Op 4 november 1549 vaardigde keizer Karel V de zogenaamde Pragmatieke Sanctie uit. Hierin werd onder meer bepaald dat de bezittingen van de keizer in de Nederlanden voortaan ‘een en ondeelbaar’ waren.
Ook werd vastgesteld dat de Nederlanden na het aftreden van Karel V zouden toevallen aan diens erfopvolger, Filips II. De betrokken Provinciale Staten namen het keizerlijk besluit zonder veel problemen aan. Filips II maakte hierna een reis door de Nederlanden om zich als toekomstig heer te laten huldigen. In zijn gevolg bevond zich ook Willem van Oranje, de man met wie hij later zoveel te stellen zou krijgen.
Na het aftreden van zijn vader werd Filips II in 1555 officieel heer der Nederlanden. Anders dan zijn vader liet hij zich hierna vrijwel niet meer zien in de de Nederlanden. En hij raakte, mede dankzij zijn streng-katholieke centralistische politiek, in conflict met protestantse opstandelingen onder leiding van Willem van Oranje.
Fragment uit de Pragmatieke Sanctie
“Wij, Karel, bij de gratie Gods Rooms Keizer (…) laten weten aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, dat wij geoordeeld hebben dat het van groot belang is voor onze voornoemde landen (…) dat zij in de toekomst altijd onder eenzelfde vorst zouden blijven die ze in één geheel zou houden, wetend dat hun deling ten gevolge van succesies en erfenissen hun ondergang en ruïne zou betekenen.
Afgescheurd en van elkaar gescheiden zouden zij ten prooi kunnen vallen aan buurstaten (…). Dit zal echter kunnen vermeden worden indien onze landen altijd in het bezit blijven van één vorst die ze als één geheel bestuurt. Gegeven in onze stad Brussel in de maand november van het jaar Onzes Heeren 1549.”
Lees ook: Karel V (1500-1558) – Heer der Nederlanden en Habsburgse keizer
Meer Vaderlandse geschiedenis
Boek: Verleden van Nederland