Doerak betekende aanvankelijk ‘gemeen persoon' of 'laaghartig mens’. Tegenwoordig duidt het, iets positiever, op een ondeugd, loeder, schavuit of bengel.
De klokkenluider van de Domtoren, die werkte vanaf de tweede verdieping, besloot op een gegeven moment om bier en wijn te gaan verkopen als bijverdienste.
In 1859 vond in Nederland het proces-Dettemeijer plaats. Een echtpaar had besloten samen zelfmoord te plegen, maar de uitvoering daarvan liet te wensen over.