Dark
Light

Antisemitische voorvallen op middelbare school toegenomen

2 minuten leestijd
Screenshot uit de video 'antisemitisme in het voortgezet onderwijs'.
Screenshot uit de video 'antisemitisme in het voortgezet onderwijs'. © Anne Frank Stichting, Amsterdam.

Van alle docenten in het voortgezet onderwijs was 42 procent afgelopen jaar in de klas getuige van antisemitische voorvallen. Dat blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de Anne Frank Stichting. De stichting concludeert op basis van de resultaten dat antisemitisme niet alleen in de samenleving maar ook in de klas een hardnekkig probleem is.

Het onderzoek is vorig jaar uitgevoerd onder 432 docenten. Vergelijkbaar onderzoek werd in 2013 en 2004 uitgevoerd. In 2013 maakte 35 procent van de docenten een of meer antisemitische voorvallen in de klas mee, in 2004 was dat 50 procent.

Docenten gaven aan dat voetbal de meest voorkomende context was waarin leerlingen Joden als groep beledigden. Meer dan een derde van alle docenten noemde deze context. De Anne Frank Stichting:

Dit voetbalgerelateerd antisemitisme kent zijn oorsprong in rivaliteit tussen fanschares van verschillende voetbalclubs en manifesteert zich dus ook buiten voetbalstadions op middelbare scholen.

Ook naar aanleiding van het Midden-Oostenconflict, tussen Israël en de Palestijnen, worden in de klas geregeld antisemitische opmerkingen gedaan. Een derde van de docenten rapporteert beledigingen van Joden in deze context. Het bagatelliseren of ontkennen van de Holocaust komt volgens het rapport (pdf) ook regelmatig voor. Het onderzoek laat zien dat 14 procent van de docenten hier het afgelopen jaar mee werd geconfronteerd.

Alle onderwijsniveaus

Antisemitische voorvallen komen volgens de onderzoekers op alle onderwijsniveaus voor, van praktijkschool tot vwo, met een oververtegenwoordiging in het vmbo. Meestal betreft het scheldpartijen en beledigingen die zich niet tegen een specifiek persoon richten. De meerderheid van de daders is westers en mannelijk. Tegelijkertijd is er, gelet op de onderwijspopulatie, een relatieve oververtegenwoordiging van leerlingen met een Nederlands-Marokkaanse achtergrond. Dit aandeel is ten opzichte van het onderzoek uit 2013 gestegen.

Leerlingen met een westerse achtergrond zijn in meerderheid verantwoordelijk voor voetbalgerelateerd antisemitisme, leerlingen met een Nederlands-Turkse of Nederlands-Marokkaanse achtergrond zijn vaker verantwoordelijk voor Midden-Oostengerelateerd antisemitisme.

Ronald Leopold, algemeen directeur van de Anne Frank Stichting:

De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat tegengaan van antisemitisme in het voortgezet onderwijs hard nodig blijft. Daarbij moeten succesvolle aanpakken worden gecontinueerd en uitgebreid, zoals educatie over de Holocaust en educatie over vooroordelen die aan antisemitisme en andere vormen van discriminatie ten grondslag liggen. Ook succesvolle aanpakken om voetbalgerelateerd antisemitisme tegen te gaan moeten worden voortgezet. De Anne Frank Stichting blijft zich hiervoor samen met andere partijen inzetten.
×