De Boerenpartij – de teloorgang van de partij

7 minuten leestijd
Boer Koekoek en Vader Abraham zingen 'Den Uyl zat in de olie', 1974
Boer Koekoek en Vader Abraham zingen 'Den Uyl zat in de olie', 1974 (CC0 - Anefo - wiki)
In het vierde artikel van deze serie werd ingegaan op de affaire-Adams. Dit artikel – het laatste van deze serie – gaat in op de teloorgang van de Boerenpartij.


Conflicten

Na de affaire rond het lid van de Eerste Kamer voor de Boerenpartij Hendrik Adams bleef partijleider Hendrik Koekoek volhouden dat niet was bewezen dat die ‘fout’ was geweest in de oorlog. Intussen nam binnen de partij het verzet tegen Koekoek toe; er ontstonden conflicten over de koers, de organisatie en het leiderschap van de partij.

Poulus Voogd,1966
Poulus Voogd,1966 (CC BY-SA 3.0 – Jac. de Nijs / Anefo – wiki)
Al in augustus 1966 schreven de kranten over de eerste leden die de Boerenpartij verlieten; die wilden niet in één partij met Adams. Daarnaast waren er ook leden die de partij van binnenuit wilden veranderen. In september 1966 vormde een groep verontruste leden een zogenoemde Noodraad. Hierbij sloten vooral gemeenteraadsleden uit het westen van het land zich aan. Zij namen geen genoegen met de uitlatingen van Koekoek en verweten hem dat hij Adams de hand boven het hoofd bleef houden. De Noodraad wenste verandering. Zij wilde de partij zuiveren van kwalijke invloeden; daarnaast wilde zij de partij democratiseren en professionaliseren. En als dat niet lukte zou Koekoek moeten aftreden. Maar de Noodraad slaagde er niet in veel draagvlak binnen de partij te verwerven. Half oktober 1966 werden de Noodraad-leden door Koekoek uit de partij gezet. In december 1966 scheidde ook het Tweede Kamerlid Poulus Voogd zich af. Het was de Boerenpartij een doorn in het oog dat zij hun zetels meenamen; zij werden gezien als mensen die uit waren op hun eigen belang in plaats van op het partijbelang.

De media berichtten veel over de conflicten in de Boerenpartij. De partij kwam hierdoor in een negatief daglicht te staan en veel kiezers keerden haar de rug toe. Als gevolg van de affaire rond Adams verloor Koekoek ook de steun van De Telegraaf en daarmee een belangrijke bondgenoot. De negatieve houding van de media werd door de Boerenpartij bestempeld als een ‘hetze’.

Relatief slecht resultaat – 1967

De Boerenpartij betaalde bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1967 de prijs voor alle onrust. De partij behaalde 4,7 procent van de stemmen en 7 zetels. Dat was een winst van 4 zetels in vergelijking met 1963 en op zich een mooi resultaat, maar veel minder dan was verwacht na de succesvolle verkiezingen voor de Provinciale Staten en de gemeenteraden een jaar eerder. Een jaar na het grote succes van 1966 leek de partij zo al weer over haar hoogtepunt heen. Een schrale troost was dat de afgescheiden Noodraad noch de lijst-Voogd een zetel behaalde. Zonder de affaire-Adams zou de Boerenpartij waarschijnlijk veel meer stemmen hebben behaald en zou die partij een middelgrote fractie in de Kamer hebben gehad.

Nog meer conflicten

Na 1967 gingen de conflicten binnen de Boerenpartij gewoon door. De neergang van de partij leek onafwendbaar. Een conflict binnen de Tweede Kamerfractie zorgde er in juni 1968 voor dat vier Kamerleden – de groep-Harmsen – door Koekoek uit de partij werden gezet. Zij hadden kritiek op het eigenzinnige en autoritaire leiderschap van Koekoek en op diens optreden in de Kamer.

Koekoek in de Tweede Kamer, 1980
Koekoek in de Tweede Kamer, 1980 (CC0 1.0 – Hans van Dijk / Anefo – wiki)
In de fractie en in het hoofdbestuur was Evert Jan Harmsen naast Koekoek de enige figuur met een zekere status. Sinds de kwestie-Adams, waarbij de feilbaarheid van het leiderschap van Koekoek zo pijnlijk aan het licht kwam, boterde het niet tussen de beide Boerenpartij-voormannen.

