‘De vergissing van Troelstra’ (12 november 1918)

‘Uw stelsel, mijne heeren, uw burgerlijk stelsel, is langzamerhand vermolmd en verrot!’
4 minuten leestijd
Pieter Jelles Troelstra in 1912 - De vergissing van Troelstra
Detail van een beroemde foto van Pieter Jelles Troelstra uit 1912 – Foto: IISG – http://search.socialhistory.org/Record/712625

Op 12 november 1918 hield de Friese sociaaldemocratische leider en dichter Pieter Jelles Troelstra (1860-1930) in de Tweede Kamer een rede getiteld ‘Verplicht te grijpen naar de staatsmacht’. Deze gebeurtenis is bekend geworden als ‘De vergissing van Troelstra’.

Pieter Jelles Troelstra, 1926 - Foto: IISG
Pieter Jelles Troelstra, 1926 – Foto: IISG – cc
Al een dag eerder, op 11 november 1918, had Troelstra in het Verkooplokaal in Rotterdam een groep arbeiders opgeroepen tot revolutie. Specifiek moesten de arbeiders gaan demonstreren en een arbeiders- en soldatenraad vormen. Troelstra zei onder meer:

…hier noch elders woonde ik ooit een avond bij van zo grote, historische betekenis als deze: wij komen hier om te spreken op het ogenblik, dat ook ons, de arbeidersklasse, de macht in handen zal geven! Bezoedelt deze grote tijd niet door onwaardige daden; laat er eenmaal worden gezegd: het Nederlandse proletariaat toonde zich berekend voor zijn taak, de Nederlandse proletarische revolutie is geweest het gloriepunt in de geschiedenis van Nederland!

Geestdriftig en met luid applaus ontvingen de arbeiders Troelstra’s rede. De sfeer was verhit. Een dag later herhaalde Troelstra dit ‘kunststukje’ in de Tweede Kamer, maar dat zou een vergissing blijken te zijn.

Achtergrond van ‘de vergissing van Troelstra’

Een belangrijke rol in de bravoure van Troelstra was het feit dat in Rusland een jaar eerder de Russische Revolutie had plaatsgevonden, waarbij de bolsjewieken aan de macht kwamen. Tevens was slechts enkele dagen voor ‘de vergissing van Troelstra’ in Duitsland de Weimarrepubliek uitgeroepen, op 9 november 1918. Keizer Wilhelm II werd afgezet en vluchtte naar Doorn. Een dag later, op 10 november, kwam in Berlijn een raad van linkse en rechtse sociaaldemocraten tot stand, de Rat der Volksbeauftragten (Raad van Volkscommissarissen). Deze had de bevoegdheid om de regering streng te controleren. Deze gebeurtenissen gaven Troelstra het nodige zelfvertrouwen.

Naast de gespannen internationale politiek waren de algemene omstandigheden in Nederland en Europa op het moment van ‘de vergissing van Troelstra’ gespannen. De Spaanse Griep waarde rond door Europa, er was in Nederland jarenlang sprake geweest van voedsel- en brandstofschaarste en de vierjarige mobilisatie had de Nederlandse samenleving flink wat geld gekost.

Oude Tweede Kamer (cc - Anefo - Rob Croes)
Oude Tweede Kamer (cc – Anefo – Rob Croes)

Troelstra’s rede: ‘Verplicht te grijpen naar de staatsmacht’

De rede van Troelstra vond plaats tijdens interpellaties naar aanleiding van de militaire situatie in Nederland aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Ons land was neutraal, maar wel was er sprake van een constante en dure mobilisatie van de militaire macht. Hoe moest dat nu verder? Troelstra stelde in zijn betoog dat de regering het recht had verloren om op te treden als belangenbehartiger van het volk. De sociaaldemocraten moesten de leiding grijpen om tegemoet te kunnen komen aan de wensen en noden van de arbeidersklasse.

