De Belgische Grondwet: een revolutionair document

6 minuten leestijd
Detail van het staatsieportret van Koning Leopold I in de Belgische Senaat, met zijn hand op de Grondwet - Nicaise De Keyser
Detail van het staatsieportret van Koning Leopold I in de Belgische Senaat, met zijn hand op de Grondwet - Nicaise De Keyser

Een formidabele catalogus van rechten en vrijheden, dat is de Belgische Grondwet volgens Constant De Koninck. Daarmee was deze basiswetgeving in 1831 de meest vooruitstrevende constitutie van Europa. De ontstaansgeschiedenis, de achtergronden, de evolutie en de meerdere aanpassingen zijn het onderwerp van een doorwrocht boek. Het verhaal van een grondwettelijke monarchie tot de… ‘Verenigde Staten van België’.

Het Belgisch staatshoofd draagt de titel van:

Koning der Belgen en niet Koning van België om duidelijk te maken dat die koning door het Belgische volk tot de troon was geroepen. De Koning was benoemd door een stemming in het Nationaal Congres, dat het Belgische volk in deze keuze vertegenwoordigde.

De Belgische grondwet, 1831
De Belgische grondwet, 1831
Deze niet verwaarloosbare nuance benadrukt Constant De Koninck, jurist-criminoloog, auditeur bij het Rekenhof en auteur van het boek over de Belgische Grondwet. De eerste zin van de eedaflegging door elke nieuwe vorst luidt:

Ik zweer dat ik de Grondwet en de wetten van het Belgisch volk zal naleven.

De eerste koning Leopold van Saksen-Coburg Gotha was helemaal niet blij met die basiswet die de balorige Belgen hem opdrongen. Hij noemde dat ‘huishoudelijk reglement’ van het nieuwe landje absurd en onmogelijk ermee te regeren. Op hun beurt stonden enkele rebellen kritisch tegenover het idee van een dynastie. Een erfelijke bestuursvorm was in het verleden een synoniem van alleenheerschappij, absolutisme en autoritair gedrag.

Willem I, tussen 1815 en 1830 koning van de Verenigde Nederlanden, had de ‘Zuiderlingen’ tegen zich in het harnas gejaagd met zijn dwingende eenzijdige beslissingen en zijn attitude van ‘verlicht despoot’:

Willem I nam aan dat hij alle bevoegdheden had, behalve deze die door de Grondwet uitdrukkelijk aan een andere Staatsmacht waren toegewezen. Hij oefende deze ruime bevoegdheden persoonlijk uit middels koninklijke besluiten, zonder waarborg van de politieke ministeriële verantwoordelijkheid: de ministers die hij als zijn ‘dienaren’ zag, waren alleen aan hem, en niet aan het Parlement, verantwoording verschuldigd. Verder aanvaardde Willem I geen rechterlijke controle op de wettigheid van bestuurshandelingen onder het voorwendsel dat dit een doeltreffend bestuur zou verhinderen. Constant De Koninck

Tegenstanders Samen

Jean-Baptiste Madou schildert de Belgische revolutionairen waaronder Charlier met zijn houten been, in het Warandepark van Brussel
Jean-Baptiste Madou schildert de Belgische revolutionairen waaronder Charlier met zijn houten been, in het Warandepark van Brussel – Privéverzameling
Het gemor in de zuidelijke gebieden zwol aan. En de (traditioneel) kibbelende tegenstanders ontdekten een gemeenschappelijke vijand. Vandaar dat katholieken en liberalen, monarchisten en republikeinen een Monsterverbond of Union des Oppositions sloten.

Sociale onrust, revoltes in Frankrijk gooiden extra olie op het vuur. Brussel was al een paar weken het decor van charivari (volksgerichten), ketelmuziek en gevandaliseerde huizen. Wanneer half augustus 1830 de aria Amour sacré de la Patrie (Heilige liefde voor het Vaderland) in de opera De Stomme van Portici door de Brusselse Muntschouwburg schalt, vat de lont bij de al verhitte gemoederen vuur. Het theatrale verzet van een Napolitaanse visser tegen de autoritaire Spaanse overheersing in de zeventiende eeuw springt over naar het Brussel van 1830.