Koekoek bleef nu achter met een driemansfractie. Later zou nog een Kamerlid zich afsplitsen zodat een fractie van twee man overbleef. Op dat moment zaten er dus drie Boerenfracties in de Tweede Kamer.

Na alle afsplitsingen probeerde het bestuur onder leiding van Koekoek de rust binnen de Boerenpartij te herstellen. De vacatures in het partijbestuur werden opgevuld en er werd een algemene ledenvergadering bijeen geroepen. Die ledenvergadering vond plaats in januari 1969 in Barneveld en de partijkrant berichtte opgelucht over de goede sfeer.

De kiezers liepen echter door alle conflicten in grote getale weg bij de Boerenpartij. Dat leidde tot een slecht resultaat bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de gemeenteraden van 1970. Van de 44 Statenzetels bleven er maar 7 over. Verder moesten de meeste gemeenteraadszetels worden ingeleverd (slechts 26 zetels resteerden). Bij de Kamerverkiezingen van 1971 betaalde de Boerenpartij wederom een hoge prijs voor de vele onrust; ze behaalde maar één zetel.

In electoraal opzicht waren 1970 en 1971 slechte jaren voor de Boerenpartij. Het aantal kiezers op de partij daalde sterk: zowel door de conflicten, als door de afschaffing van de opkomstplicht (in 1970) en de opkomst van weer andere nieuwe partijen. Bij de verkiezingen van 1970 en 1971 raakte de Boerenpartij vooral haar stedelijke aanhang kwijt. Een schrale troost was wellicht dat de groep-Harmsen, die aan de verkiezingen deelnam onder de naam Binding Rechts, geen zetels behaalde.

Opleving – 1972 / 1974

Na 1971 kwam de Boerenpartij weer in wat rustiger vaarwater. De media hadden minder aandacht voor de partij. Ze ging weer wat groeien.

Bij de vervroegde Kamerverkiezingen van 1972 was er enig herstel: de partij behaalde weer 3 zetels (1,9 procent). Naast Koekoek kwamen toen Victor Honig van den Bossche en Jan de Koning in de Kamer. Deze opleving was wellicht het gevolg van de sterke polarisatie in de Nederlandse politiek van die jaren; daar profiteerden zowel uitgesproken rechtse als uitgesproken linkse partijen van. Daarnaast profiteerde de partij mogelijk van een opkomende vreemdelingenangst in het land; zij had daar op ingespeeld door zich tegen de komst van gastarbeiders te keren.

Ook bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de gemeenteraden van 1974 boekte de Boerenpartij weer enige winst. Het aantal Statenzetels ging van 7 naar 17; en het aantal gemeenteraadszetels steeg van 26 naar 36. Bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer in de zomer van 1974 won de Boerenpartij één zetel.

Het succes bij de verkiezingen in 1974 was waarschijnlijk voor een deel te danken aan een carnavalshitje. Dat jaar nam Koekoek samen met de populaire zanger Vader Abraham (de artiestennaam van Pierre Kartner) een carnavalsliedje op: ‘Den Uyl is in den olie’. Dat liedje stond enkele weken op de eerste plaats in de Top-40 en was een protest tegen de door premier Den Uyl vanwege de oliecrisis ingevoerde autoloze zondagen.

Vader Abraham en Boer Koekoek: ‘Den Uyl Is In Den Olie’:

De oppositie van de Boerenpartij in de Tweede Kamer stelde overigens in die jaren niet veel meer voor. Het Boerenpartij-Kamerlid Honig van den Bossche vond het gênant worden:

‘Als je in de Kamer zit, moet je toch iets presteren, de zaken bestuderen en een betoog voorbereiden’.

Maar Koekoek vond dat allemaal niet nodig.

Terugval – 1977

Ook nu bleek de Boerenpartij niet bestand tegen het (beperkte) succes. Organisatorisch bleef de partij zwak en de rust bleek van korte duur. Het partijkader kwam vooral in het nieuws met conflicten, en niet door zijn politieke prestaties. Bij de Kamerverkiezingen van 25 mei 1977 behaalde de partij nog maar één zetel. De stemmen kwamen vooral uit de oude bolwerken op het Gelderse, Overijsselse en Drentse platteland.

