Vandaag is het 100 jaar geleden dat de eerste Nederlandse militair sneuvelde in het kader van een internationale vredes- of opbouwmissie. Die militair was voormalig Tweede Kamerlid majoor Lodewijk Thomson MWO. De plek waar hij sneuvelde: een obscuur kustplaatsje in Albanië genaamd Durrës.
Hoe kwamen Thomson en andere Nederlandse officieren terecht in Albanië? Het mediterrane Balkanland bestaat pas sinds 28 november 1912 toen een aantal notabelen de onafhankelijkheid uitriepen. Tot die tijd maakte het deel uit van het Osmaanse Rijk, maar dat werd in de Eerste Balkanoorlog van oktober 1912 vrijwel uit Europa verdreven door een verbond van zuidelijke Balkanstaten. De Albanezen, een oud en deels geïslamiseerd volk, werden daardoor geconfronteerd met Servische en Griekse annexatie van hun leefgebied. Onder druk van Oostenrijk-Hongarije werd Albanië erkend door de grootmachten (lees ook Vechtmissie Albanië).
Opbouwmissie
Omdat het in de nieuwe staat ontbrak aan een centrale overheid, verzochten de mogendheden in augustus 1913 het neutrale Nederland om officieren te leveren voor het opbouwen, en enige tijd leiden, van een gendarmerie. De Nederlandse regering ervoer het verzoek als zeer vlijend voor de krijgsmacht. Het was een kans om de wereld te laten zien dat onze militairen ook buiten de koloniën hun mannetje konden staan.
De leiding van de missie kwam in handen van generaal-majoor Willem de Veer. Samen met politicus en militair majoor Thomson leidde hij een detachement van dertien kapiteins en luitenants, een legerarts, een sergeant-hospik en een burgerarts. Om de toenmalige Nederlandse neutraliteit niet in gevaar te brengen, werden de mannen bij Koninklijk Besluit ontslagen uit Nederlandse krijgsdienst alvorens ze in dienst traden van Albanië. Daar werden ze gendarmerie-officieren en kregen ze allen een rang boven hun Nederlandse. Tegelijkertijd werd schijnbaar uit het niets de Duits-Nederlandse prins Wilhelm zu Wied door de grootmachten aangewezen als vorst van Albanië (zie Volk zoekt vorst).
Beleg
In mei 1914 ontstond er in centraal Albanië een door buitenlandse agenten aangejaagde opstand onder de Boshnjaks. Deze aan de Turkse sultan-kalief gelieerde, streng islamitische keuterboertjes hadden decennia eerder Bosnië verlaten vanwege de christelijke Habsburgse heerschappij. Toen een Albanese gendarmerie-eenheid onder leiding van de Nederlandse kapitein Jan Sar in gevecht raakte met de rebellen, vielen ze Durrës aan. De aanval werd afgeslagen, maar de kustplaats was makkelijk van het binnenland af te sluiten en de opstandelingen begonnen een belegering.
In Durrës ontstond er paniek bij de prins zu Wied. Eind mei wist de ambitieuze en sluwe Lodewijk Thomson van de situatie gebruik te maken door zich achter de rug van generaal De Veer om tot ‘directeur van het Albanese leger’ te laten benoemen. In deze functie was hij de baas van zijn meerdere geworden, die gefrustreerd Albanië verliet. Thomson begon direct aan een plan om de rebellen te verslaan en de stad te ontzetten. Maar de rebellen kregen met Italiaanse hulp lucht van het plan en bestormden de stad een tweede keer.
Aanval
In de ochtend van 15 juni 1914 was kapitein Jan Fabius een van de eersten die de rebellen de stad zag besluipen. Hij vuurde snel met een kanon een waarschuwingsschot af; het was 04.15 uur. De verdedigers namen hun posities in de loopgraven in, die eerder rond de stad waren aangelegd. Om 04.30 uur bereikte majoor Lucas Roelfsema de voorste loopgraaf.
Rond 05.30 arriveerde Thomson bij de voorste linie. Verscholen achter een stenen gebouwtje spraken hij en Roelfsema met regeringsgetrouwe Albanese aanvoerders. Maar toen Thomson zich omkeerde om iets tegen Roelfsema te zeggen, werd hij ineens getroffen door een kogel. De overste viel niet meteen. ‘Ik ben gewond, laat mij wegbrengen’, wist hij uit te brengen. Gesteund door Roelfsema liep hij richting de stad, maar na een paar passen zakte hij in elkaar. Roelfsema rende naar een wachthuisje en haalde daar een deken. Samen met een oorlogscorrespondent sleepte hij Thomson het wachthuisje in. Daar legden ze hem op een bed.
Roelfsema opende Thomsons uniform en stelde vast dat de schotwond nauwelijks bloedde. De kogel was dwars door zijn schouder heengegaan. Maar om 06.10 uur kon de toegesnelde legerarts Tiddo Reddingius niet anders dan de dood vaststellen tengevolge van een inwendige bloeding door het doorboren van de hoofdslagader.
Omdat het gevecht doorging liet men Thomson de rest van de dag in het wachthuisje liggen. Pas in de namiddag was de aanval afgeslagen en keerde de rust voorlopig terug. ‘s Avonds werd Thomson in de stad in een tent opgebaard en bedekt met de Albanese vlag voordat hij tijdelijk werd begraven.
Complot
Rond Thomsons dood ontstonden meteen de wildste geruchten. Hij had met zijn rug naar de stenen muur gestaan en was van voren geraakt. Dat betekende dat hij vanuit Durrës zelf was beschoten en niet vanuit de richting van de aanvallers. En volgens dokter Reddingius wees de wond op een enkel schot over lange afstand met een modern geweer van een klein, maar krachtig kaliber. De kogel was in Thomsons lichaam op zijn sleutelbeen geketst en had in opwaartse richting zijn lichaam verlaten om op de muur nog een steen te beschadigen.
Er rees dan ook het vermoeden dat dit een bewuste moordaanslag door een sluipschutter was geweest. De Italianen waren daarbij de meest voor hand liggende verdachten, gezien hun geheime steun voor de belegeraars. Maar anderen beweerden dat de schutter weldegelijk een rebel was geweest, die door de linie was geslopen. De precieze omstandigheden achter Thomsons dood zijn echter nooit opgehelderd. Een verdwaalde kogel lijkt de meest aannemelijke boosdoener.
Thomson werd in Nederland herbegraven met veel ‘pomp and circumstance’. In Albanië wordt Thomson nog steeds herdacht als een held die stierf voor de Albanese onafhankelijkheid. De militaire school is naar hem genoemd en in Durrës staat een door Nederlandse bewonderaars geschonken borstbeeld. In Den Haag bevindt zich een Thomsonplein met een standbeeld. Inmiddels zijn in obscure oorden gesneuvelde militairen praktisch gemeengoed.
Voor hele verhaal van de missie Albanië, lees Vechtmissie. Nederlandse militairen in Albanië 1913-1914
Radio-item over de eerste Nederlander die op vredesmissie sneuvelde