Tijdens het stadhouderschap van Willem van Oranje en Maurits stelde het hofleven in Den Haag nog nauwelijks iets voor. Daar kwam verandering in tijdens het stadhouderschap van Frederik Hendrik van 1625 tot 1647, doordat enkele markante vrouwen hun intrede deden in de rustige hofstad. Door hun energie, ambitie maar ook door hun onderlinge wedijver wisten deze vrouwen in korte tijd een hofcultuur op te bouwen die was te vergelijken met die van de belangrijke Europese vorstenhuizen. Wie waren deze vrouwen die in het hart van de Republiek hof hielden?
Elizabeth Stuart (1596-1662)
Precies vierhonderd jaar geleden, in 1613, deed Elizabeth Stuart, dochter van de Engelse koning Jacob I, voor het eerst Den Haag aan. Zij was korte tijd eerder in Londen getrouwd met de Duitse keurvorst Frederik van de Palts. Na de plechtigheid vertrok het paar naar de bezittingen van Frederik in Heidelberg. Maar niet voordat zij in de Republiek een tocht hadden gemaakt langs verschillende Zeeuwse en Hollandse steden, waar zij met veel vertoon werden binnengehaald. Elizabeth had in Den Haag niet kunnen vermoeden dat zij enkele jaren later noodgedwongen zou terugkeren naar de Republiek en er uiteindelijk het grootste deel van haar leven door zou brengen.
In 1621 maakte Elizabeth onder geheel andere omstandigheden wederom haar entree in Den Haag. Haar echtgenoot was in 1619 gekozen tot koning van Bohemen, maar zag zich enkele maanden later al verbannen na zijn desastreuze nederlaag tegen de katholieke legers in de Slag op de Witte Berg. Omdat zij slechts enkele maanden over Bohemen hadden geregeerd, kregen Frederik en Elizabeth de spottende bijnaam Winterkoning en Winterkoningin. Frederik en Elizabeth werden koninklijke ballingen die, door de familiebanden tussen Frederik en de Oranje-Nassaus, uiteindelijk in Den Haag onderdak vonden.
Voor de bevolking van Den Haag was de aanwezigheid van dit koninklijke paar nieuw en spannend. Schoolmeester en rederrijker David Beck bijvoorbeeld vermeldde steevast in zijn dagboek uit 1624 wanneer en waar hij de Winterkoningin en haar echtgenoot had gezien. Soms, zo schreef hij, was “den halven hage schier op de been […] om te kijken.” De Haagse bevolking zou zich nog vaker verbazen over deze eigenzinnige koningin, die ondanks haar slechte financiële positie haar luxueuze hofleven zou blijven voortzetten in de “veel te krappe behuizing”, het voormalige woonhuis van raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt, die haar aan de Kneuterdijk ter beschikking werd gesteld. Haar echtgenoot Frederik V van de Palts overleed in 1632 , waarna Elizabeth nog bijna veertig jaar in ballingschap in Den Haag door zou brengen. In 1660 keerde zij terug naar Engeland, waar zij korte tijd later overleed.
Een koningin en haar hofdame
Elizabeth Stuart was als koningsdochter onbetwist de voornaamste vrouw van Den Haag en de Republiek. Kort na haar komst naar Den Haag kreeg zij echter concurrentie uit onverwachte hoek. Haar hofdame Amalia van Solms trouwde in 1625 met Frederik Hendrik, die kort daarop Maurits zou opvolgen als stadhouder. “Mijn ongeluk, is jouw geluk” zou Elizabeth tegen Amalia op haar huwelijksdag gezegd hebben, en dit zouden profetische woorden blijken. De vrouwen leken eigenlijk veel op elkaar: ze waren bijna even oud, werden beiden geroemd om hun intelligentie en schoonheid, en waren beiden energiek, gelukkig in hun huwelijk, gepassioneerd in de steun voor hun echtgenoot, met een grote liefde voor feesten, pracht en praal, maar….. de een was van koninklijke bloede en de ander slechts een hofdame.
Hoewel Amalia als echtgenote van de stadhouder in feite de First Lady van de Republiek was, moest zij op basis van haar afkomst letterlijk en figuurlijk voorrang verlenen aan de Winterkoningin. Elizabeth kreeg de ereplaats bij belangrijke gebeurtenissen (ook bij doop- of huwelijksplechtigheden van de kinderen van Amalia) en de meeste aandacht in contemporaine beschrijvingen. Als er hoog bezoek uit het buitenland kwam, ging dat eerst bij de Winterkoningin op audiëntie voordat het stadhouderlijk paar werd bezocht. Aan dit recht op voorrang zou Elizabeth haar hele leven grote waarde blijven hechten, alsook aan het recht op een zeer laag decolleté dat als een teken van vorstelijke status werd beschouwd. Toch gingen de beide echtparen aanvankelijk vriendschappelijk met elkaar om en werd het Boheemse paar regelmatig (ook uit propagandadoeleinden) op schilderijen en prenten van de Oranje-Nassaus afgebeeld. De verhouding bekoelde toen de pogingen van Frederik om zijn Duitse gebieden terug te winnen op niets uitliepen en het stadhouderlijk paar juist aan status en populariteit won door Frederik Hendriks overwinningen op de Spanjaarden en de geboorte van de kinderen van Frederik Hendrik en Amalia.