Eind september braken in het Brusselse Warandepark – en niet op de Grote Markt, zoals de Antwerpse schilder Gustave Wappers wil doen geloven – gevechten uit en worden de noordelijke regimenten verjaagd. Meteen wordt de Belgische onafhankelijkheid uitgeroepen. De Burgerwacht – Garde Civique – houdt de gemoederen gedeisd in het nieuwe duimelotlandje dat zich op 4 oktober onafhankelijk verklaart.

De leden van het Voorlopig Bewind van België
De leden van het Voorlopig Bewind van links naar rechts: Gendebien, Jolly, Rogier, De Potter, Van de Weyer, de Coppin, de Mérode, Van der Linden, van der Linden d’Hooghvorst.

Vaders van het Vaderland

Half oktober – twee weken na de schermutselingen en onafhankelijkheidsverklaring – vaardigt het Voorlopig Bewind met de negen Founding Fathers, de eerste besluiten uit: vrijheid van drukpers, meningsuiting, eredienst en onderwijs. Een tweede maatregel draagt de vrijheid van vereniging hoog in het vaandel.

Het was niet toevallig dat vrijheid van mening en pers een essentieel thema was: tal van journalisten/essayisten hadden het bewind van Willem I gehekeld en waren daarvoor veroordeeld, bestraft en/of verbannen, zoals enkele leden van het Voorlopig Bewind: Charles Rogier die kritische kranten oprichtte, Louis De Potter met zijn scherpe artikels en zijn advocaten Sylvain Van der Weyer en Alexander Gendebien.

Jean-Baptiste Nothomb
Jean-Baptiste Nothomb
Een maand na de zelfverklaarde onafhankelijkheid is al een ontwerp van een grondwet klaar. De twee samenstellers zijn nog bijzonder jong: Jean-Baptiste Nothomb is vijfentwintig en Paul Devaux negenentwintig. Dat basisdocument stelt duidelijk dat België een grondwettelijke (erfelijke) monarchie met een parlement met twee kamers zal worden. En dat concept wordt verder uitgewerkt door een Constituante, een grondwetgevende vergadering die de definitieve tekst al in februari 1831 – na amper twee maanden – bekrachtigt. Het gaat met een vaart. Pas later wordt die Grondwet voorgelegd aan de kersvers gekozen monarch.

Niet iedereen is in zijn nopjes met de keuze voor een monarchie. Bij de opstandelingen waren ook radicale republikeinen die twintig jaar lang blijven protesteren tegen deze ‘ondemocratische’, verouderde staatsvorm.

Cherry picking

Toch komt dat fundamenteel ‘huiselijk reglement’ niet zomaar uit de lucht vallen. De mannen van de Constituante gingen her en der hun mosterd halen, cherry picking, zegt Constant De Koninck. Twee belangrijke achttiende-eeuwse inspiratoren waren: de Franse magistraat-Verlichtingsfilosoof Montesquieu – voluit Charles Louis de Secondat, baron de La Brède et de Montesquieu – en de Zwitserse journalist-publicist-politicus Benjamin Constant, voluit Henri-Benjamin Constant de Rebecque.

Charles Montesquieu
Charles Montesquieu
In zijn bekende werk De l’Esprit des Lois (Over de geest van de wetten, 1748) bedenkt Montesquieu dat absolutisme en politieke dwingelandij vermeden kan worden door de scheiding der machten, de trias politica. Dat betekent dat de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht door verschillende, onafhankelijke mensen/instellingen worden uitgeoefend.