De laatste paar zinnen die Troelstra uitsprak waren duidelijk genoeg over zijn revolutionaire aspiraties:

‘Uw stelsel, mijne heeren, uw burgerlijk stelsel, is langzamerhand vermolmd en verrot!’ (…) Wij gevoelen ons thans niet alleen voor onze eigen klasse verplicht te grijpen naar de staatsmacht, maar wij meenen ook, dat het Nederlandsche volk voor het heden en voor de toekomst geen grootere dienst kan worden bewezen dan wanneer men ons in staat stelt dien doorslaanden invloed op de verdere ontwikkeling van ons volk uit te oefenen, die voor de verwezenlijking van onze voornaamste eischen onverbiddelijk noodzakelijk is. Hiermede, Mijnheer de Voorzitter, meen ik voldoende nader te hebben verklaard wat ik in mijn eerste redevoering hier uitte. Ik meen te hebben aangegeven, welke motieven en rechtsgronden wij hebben, wanneer wij de modern georganiseerde arbeiders oproepen om het werk eener staatkundige revolutie in Nederland te aanvaarden.

Troelstra’s vergissing: van rood naar schaamrood

Troelstra bleek zich echter vergist te hebben. Steun voor een ‘revolutie’ was er nauwelijks, en strookte ook niet met de partijlijn van de SDAP. Een dag later, op 13 november 1918, moest de rode Troelstra dan ook door het stof, met het schaamrood op de kaken. Na interruptie tegen de liberaal Hendrik Coenraad Dresselhuys stelde Troelstra dat hij de dag ervoor niet over een revolutie had gesproken. Meteen hierna kreeg Pieter Jelles Troelstra een geestelijke inzinking, zo lezen we op de de website Parlement.com

…waardoor tweede man Jan Schaper weer een dag later de ’terugtocht’ moest dekken. Hij deed dat door zowel Troelstra te beschermen als door afstand te nemen van revolutionaire opvattingen.

Contrarevolutie in Den Haag & sociale hervormingen

Pieter Jelles Troelstra (Tekening van Albert Hahn)
Pieter Jelles Troelstra (Tekening van Albert Hahn)
De ‘vergissing van Troelstra’ had minstens drie belangrijke gevolgen. Ten eerste vond er op maandag 18 november 1918 – op initiatief van de autoriteiten en niet spontaan – een grote tegendemonstratie plaats op het Malieveld in Den Haag. Hierbij betuigden Oranjegezinden massaal hun steun aan het huis van Oranje. Koningin Wilhelmina, prinses Juliana en koningin-moeder Emma reden hierbij in een rijtuig rond en werden enthousiast toegejuicht.

Het tweede gevolg was dat de Nederlandse regering op 20 november 1918 een proclamatie afkondigde over de afloop van de Eerste Wereldoorlog, maar daarin óók sprak van de wens en noodzaak tot sociale hervormingen. Met name in de jaren 1919-1922 kwamen er enkele sociale wetten tot stand. Met als belangrijkste resultaat de invoering van de achturige werkdag in 1919. Diepergaande hervormingen, zoals de afschaffing van de Eerste Kamer of de invoering van een referendum, vonden geen doorgang.

Ten slotte, dat was een derde langetermijngevolg van Troelstra’s vergissing, bracht zijn oproep een groot wantrouwen teweeg tegen de sociaaldemocraten. Mede hierom raakte de SDAP in het interbellum (1919-1929) uit beeld als coalitiepartij. Het interbellum werd daarentegen gedomineerd door de protestanten van de ARP, onder leiding van Hendrikus Colijn. Hij leidde in de jaren 1920 en 1930 vijf kabinetten.

Boek: De ‘vergissing’ van Troelstra – J.S. Wijne

Pieter Jelles Troelstra met zijn tweede vrouw Sjoukje Oosterbaan en biograaf Wiardi Beckman:

Bronnen â–¼

Boeken
J.S. Wijne, De ‘vergissing’ van Troelstra (Hilversum: Verloren, 1999).

Internet
-https://www.parlement.com/id/vhzpckjlgvz9/de_vergissing_van_troelstra_1918
-https://anderetijden.nl/aflevering/418/Troelstras-tragedie
-Complete rede van Troelstra: https://www.parlement.com/id/vh9wlmyvi3x5/verplicht_te_grijpen_naar_de_staatsmacht

0
Reageren?x
×