 800.000 Russen geëxecuteerd, 1.7 miljoen gearresteerd en 350.000 Russische inwoners verbannen naar de Goelag-kampen. In Alles voor het moederland (Uitgeverij Atlas Contact, 2017), geeft journalist en Ruslandkenner Michel Krielaars aan de hand van twee grote Russisch-Joodse schrijvers – Isaak Babel en Vasili Grossman – een scherp beeld van de schaduwzijden van het communisme.
Vasili Grossman en Isaak Babel
De NKVD, de Russische geheime dienst, zorgde ervoor dat Grossmans roman en andere manuscripten in beslag werden genomen. Maar trouwe fans van Grossman zorgden ervoor dat er afschriften bewaard bleven. Grossman stierf in 1964, onwetend dat zijn magnum opus alsnog gepubliceerd zou worden in de Sovjet-Unie in 1989 (een Engelse uitgave verscheen al in 1980). De publicatie was mogelijk onder het regime van Michael Gorbatsjov (1931-), toen er meer openheid (glasnost) was en daarmee ruimte voor meer kritische geluiden.
Isaak Babel (1894-1940) had als romanschrijver al in de jaren 1920 naam gemaakt met zijn verhalenbundels De Rode ruiterij en Verhalen van Odessa. Toen Stalin in 1928 afstand nam van de Nieuwe Economische Politiek (NEP) van Lenin en zijn vijfjarenplannen invoerde, werd ook het Russische culturele leven aan banden gelegd. Babel weigerde om pro-communistisch te schrijven en trok zich terug uit het literaire leven.
Een verkeerde vriendschap, met de (latere) vrouw van NKVD-hoofd Nicolaj Jezjov (1895-1940) leidde ertoe dat Babel op 27 januari 1940 geëxecuteerd werd. Het bevel kwam rechtstreeks van Jozef Stalin zelf. De aanklacht luidde (onder geweld werd een bekentenis afgedwongen), naast samenwerking met de aanhangers van Léon Trotski (1879-1940), ‘spionage voor de Fransen’.
Verleden en heden
In Alles voor het moederland maken we aan de hand van Vasili Grossmans en Isaak Babels werken kennis met vooral de schaduwzijden van het communisme. Krielaars boek is een echt journalistiek-historisch werk, waarin hij telkens knap van het heden naar het verleden springt en andersom. Het verhaal van Krielaars wordt nooit saai; het betoog blijft boeien. Zo spreekt de auteur bijvoorbeeld met de nabestaanden van hen die de Stalin-terreur overleefden.
Regelmatig maken we in Krielaars’ boek kennis met andere belangrijke auteurs uit de Sovjetperiode. Een van hen is de schrijver Maksim Gorki (1868-1936), een man die – onder meer – met zijn roman De moeder (1906)…
“…een vernieuwende literaire stijl uitvond, het socialistisch realisme, dat de nieuwe doctrine in de Russische literatuur werd en decennialang stoere en vooral onleesbare arbeiders- en fabrieksromans zou opleveren.” (104)
De schrijver Konstantin Paustovski (1892-1968) en scenarioschrijver Vladimir Zjeleznikov (1925-2015), auteur van het geruchtmakende jeugdboek Tsjoetsjelo (De vogelverschrikker, 1975) komen ook voorbij. Twee schrijvers die zich openlijk kritisch uitten over het communisme onder Jozef Stalin.
Wonder
Bijna al zijn vrienden zijn doodgeschoten, terwijl hij als enige niet is gearresteerd. De enige verklaring die ik ervoor kan aanvoeren is dat hij literatuur schreef waar het regime op dat moment behoefte aan had. (143,144)
Zoals vermeld liep het met Isaak Babel slechter af. Op 15 mei 1939 pakte de NKVD Babel op. Al zijn manuscripten, boeken en schrijfmateriaal werden in beslag genomen. Babel kwam in de Loebjanka-gevangenis in Moskou terecht, niet de meest fijne plek voor tegenstanders van Stalin. Hier nam hij afscheid van van zijn vrouw:
De auto stopte voor een zware deur waar twee mannen de wacht hielden. Hier nam Babel afscheid van zijn geliefde met de woorden: “Ooit zullen we elkaar weerzien.” (164)
De hoopvolle woorden kwamen niet uit: de twee zagen elkaar nooit meer in levende lijve.
Boek: Alles voor het moederland – Michel Krielaars