Na de Duitse inval van mei 1940 pleegden honderden mensen zelfmoord. Iets meer dan de helft was Joods. Vermoedelijk deed minstens eenzelfde aantal een poging die mislukte. Schrijver en journalist Lucas Ligtenberg heeft de ‘zelfmoordepidemie’ van mei 1940 voor het eerst systematisch onderzocht. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een boek met de treffende titel Mij krijgen ze niet levend – De zelfmoorden van mei 1940 (Balans, 2017).
Honderden mannen, vrouwen, vluchtelingen, joden, militairen, hoogleraren, directeuren, artsen, winkeljuffrouwen en kantoorbedienden besloten in de eerste oorlogsmaand de toekomst onder Duits bewind niet af te wachten. Ze maakten een eind aan hun leven. De meeste van hen woonden in Amsterdam, de stad die een vrij grote Joodse gemeenschap kende. Maar ook buiten de stad maakten veel mensen een eind aan hun leven. Soms deden ze dat alleen. Soms ook met de partner of zelfs met het hele gezin.
Hoewel er boekenkasten volgeschreven zijn over de Tweede Wereldoorlog, is niet eerder breed onderzoek gedaan naar deze zelfmoordgolf. In Loe de Jong’s monumentale Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog worden de zelfmoorden wel aangehaald, maar de historicus ging niet nader op het verschijnsel in. Lucas Ligtenberg vindt dat vreemd:
“De impact van de Duitse inval is niet goed te begrijpen zonder meer kennis van de zelfmoorden in mei 1940. De zelfmoorden van die maand verdiepen het historisch begrip van de paniek die de Duitse inval veroorzaakte en de beweegredenen zeggen veel over hoe mensen die beleefden.” (16)
Ligtenberg besloot daarom in het onderwerp te duiken en wist voor het eerst ook de exacte cijfers over de zelfmoorden boven tafel te krijgen.
Paniek
Berichten over de naziterreur hadden Nederland uiteraard ook voor mei 1940 al bereikt. Veel Nederlanders vestigden hun hoop op de Nederlandse neutraliteitspolitiek. Niet geheel verwonderlijk. Mede dankzij die politiek had het land immers al 135 jaar geen oorlog gekend. Zelfs toen Noorwegen en Denemarken in het voorjaar van 1940 werden overrompeld door de nazi’s, bleven velen hun hoop vestigen op de neutraliteitspolitiek. Op 10 mei 1940 werd die hoop door de Duitse inval echter de grond in geboord. Ook voor Nederland was de Tweede Wereldoorlog begonnen.
Al snel na de invasie volgde de capitulatie. Dat bij veel Nederlanders toen de paniek echt toesloeg, maakt onderstaande statistiek van het CBS goed duidelijk:
Zelfmoorden in: | totaal | waarvan in mei: |
---|---|---|
1936 | 767 | 56 |
1937 | 749 | 74 |
1938 | 833 | 89 |
1939 | 745 | 64 |
1940 | 1046 | 388 |
1941 | 661 | 50 |
1942 | 901 | 71 |
1943 | 855 | 84 |
1944 | 653 | 66 |
1945 | 1011 | 116 |
1946 | 852 | 85 |
Vragen
De cijfers maken duidelijk dat mei 1940 een piek vormde voor wat betreft zelfmoorden, waardoor het jaar 1940 er gelijk ook in de statistieken uitsprong. Gedurende de oorlogsjaren die volgden, waren de getallen gemiddeld genomen niet hoger dan in de jaren dertig. Maar er waren wel piekmaanden waarin met name veel Joden een eind aan hun leven maakten. Niet geheel verwonderlijk hingen die zelfmoordgolven samen met de aankondiging van anti-joodse maatregelen en deportaties.
Lucas Ligtenberg probeerde de verhalen achter de cijfers van mei 1940 boven tafel te krijgen en tekende er in zijn boek een groot aantal op. Algemene uitspraken over de motieven van de grote groep doet hij wijselijk niet. De auteur:
“Er zijn net zoveel motieven als er mensen zijn, en al die mensen zijn net zo uiteenlopend van aard en divers qua achtergrond als elke andere groep van bijna vierhonderd. Daarnaast is het uiteindelijk niet mogelijk iemands precieze beweegredenen te achterhalen.” (19)
Het onderzoek levert ook veel dilemma’s op. Bij een gezin dat zelfmoord pleegde, kan men er bijvoorbeeld niet klakkeloos van uitgaan dat alle leden in even grote mate overmand werden door uitzichtloosheid. Beslisten de ouders wellicht voor de kinderen? En tot welke leeftijd dan? En wanneer is zelfmoord eigenlijk een vorm van euthanasie? Het feit dat Ligtenberg stilstaat bij dergelijke vragen, toont zijn respect voor de complexiteit en gevoeligheid van het onderwerp.
De verhalen van mensen en gezinnen die in de meimaand zelfmoord pleegden zijn zeer uiteenlopend, maar stuk voor stuk aangrijpend. Ze geven inderdaad een waardevol beeld van de paniek die uitbrak toen duidelijk werd dat Nederland onder Duits bestuur zou komen te staan. Een exemplarisch voorbeeld geeft de wachtkamer van de Amsterdamse zenuwarts Berthold Stokvis, die in de meidagen een dagboek bijhield. Op 14 mei zat de wachtkamer stampvol. Een van de patiënten smeekte de arts:
‘Help ons toch, geef ons toch vergif, wij willen deze ellende niet meemaken.’ Een ander werkte in op zijn schuldgevoel: ‘Dokter, zult u het ooit voor uw verantwoording kunnen nemen, wanneer ik in een concentratiekamp word doodgemarteld?’ Een van zijn bezoekers, ‘een Joodsch Duitschen emigrant’, wierp zich voor zijn voeten en omklemde zijn benen ‘met de smeekbede zijn reis naar het hiernamaals te bespoedigen’. (30)
Opperste sereniteit
Enkele bekende slachtoffers van de meidagen die in Ligtenbergs boek aan bod komen zijn zakenman en activist Louis Fles (die al in de vroege jaren dertig een pamflet schreef waarin hij waarschuwde voor Adolf Hitler) en schrijver Menno ter Braak, die zijn zelfmoord begin jaren dertig al had aangekondigd. Ook wordt stilgestaan bij mislukte zelfmoordpogingen. Een bekend voorbeeld in die categorie is Jacques Presser, de historicus die na de oorlog uitgebreid onderzoek deed naar de jodenvervolging. In de middag van 16 mei sneed de historicus samen met zijn vrouw Debora zijn polsen door. Presser onderbrak de poging echter en belde een arts. In zijn werk Ondergang vermeldde hij zijn eigen poging niet, maar hij zinspeelde er vermoedelijk wel op toen hij schreef:
“Overigens gingen niet allen tot de daad over in paniek; er zijn gevallen bekend van opperste sereniteit, van rust, van berusting.” (95)
Namenlijsten
Mij krijgen ze niet levend bevat naast een fotokatern, uitgebreide bronnenlijst en personenregister een lijst met de namen van alle personen die in mei 1940 zelfmoord pleegden. Bij elke persoon wordt in enkele regels stilgestaan en bijvoorbeeld verteld op welke manier (gasverstikking, overdosis medicijnen, ophanging, enzovoort) de persoon in kwestie zich van het leven beroofde. Ligtenberg stelde daarnaast een lijst samen met namen van personen van wie bekend is dat ze in mei 1940 een zelfmoordpoging deden.
Lucas Ligtenberg heeft met deze studie een waardevol werk toegevoegd aan de historiografie over de Tweede Wereldoorlog.