Amalia van Solms (1602-1675)
Wie macht wil verkrijgen of behouden, moet die ook uitstralen, bijvoorbeeld door het verzamelen van kunst, het bouwen van paleizen, door kleding, feesten, protocol enzovoort. Elizabeth had dat goed begrepen en begon al snel na haar intrede in Den Haag portretten te laten maken die haar koninklijke status moesten benadrukken en die werden aangeboden aan bevriende vorsten en adellijke families. Het uitruilen van elkaars beeltenis en opbouwen van portretseries werd als een bevestiging gezien van de kringen waartoe men wilde behoren. Frederik Hendrik en Amalia hadden ook de ambitie een hof met vorstelijke allure op te bouwen en lieten zich daarbij sterk door het Boheemse paar inspireren. Het Stadhouderlijk Kwartier werd grondig gerenoveerd, er werden nieuwe paleizen gebouwd als Honselaarsdijk en Huis ten Nieuburg en al deze vertrekken en galerijen moesten worden gevuld met schilderijen, waaronder veel portretten.
Elizabeth introduceerde schilders aan haar hof die daarna ook voor het stadhouderlijk paar gingen werken: eerst Michiel van Mierevelt, daarna Gerard van Honthorst, die beide al naam gemaakt hadden aan het Engelse hof. In Engeland werden ook voor het eerst de zogenaamde historiserende (pastorale) portretten gemaakt, een nieuwe stijl die enthousiast door beide hoven in Den Haag werd omarmd. Bij ieder nieuw portret van Elizabeth, nieuwe kleding of haardracht, volgde Amalia op de voet. Soms zijn de beeltenissen nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Maar Amalia, die net als Elizabeth haar echtgenoot lang zou overleven, zou de Winterkoningin definitief overtreffen met haar creatie van Huis ten Bosch. De centrale Oranjezaal werd door de meest vooraanstaande kunstenaars gedecoreerd en is niet alleen te beschouwen als een eerbetoon aan Frederik Hendrik maar ook als een politiek statement van Amalia.
Mary Stuart (1631-1661)
Het verschil in status tussen Amalia en Elizabeth was echter niet allesbepalend. Amalia was bijvoorbeeld aanzienlijk succesvoller bij het uithuwelijken van haar kinderen dan Elizabeth. Door het fortuin dat Frederik Hendrik met het veroveren van de Zilvervloot in 1628 had verworven, waren de kinderen van het stadhouderlijk paar een aantrekkelijke partij op de internationale huwelijksmarkt. Zo wisten Frederik Hendrik en Amalia voor hun zoon, de latere Willem II, een huwelijk te arrangeren met de dochter van de Engelse koning Karel I (en het nichtje van Elizabeth), Mary Stuart. En dat terwijl ook een zoon van Elizabeth kandidaat was om de Engelse prinses te trouwen. In 1641 vond in Londen het huwelijk tussen de 9-jarige Mary en de 15-jarige Willem plaats. Een jaar later maakte Mary, vergezeld door haar moeder koningin Henriette Maria, de oversteek naar Holland.
Mary’s verblijf in de Republiek werd geen succes. Na verloop van tijd begon de Princess Royal te beseffen dat ze ver onder haar stand was uitgehuwelijkt. Ze weigerde Nederlands te leren en haatte vanaf dat moment haar verblijf in de Republiek, de Oranje-Nassau familie en vooral haar schoonmoeder Amalia, die na de dood van Willem II een geduchte tegenstander werd. Toen de ontredderde Mary in 1650, kort na het overlijden van haar echtgenoot, moeder werd van een zoon wilde ze hem Karel noemen en het liefst zo snel mogelijk naar Engeland terugkeren met het erfdeel van haar kind. Door standvastig optreden van Amalia werd het prinsje naar zijn geliefde overgrootvader Willem genoemd.
Later zorgde ze er voor dat Willem III een gedegen opleiding kreeg die hem moest voorbereiden op zijn taken als legeraanvoerder en stadhouder. Daarmee redde Amalia de toekomst van het Huis van Oranje-Nassau en is zij te beschouwen als de tegenpool van Mary, die de belangen van haar eigen Stuart familie altijd als eerste prioriteit is blijven zien, zelfs boven die van haar eigen zoon. Mary overleed in 1660 op 29-jarige leeftijd, korte tijd nadat zij naar Engeland was teruggekeerd.
~ Haags Historisch Museum – Ineke Goudswaard
– Doorn, J., Mary Stuart 1631-1660, een omstreden Prinses van Oranje, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1966
– Everett Green, M.A., Elizabeth, Electress Palatine and Queen of Bohemia, Methuen & Co., Londen, 1909
– Hoogsteder, W.J., De schilderijen van Frederik en Elizabeth, Koning en Koningin van Bohemen, Doctoraal Schriptie in drie delen, Universiteit van Utrecht, 1984-1986
– Keblusek, M., M. Tiethoff- Spliethoff, O. Mörke, I. Groeneweg e.a., Vorstelijk Vertoon aan het hof van Frederik Hendrik en Amalia, Waanders Uitgevers, Zwolle, 1997