Constant was politiek nogal wisselvallig. Aanvankelijk links- en republikeinsgezind pleitte hij in zijn Principes de politique applicables à tous les gouvernements représentatifs (Politieke uitgangspunten voor alle representatieve regeringen, 1815) voor een constitutionele monarchie, maar wel met ministeriële verantwoordelijkheid. Dat houdt in dat de ministers – en niet het staatshoofd zelf – verantwoordelijk zijn voor de daden van de Koning. In het Parlement moet verantwoording worden afgelegd en elke wet wordt én door een minister én door de Koning ondertekend. Behalve die ene keer, in maart 1990, toen Koning Boudewijn (1930-1993) – even – in de onmogelijkheid tot regeren werd gesteld. De diepgelovige én kinderloze vorst uitte zijn gewetensbezwaren tegen de in het parlement goedgekeurde abortuswet. Een wettelijke, spitsvondige constructie die kronkelig een maatschappelijk probleem omzeilde, was de oplossing. De wet werd rechtsgeldig, zonder koninklijke handtekening. Op zijn ‘Belgisch’.

Voorbeeld?

Ook de Grondwet zelf was een compromis. Verbazend voor een Constitutie die internationaal als zeer vernieuwend werd gezien, waren maar een 10 procent van de wetsartikelen nieuw. De rest werd overgenomen uit de Franse grondwet van 1791, de Franse Charters van 1814 en 1830, een beetje uit het Engels staatsrecht en – o wonder! – uit de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden van 1815.

De Belgische grondwet op een negentiende-eeuws muntstuk
De Belgische grondwet op een negentiende-eeuws muntstuk
Maar die Grondwet met tal van rechten en vrijheden zal op haar beurt een voorbeeld worden voor Constituanten in Spanje, Griekenland, Luxemburg, Roemenië, Piëmont-Sardinië (de latere Italiaanse Grondwet), Hongarije, Pruisen, Denemarken en de Duitse federale Grondwet…

Maar tijden veranderen: in 1893 werd de Grondwet aangepast voor het instellen van het algemeen meervoudig stemrecht en in 1921 voor een verdere democratisering van het stemrecht, namelijk één man, één stem (algemeen enkelvoudig stemrecht). Letterlijk alleen voor mannen want het stemrecht voor vrouwen wordt in België pas in 1948 verleend. Daarvoor was geen grondwetswijziging nodig. Een wet die met minstens twee derden van de stemmen zou worden goedgekeurd, zou rechtsgeldig worden. Maar pas na de Tweede Wereldoorlog en niet eerder (tenzij ‘lokaal’ en passief). Waarom niet voordien?

De vrouwen worden uitgesloten van het kiesrecht, niet wegens onbekwaamheid en nog minder wegens onwaardigheid, maar met als doel om hun sociale rol aan de huiselijke haard te bewaren. Daar moeten politieke twisten de vrede niet verstoren.
– Oscar Orban, rechtsprofessor aan de Katholieke Universiteit Leuven rond 1908, geciteerd in het boek ‘De Belgische Grondwet’

De Belgische Grondwet van 1831 tot vandaag
 
België evolueerde in de loop van de twintigste eeuw van een unitaire staat naar een federale staat. Daarvoor werden staatshervormingen in 1970, 1980, 1988/9, 1993/4, 2000/1, 2012/14. Of het daarbij blijft, is koffiedik kijken…

Van contreien als een lappendeken van middeleeuwse autonome stadjes en regio’s met hun eigengereidheden, ondernam België in 1830 een poging tot een samengesmolten geheel dat opnieuw verbrokkelde tot de complexe Verenigde Staten van België…

Regeringen zijn zeilen,
Het Volk is de wind,
de Staat is het schip,
de Tijd is de zee.

– Ludwig Börne, Duits-Joodse journalist-publicist, voortrekker van de vroeg negentiende-eeuwse democratische beweging, geciteerd in het boek De Belgische Grondwet door Constant De Koninck waarin ook de hele tekst van de grondwet is opgenomen.

0
Reageren?x
×