Dark
Light

Collectivisering / collectivisatie – Betekenis

Auteur:
4 minuten leestijd
Poster ter promotie van de collectivisatie in de Sovjet-Unie, 1933
Poster ter promotie van de collectivisatie in de Sovjet-Unie, 1933

Collectivisering, ook wel collectivisatie genoemd, is een begrip dat we vooral kennen uit de tijd van het communisme. Wat houdt collectivisering precies in en hoe kreeg dit proces in hoofdlijnen vorm in de communistische landen Sovjet-Unie, China en de DDR?

Onder collectivisering wordt het proces verstaan waarbij privé-eigendom tot gemeenschappelijk bezit gemaakt wordt. Dit systeem werd in communistische landen als de Sovjet-Unie, China en de DDR van bovenaf aangestuurd, waarbij de regering zelfstandige boerderijen onteigende en deze samenvoegde tot grotere gehelen. Rijkere, zelfstandige boeren die niet wilden meewerken aan deze herverkaveling werden hierbij onderdrukt en, in de Sovjet-Unie, geregeld naar de Goelag gestuurd. Veel boeren uit de DDR emigreerden naar het Westen om collectivisering te voorkomen.

Collectivisering in de Sovjet-Unie: sovchozen en kolchozen

Oogst op een kolchoz, 1930 (Publiek Domein - wiki)
Oogst op een kolchoz, 1930 (Publiek Domein – wiki)
De collectivisering in de Sovjet-Unie vond plaats onder het leiderschap van Jozef Stalin, in de jaren 1920 en 1930. Onder zijn bewind kwamen er in het interbellum zogenoemde sovchozen en kolchozen tot stand. Sovchoven waren collectieve staatsboerderijen met landbouwgronden, waar boeren gemeenschappelijk in dienst van de overheid werkten en via Vijfjarenplannen vooraf bepaalde productienormen moesten behalen. Kolchozen waren landbouwbedrijven waarbij de boeren nog een klein stukje eigen grond mochten houden, met wat dieren en een eigen woning.

Omstreeks 1935 was het proces van collectivisering in de Sovjet-Unie nagenoeg afgerond. Op dat moment waren er in het land zo’n 240.000 kolchozen, die voor 85 procent van de totale landbouwproductie verantwoordelijk waren. 83% van de boeren en 94% van het landbouwland waren toen gecollectiviseerd.

Collectivisering in China: volkscommunes

De collectivisering van China vond plaats onder het bewind van Mao Zedong en begon tijdens de Grote Sprong Voorwaarts (1958-1961), een project dat tot doel had om het overwegend agrarische China om te vormen tot een industriële en autarkische grootmacht. Tussen 1958 en 1985 voegden de communisten landbouwbedrijven samen tot volkscommunes, waarbij er geen sprake meer was van eigen bezit. In de volksmond noemden de Chinezen de volkscommune ‘eten vanuit eigen woks’.

Mao Zedong (Publiek Domein - wiki)
Mao Zedong (Publiek Domein – wiki)
In de volkscommunes, waarin duizenden boeren samenleefden, dienden niet alleen landbouwgronden, maar ook gebruiksvoorwerpen, machines, voedsel en woningen met elkaar gedeeld te worden. Speciale arbeidsploegen moesten zorgen voor het gezamenlijke voedsel, dat in een centrale gaarkeuken opgediend werd. Via kinderopvang konden de ouders dagen van zo’n vijftien uur maken. Verder kregen ze militaire training en moedigde Mao Zedong de boeren aan om via ovens al het ijzer dat ze konden vinden om te smeden tot staal. Met name in de provincie Henan liet Mao grote aaneengesloten landbouwgronden creëren, die de Chinese graanproductie tot grote hoogte moesten opdrijven. Dit gebeurde in combinatie met de bouw van talloze dammen en irrigatiewerken. Op papier leek het allemaal prachtig, maar er brak in China een endemische hongersnood uit, die aan tientallen miljoenen Chinezen het leven kostte.

