‘De meest onwaarschijnlijke slag van de Tweede Wereldoorlog’

4 minuten leestijd
Schloss Itter is gebouwd boven op een berg die uitkijkt op de ingang van het Brixental in Oostenrijk. De eerste historische vermelding dateert van 1241. Het slot is vernietigd, herbouwd en door de eeuwen heen uitgebreid voordat het in 1942 werd verbouwd tot een vip-gevangenis. Het heeft achtereenvolgens dienstgedaan als militaire vesting, woonhuis en een luxe hotel.
Schloss Itter is gebouwd boven op een berg die uitkijkt op de ingang van het Brixental in Oostenrijk. De eerste historische vermelding dateert van 1241. Het slot is vernietigd, herbouwd en door de eeuwen heen uitgebreid voordat het in 1942 werd verbouwd tot een vip-gevangenis. Het heeft achtereenvolgens dienstgedaan als militaire vesting, woonhuis en een luxe hotel.
Als de oorlog eigenlijk al gestreden is, bundelt een kleine groep Amerikaanse tankers, onder leiding van kapitein Lee, hun kracht met Duitse soldaten. Samen proberen zij de fanatieke SS troepen, die Kasteel Itter willen heroveren en de Franse VIP gevangen willen executeren, af te weren. Het verhaal van deze bijzondere missie wordt beschreven in het onlangs bij uitgeverij Walburg Pers verschenen boek De laatste slag. Op Historiek lees je de inleiding van dat boek

De laatste slag

Kapitein John C. ‘Jack’ Lee jr. zat op de ochtend van 4 mei 1945 in kleermakerszit op de geschutkoepel van zijn m4 Sherman-tank en vergeleek de smalle straten voor hem met de kaart die gedeeltelijk opengevouwen op zijn schoot lag.

Tijdens de vier jaren die John Carey Lee jr. op Norwich University in Vermont doorbracht, stond hij bekend zowel om zijn football kwaliteiten als om zijn paardrijtalent. Deze foto is genomen na zijn afstuderen op 11 mei 1942 en zijn aanstelling als tweede luitenant van de cavalerie.
Tijdens de vier jaren die John Carey Lee jr. op Norwich University in Vermont doorbracht, stond hij bekend zowel om zijn football kwaliteiten als om zijn paardrijtalent. Deze foto is genomen na zijn afstuderen op 11 mei 1942 en zijn aanstelling als tweede luitenant van de cavalerie.
Lee, een potige kerel van zevenentwintig uit Norwich in de staat New York, had de afgelopen vijf maanden het bevel gevoerd over Compagnie b van het 23e Tankbataljon – en soms zelfs over de complete Amerikaanse 12e Pantserdivisie – tijdens een onstuimige opmars door Frankrijk tot in Duitsland, en nu, wat de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog in Europa zouden blijken te zijn, tot in het Oostenrijkse Tirol. De tank stond op een kruispunt in het Oostenrijkse stadje Kufstein, vijf kilometer ten zuidwesten van de Duitse grens op de zuidoever van de snelstromende rivier de Inn. De drie tankcompagnies van het 23e waren de vorige dag de grens overgestoken aan het hoofd van gevechtscommando R van de 12ePantserdivisie bij zijn opmars in zuidelijke richting vanuit de voorsteden van München. De compagnie van Lee was als eerste Kufstein binnengetrokken. Lee en zijn mannen hadden zich langs een zwaar verdedigde wegversperring van de Duitsers gevochten, voordat ze in rap tempo de stad van zijn weinige verdedigers had bevrijd. Nu de situatie was gestabiliseerd en de voorhoede van de 36e Infanteriedivisie de verantwoordelijkheid over het gebied overnam, konden ze wat rust nemen.

Josef ‘Sepp’ Gangl
Wehrmachtmajoor Josef ‘Sepp’ Gangl was een beroepssoldaat die drie keer werd onderscheiden voor betoonde moed tijdens gevechten met de vijand. Hij koos er vrijwillig voor om met een nog groter gevaar voor eigen leven Jack Lee te helpen om een groep klagerige Franse vips te redden die gevangen zaten in een Oostenrijks sprookjesslot.
Slechts enkele kilometers naar het zuidwesten was een andere uitgeputte officier ook een kaart aan het bestuderen. Hij probeerde vast te stellen wat hij en zijn mannen de komende uren zouden kunnen verwachten. Josef ‘Sepp’ Gangl, een gedecoreerde Beierse majoor van de Duitse Wehrmacht, wist dat het machtige Amerikaanse leger zijn kant op kwam en dat de komst van de Amerikanen hoogstwaarschijnlijk voorafgegaan zou worden door donderende artilleriebeschietingen, oorverdovend tankgeschut en het geratel van automatische wapens.

