Natuurlijk, ze zijn schokkend, die beelden van de vernietigingen in het archeologisch museum van Mosul en het vandalisme in Hatra. Desondanks zou ik u willen uitnodigen er geen aandacht aan te besteden, hoe deprimerend het nieuws ook is. Ik ga er ook niet naar linken. Voor dat doodzwijgen heb ik drie redenen.
(1)
Laten we blij zijn dat de leden van zogenaamde Islamitische Staat hun tijd verspillen aan het vernielen van oudheden en niet aan het vernielen van mensen.
(2)
We zien uitsluitend wat ons wordt getoond. (Als u die filmpjes bekijkt, ziet u hoeveel camerastandpunten er zijn. Het is geënsceneerd.) Het is natuurlijk vreselijk dat antieke beelden worden vernietigd, maar als museumvoorwerpen zijn ze redelijk redelijk gedocumenteerd. We weten wat verloren is.
Veel ernstiger is dat er ook roofopgravingen plaatsvinden en dat de opslagruimtes van de musea zijn geplunderd. We hebben geen idee wat daarmee verloren gaat. We weten wel dat het materiaal terechtkomt in de illegale handel, dat ISIS er geld uit betrekt, dat er helers zijn en dat deze handel het feitelijke misdrijf vormt. Daarvan zijn geen beelden. De beelden die u wél te zien krijgt, dienen ter afleiding.
(3)
Laten we ons concentreren op het echte nieuws: Tikrit is heroverd. Dat is geen nieuws dat ISIS kan gebruiken en daarom stuurde de terreurorganisatie het filmpje van het vandalisme in Hatra de wereld in. Vergelijk het met ISIS’ reactie op zijn nederlaag bij Kobani: we kregen toen de executie van Muath al-Kassasbeh te zien.
Omdat we door deze beelden geschokt zijn – en dat moet ook zo – vertellen we het aan anderen en delen we de beelden op de sociale media. Hierdoor worden we bondgenoten van de zogenaamde Islamitische Staat, aangezien we de aandacht helpen afleiden van het belangrijkste: dat ISIS nederlagen lijdt en zich moet terugtrekken.
Kortom
Natuurlijk bent u verontwaardigd, maar deel het nieuws NIET. Als we geen bondgenoten van ISIS willen zijn, moeten we ons niet gedragen als marionetten die steeds dansen wanneer ISIS aan de publicitaire touwtjes trekt. Wie iets wil doen, kan een parlementslid schrijven met een verzoek om de stappen te nemen die zelfs kleine landen als het onze kunnen nemen: verscherping van de wetten tegen illegale handel in oudheden en voldoende financiering van de recherche.