Over de ingrijpende toestanden in de volkscommunes in China lezen we in Mao. Het onbekende verhaal van Jung Chang en Jon Halliday, het volgde:

In het handvest, dat Mao opstelde en als ‘een grote schat’ koesterde, werd vastgelegd dat elk aspect van het leven door de commune moest worden gecontroleerd. ‘Alle huishoudens moeten hun particuliere grond volledig overdragen (…) en bovendien hun huizen, hun dieren en hun bomen.’ Ze moesten op slaapzalen wonen, ‘volgens de principes van profijt voor de productie en vergemakkelijking van de controle’. (…) Het leven van iedere boer moest om arbeid draaien. Alle leden zouden behandeld worden met een bijna militaire organisatie die uit drie lagen bestond: de commune, de brigade en het productieteam (gewoonlijk het dorp). De boeren mochten te verwaarlozen kleine hoeveelheden contant geld bezitten. De communes waren in feite kampen voor slavenarbeid. pagina.556-557

Collectivisering in de DDR: Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaften (LPG’s)

Ook in de communistische DDR, Oost-Duitsland, voerde de regering een beleid om landbouwgronden en vrije gronden te collectiviseren. Dit begon in 1945 met de zogenoemde ‘Bodenreform‘, toen de overheid in de Russische bezettingszones zo’n 12.000 landeigenaren en boerenbedrijven nationaliseerde van personen die meer dan 100 hectare land bezaten. De landbezitters moesten alles afstaan: hun woning cq. boerderij, hun grond en zelfs hun kleding. Het ging in totaal om 7160 landeigenaren, die ook wel ‘Junkers’ genoemd werden, feitelijk de Oost-Duitse koelakken.

Logo van de SED, de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands, de regerende communistische partij in de voormalige DDR
Logo van de SED, de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands, de regerende communistische partij in de voormalige DDR
Een volgende belangrijke stap zetten de communisten in 1952. De partij SED besloot tijdens de tweede partijconferentie in juli van dat jaar om over te gaan tot de vorming van collectieve bedrijven in de landbouwsector in heel Oost-Duitsland. Ook kleinere boeren zouden niet gespaard worden. Er kwam een golf van fusies op gang in de landbouwsector.

De collectivistische landbouwbedrijven die toen ontstonden, noemde men Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaften (LPG’s). De vorming van deze collectieve boerderijen leek sterk op die van de Russische kolchozen, waarbij agrariërs een klein stukje land en middelen mochten behouden. Niet alleen agrariërs, maar ook landarbeiders en andere burgers konden zich bij een LPG aansluiten. Er waren drie hoofdsoorten LPG’s in de DDR, namelijk: variant 1: boeren brachten alleen grond in, variant 2: boeren brachten grond én landbouwmachines in, en variant 3: de agrariërs brachten alles in wat ze hadden: grond, machines en vee.

Eind jaren 1950 nam de druk in de DDR op agrariërs sterk toe om zich bij de Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaft aan te sluiten. Hierop namen veel Oost-Duitse boeren de wijk naar West-Duitsland. De grond die zij achterlieten werd onteigend en alsnog ondergebracht in het collectivistische landbouwsysteem van de communisten. Omstreeks 1960 was het proces richting collectivisatie grotendeels voltooid en bestonden er nauwelijks privéboerderijen meer in de DDR. In de zogenoemde ‘socialistische lente’, die duurde van maart tot mei 1960, sloten bijna 500.000 Oost-Duitse boeren zich aan bij de LPG’s. Elke coöperatieve boer en elke arbeider en werknemer in de landbouw had recht op 2500 m² grond, terwijl gezinnen aanspraak konden maken op 5000 m² aan grondoppervlakte.

Boek: Mao. Het onbekende verhaal

Bronnen

Boek
-Sung Chang en Jon Halliday, Mao. Het onbekende verhaal (Amsterdam: Forum, 2008) p. 546-563.
-Yvonne Bouw e.a. (red.), Feniks. Tijdvakken en historische contexten (vwo bovenbouw) (2019) p.320.

Internet
-https://www.britannica.com/topic/collectivization
-https://www.ndr.de/geschichte/chronologie/LPG-Vom-Kleinbauern-zum-Agrargenossen-der-DDR,lpg101.html
-https://www.ndr.de/geschichte/chronologie/Bodenreform-Die-Enteignung-der-Gutsbesitzer-nach-1945,enteignunggutsbesitzer100.html
-https://historiek.net/kolchozen-sovchozen-sovjet-unie/107267/
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Collectivisatie
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Landwirtschaftliche_Produktionsgenossenschaft
https://www.ensie.nl/wiktionary/collectiviseren

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.015 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×