Dark
Light

De rol van Afrikaanse literaire tijdschriften in het dekoloniseringsproces

2 minuten leestijd

Postdoctoraal onderzoeker Cedric Van Dijck van de Vrije Universiteit Brussel gaat onderzoek doen naar de invloed van Afrikaanse literaire en kunstmagazines op de culturele en politieke emancipatie in Afrika in de periode van na de Eerste Wereldoorlog tot 1968. Hij focust zich daarbij vooral op publicaties die verschenen in Congo-Brazzaville, de Democratische Republiek Congo, Oeganda, Zuid-Afrika en Madagaskar.

De Europese Commissie heeft anderhalf miljoen euro beschikbaar gesteld voor dit onderzoek. Van Dijck, verbonden aan het Centre for Literary and Intermedial Crossings (CLIC), legt uit dat de studie geen betrekking heeft op klassieke nieuwsmedia.

Het gaat over literaire en kunsttijdschriften uit de bewuste periode. De tijdschriften stammen voornamelijk uit de koloniale tijd en werden soms zelfs gefaciliteerd door de koloniale overheden. Na 1918 kwamen meer en meer publicaties ten tonele. Die ‘boom’ is nooit echt bestudeerd.

In de eerste helft van de twintigste eeuw werd het Afrika ten zuiden van de Sahara (Sub-Sahara Afrika) vaak afgeschilderd als een geïsoleerde plek. De tijdschriften die hier verschijnen maken echter duidelijk dat er een netwerk van culturele uitwisselingen bestond dat veel verder reikte dan de grenzen van het continent. Volgens Van Dijck is onderzoek naar deze publicaties van groot belang:

Veel van die tijdschriften zijn slecht en soms maar deels bewaard, dikwijls dan nog in verschillende plaatsen in Afrika en Europa, zoals ook hier in de Koninklijke Bibliotheek van België. Ze zijn heel fragiel en sommige bronnen dreigen definitief te verdwijnen. Dat geldt evengoed voor de laatste getuigen van dat hele proces, auteurs, kunstenaars of uitgevers. Nochtans hebben die een niet te ontkennen en vooraanstaande rol gespeeld in die periode.

In de literaire en kunsttijdschriften werden volgens de onderzoeker heel bewust antikoloniale elementen binnengesmokkeld. Ze zorgden bovendien voor internationale netwerken van lokale cultuurdragers, die van belang waren bij de nationale bewustwording van bijvoorbeeld de Congolese of Oegandese bevolking.

De tijdschriften waren misschien elitair, in de zin dat ze alleen gelezen konden worden door mensen die geletterd waren. Maar dat waren er steeds meer, binnen en buiten de landsgrenzen. Er werd trouwens ook voorgelezen. Zo maakten ze de lokale cultuur op een relatief goedkope en efficiënte manier toegankelijk voor een groter publiek en hadden ze een groot democratiserend potentieel. De tijdschriften maakten het mogelijk om politieke en culturele veranderingen door te duwen, zoals het consolideren van een eigen literaire en artistieke canon.

La Voix du Congolais 1956
La Voix du Congolais 1956 — Foto: Koninklijke Bibliotheek van België
Een treffend voorbeeld van zo’n antikoloniale aanpak is te vinden in het tijdschrift La Voix du Congolais, een blad dat onder koloniaal toezicht werd uitgegeven in het toenmalige Léopoldville (nu Kinshasa). In het begin van de jaren vijftig publiceerde hoofdredacteur Antoine-Roger Bolamba een foto van zichzelf samen met de Franstalige antikoloniale denker Léon Damas, een man geboren op de Caraïben. Van Dijck:

Die publicatie illustreert tegelijk hoe antikoloniale elementen toch een forum kregen in de magazines en de globale context waarin dat gebeurde. De lijnen zijn tot vandaag te volgen: Cayenne, Parijs, Kinshasha. Het spreekt enorm tot de verbeelding.

Het project, getiteld AFROPRESS, gaat begin volgend jaar van start. Van Dijck stelt een internationaal team samen, waar ook lokale specialisten onderdeel van uitmaken.

×