Wim van den Doel is de winnaar van de Boerhaave Biografieprijs 2024. Hij ontvangt de prijs voor zijn boek Snouck. Het volkomen geleerdenleven van Christiaan Snouck Hurgronje dat in 2021 verscheen bij uitgeverij Prometheus.
In de biografie schetst Van den Doel het leven van Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936), een van de meest vooraanstaande oriëntalisten en islamologen van zijn tijd. De jury prijst het boek als een “volledige en fascinerende geleerdenbiografie” waarin niet alleen de academische prestaties van de hoofdpersoon worden belicht, maar ook zijn invloedrijke rol in Nederlands-Indië.
De driejaarlijkse Boerhaave Biografieprijs is een initiatief van de KHMW en Rijksmuseum Boerhaave en wordt uitgereikt aan de beste Nederlandse biografie over een wetenschapper. De prijs benadrukt het belang van biografieën in de wetenschapsgeschiedenis. In eerdere jaren ging de prijs onder meer naar Frits Berends en Dirk van Delft voor hun biografie over de beroemde natuurkundige H.A. Lorentz (2021) en Jaap Verheul voor zijn biografie over de negentiende-eeuwse Amerikaanse historicus J.L. Motley (2018).
Wie was Christiaan Snouck Hurgronje?
Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) was een Nederlandse arabist en islamkenner, vooral bekend om zijn pionierswerk op het gebied van de islamitische wetgeving en cultuur. De Nederlander studeerde Semitische talen aan de Universiteit Leiden en promoveerde in 1880 op een proefschrift met de titel Het Mekkaansche feest. Snouck Hurgronje reisde onder een schuilnaam naar Mekka om het dagelijks leven van moslims te bestuderen. Hij studeerde hier in de Grote Moskee.
Later bracht de wetenschapper veel tijd door in Nederlands-Indië als adviseur van de koloniale regering. In deze periode ontwierp hij onder meer het Nederlandse beleid ten aanzien van de islam. Ook was hij, samen met generaal Van Heutsz, betrokken bij de verovering van Atjeh.
Eenmaal terug in Nederland werd Snouck Hurgronje hoogleraar in Leiden en een pleitbezorger voor de beëindiging van de Nederlandse overheersing van Indië. Hij werd gezien als een van de grootste wetenschappers uit zijn tijd. Na zijn overlijden kopte De Telegraaf: ‘Een der grootsten is ons ontnomen’.
