De uitdrukking ‘Brood en spelen’ (in het Latijn panem et circenses) komt uit het oude Rome en werd voor het eerst gebruikt door de dichter Juvenalis. Het verwijst naar de strategie van Romeinse leiders om de bevolking rustig en tevreden te houden door hen voedsel en vermaak te bieden.
Juvenalis schreef in de eerste eeuw na Christus niet al te positief over de ontwikkeling:
Vroeger verkochten we onze stem aan niemand. Al een hele tijd heeft het volk de macht afgestaan. Het volk benoemde vroeger militaire bevelhebbers, hoge ambtenaren, legioenen, alles. Nu beperkt het volk zichzelf en hoopt alleen nog op twee zaken: brood en spelen.
De gratis graanuitdelingen, bijvoorbeeld voorafgaand aan gladiatorengevechten of andere optredens in het amfitheater, begonnen in de tweede eeuw voor Christus op initiatief van volkstribuun Gaius Sempronius Gracchus. Ook onder latere leiders, waaronder keizer Augustus, werd op grote schaal gebruik gemaakt van het principe van ‘brood en spelen’.
Sarcastisch
De uitdrukking wordt tegenwoordig vooral spottend of sarcastisch zin gebruikt, bijvoorbeeld om kritiek te leveren op beleid dat de aandacht afleidt van belangrijke maatschappelijke kwesties door het ‘plebs‘ met eenvoudige dingen tevreden te stelen.
Nederland kent ook een organisatie met de naam Brood & Spelen. Deze biedt onder meer tussenschoolse en buitenschoolse opvang, evenals pleinwacht.