Na 1977 voerde Koekoek nog maar zelden het woord in de Kamer. In het nieuws kwam hij vooral door schandaaltjes. Zo kwam hij negatief in het nieuws vanwege de verwaarlozing van zijn pony’s. Hij werd daarvoor vervolgd en veroordeeld. Ook bleef de partij in het nieuws komen door steeds weer nieuwe conflicten. Door al die conflicten keerde nu zelfs de trouwe, vaste aanhang de partij de rug toe. In 1978 raakte de Boerenpartij al haar Statenzetels kwijt en resteerden na de gemeenteraadsverkiezingen nog maar 3 raadszetels.

Boer Koekoek met twee van zijn pony's (CC0 - Eric Koch / Anefo)
Boer Koekoek met twee van zijn pony’s (CC0 – Eric Koch / Anefo)

Teloorgang

Na 1978 zakte de partij langzaam in elkaar. De fut was eruit. De ene na de andere afdeling hield ermee op. Ook het partijblad kwam steeds minder vaak uit.

Bij de Kamerverkiezingen van 1981 deed de partij mee onder een nieuwe naam: Rechtse Volkspartij (RVP). Ook dat hielp niet. De RVP behaalde maar 17.000 stemmen en geen enkele zetel. Zo moest Koekoek in 1981, na achttien jaar lidmaatschap, de Tweede Kamer verlaten. Ook bij de Kamerverkiezingen in 1982 behaalde de partij geen enkele zetel. Na dat jaar raakte de partij langzaam in de vergetelheid.

Na zijn overlijden in 1987 in zijn woonplaats Bennekom werd Koekoek in de Tweede Kamer niet herdacht, en dat is zeer ongebruikelijk. Dit toonde de afkeer die men in de Kamer had van de Boerenpartij, en van Koekoek in het bijzonder.

Tot slot

De Boerenpartij was een bijzonder fenomeen. Niet eerder wist een partij met zo’n bescheiden programma zoveel aanhang te verkrijgen. De grote man van de partij, ‘boer’ Koekoek, wist zich steeds – opkomend voor de belangen van de gewone man – in de rol van underdog te manoeuvreren. In de Tweede Kamer was hij een uitzondering; waar veel ministers en Kamerleden een vaag, wollig of technocratisch taalgebruik bezigden, poseerde hij als een nuchtere boer met een helder taalgebruik en praktische oplossingen. In de jaren zestig wist hij slim in te spelen op het ongenoegen van veel mensen. In de jaren zeventig lukte hem dat niet meer; door alle conflicten in de partij was de magie uitgewerkt.

Artikelen in deze serie: Geschiedenis Van De Boerenpartij

Bronnen

Boeken, artikelen:
– Jaap van Donselaar, Fout na de oorlog. Fascistische en racistische organisaties in Nederland 1950-1990 (Amsterdam 1991).
– Ida J. Terluin, 100 jaar boer Koekoek (Groningen 2012).
– Koen Vossen, De andere jaren zestig. De opkomst van de Boerenpartij (1963-1967), in: Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen Jaarboek 2004 (Groningen 2004).

Internet:
– W. Slagter, ‘Koekoek, Hendrik (1912-1987)’, in: Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn4/koekoek.
– Koekoek, H. (Hendrik): https://www.parlement.com/id/vg09ll2bsbtl/h_hendrik_koekoek.

Archieven:
– Het tijdschrift De Vrije Boer. Veertiendaags orgaan van de Landelijke Vereniging voor Bedrijfsvrijheid in de Landbouw (1948?-1967) is in te zien bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.
– Op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) is veel materiaal te vinden over de Boerenpartij, waaronder de verkiezingsprogramma’s en het beginselprogramma: https://dnpp.nl/dnpp/pp/bp.

Kranten:
– Diverse dagbladen via Delpher: zie www.delpher.nl.

Jan de Vetten is historicus, afgestudeerd in Leiden in 1981. In 2016 promoveerde hij in Leiden op zijn proefschrift: In de ban van goed en fout. De bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten (1980-1998). Het boek is uitgegeven bij Prometheus, Amsterdam. Momenteel doet hij onderzoek naar de omgang met en bestrijding van links- en rechts-radicale partijen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×