Dat hij misschien zou sterven verontrustte Gangl niet echt; tijdens gevechten met de Russen aan het oostfront en met de geallieerden in Normandië was hij zich bewust geworden van zijn sterfelijkheid. Hij maakte zich meer zorgen om de mannen die onder zijn bevel stonden, want niet iedereen was soldaat en velen waren zelfs niet Duits. Hij wist dat de oorlog verloren was en hij wilde geen levens meer op het spel zetten bij het verdedigen van een systeem waarin hij niet langer geloofde. Daarom had Gangl enkele dagen eerder zijn eigen wapenstilstand uitgeroepen en zich aangesloten bij het Oostenrijkse anti-naziverzet. Zijn enige doel was nu ervoor te zorgen dat de mannen die ervoor gekozen hadden hem te volgen, niet door de oprukkende Amerikanen – en trouwens ook niet door alle Duitse eenheden die nog steeds trouw waren aan de Führer en het Duitse Rijk – afgeslacht zouden worden.

Op de rotspunt met uitzicht op de vlakte waarover de Amerikanen spoedig zouden optrekken, discussieerde een groep Fransen ook over wat het lot voor hen in petto had. Ze keken over de kantelen van een kasteel dat al eeuwenlang op een bergtop stond en tot die ochtend hun gevangenis was geweest, en ze wisten dat hun herkregen vrijheid geen bescherming bood tegen de woede van onverzettelijke ss-eenheden die nog steeds door de omringende bossen dwaalden. Ze moesten gered worden en het liefst zo snel mogelijk. Als er vóór zonsondergang geen hulp kwam, zouden ze bijna zeker binnen de muren van hun Tiroolse vesting sterven.

Iemand van de militaire politie van het Zevende Leger praat na hun bevrijding met (van links naar rechts), Léon Jouhaux, François de La Rocque, Jean Borotra en Marcel Granger.
Iemand van de militaire politie van het Zevende Leger praat na hun bevrijding met (van links naar rechts), Léon Jouhaux, François de La Rocque, Jean Borotra en Marcel Granger.

Door de warme lentezon en door het feit dat hij uitgeput was, kon Jack Lee zich moeilijk op de kaart concentreren. Hij was doodmoe en hij hoopte, meer dan hij zijn mannen wilde laten merken, dat Kufstein de laatste gevechtshandeling van Compagnie b zou zijn. Zoals bijna iedere soldaat op het Europese oorlogstoneel wist Lee dat de oorlog elk moment kon eindigen – Adolf Hitler had vijf dagen eerder zelfmoord gepleegd en de georganiseerde Duitse tegenstand verbrokkelde – en, hoewel de jonge officier het eigenlijk misschien wel jammer vond dat het conflict eindigde, wilde hij niet dat een van zijn mannen de laatste Amerikaan zou zijn die in Europa sneuvelde.

De laatste slag – Stephen Harding
 
Terwijl Lee overpeinsde wat het einde van de oorlog voor hem en zijn mannen zou betekenen, speelde zich in werkelijkheid verderop iets af wat hun vredesdromen zou vernietigen. Hoewel hij het nog niet wist, stond Lee op het punt betrokken te raken bij een onwaarschijnlijke strijd. De ingrediënten van die strijd waren het slot op de berg, waarvan het icoontje door een vouw in zijn kaart niet te zien was, een groep strijdlustige Franse vips, een ongemakkelijk verbond met de vijand, een strijd op leven en dood tegen een overweldigende overmacht, en de laatste – en ontegenzeggelijk vreemdste – gevechtsactie van de Tweede Wereldoorlog in Europa.

Boek: De laatste slag – Amerikanen en Duitsers vechten zij aan zij in de laatste uren van de Tweede Wereldoorlog…

Stephen Harding is journalist in militaire zaken. Zijn bijdragen over defensie, luchtvaart , militaire en maritieme geschiedenis zijn verschenen in verschillende Amerikaanse tijdschriften.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×