“Zijn we nog wel op de juiste weg? Is de idee niet allang verloren en tot beton verworden?” Vertwijfelt vraagt Oost-Duitser Meno Rohde dit zich af, terwijl hij met zijn neef Christiaan op een rustige plek in de buitenlucht een biertje drinkt en kijkt naar een West-Duitse uitzending op de meegebrachte televisie. In de Duitse televisiefilm “Der Turm” komen weinig andere zinnen voor die het onderwerp van de film, de aftakeling van de DDR, zo goed kenschetsen.
Nadat in 2010 eerst een theaterverwerking op de planken werd gebracht, volgde in 2012 de verfilming die dat jaar in oktober uitgezonden werd door nationale televisiezender Das Erste. Het 180 minuten durende filmepos speelt zich, gelijk aan het boek, af in de jaren 80 van de vorige eeuw in de Oost-Duitse stad Dresden. Gedurende zeven jaar wordt de familie Hoffmann gevolgd die tijdens die laatste jaren van de dictatuur alsnog verstrikt raakt in de benauwende en achterdochtige atmosfeer van de DDR. Richard Hoffmann, de vader van het gezin, is een bekwame chirurg die aast op een promotie tot directeur van het hospitaal waar hij werkt. Eens was hij een geestdriftig aanhanger van het socialistische systeem, dat hem opving en zijn studie bekostigde nadat hij zijn ouders verloor tijdens het geallieerde bombardement op Dresden in de Tweede Wereldoorlog. Vele jaren later heeft hij echter zijn buik vol van de communistische partij die de vrijheid beknot van burgers die niet in de pas lopen en die jaknikkers bevoorrecht.

De gedroomde promotie van Richard Hoffmann komt in gevaar wanneer de Stasi, de gevreesde Oost-Duitse veiligheids- en inlichtingendienst, hem wil inzetten als informant, zoals hij gedurende zijn studietijd ook kortstondig geweest was. Hoffmann weigert, maar voelt de hete adem van de geheime dienst in zijn nek, die weet van zijn geheime verhouding met een jonge secretaresse uit het ziekenhuis, met wie hij ook een dochtertje heeft. Dat zijn zoon Christiaan, die ook arts wil worden, tijdens zijn middelbareschooltijd wordt betrapt op het lezen van naziliteratuur en zich ook tijdens zijn diensttijd in de Nationale Volksarmee in de problemen werkt, maakt het de ambitieuze arts niet makkelijker. Hij staat voor een groot dilemma. Enkel door collega’s te verraden die kritiek uiten op het regime of een ontsnapping uit de DDR beramen, kan hij zijn promotie en de toekomst van zijn zoon veiligstellen, maar als hij dit doet collaboreert hij wel met het politieke systeem dat hij zo verafschuwt.
Intellectuele vrijheid
Behalve de Hoffmanns speelt ook Meno Rohde, de oom van Christiaan, een belangrijke rol in de film. Als censor in dienst van een uitgever voelt hij zich steeds meer bezwaard door de beknotting van de intellectuele vrijheid waaraan hij ook zelf zijn bijdrage levert. Je zou hem kunnen zien als de representant van de meegaande burger die zich zonder overtuigd communist te zijn, schikt naar de eisen van het regime. Gewetensnood is voor hem het resultaat, maar door een schrijfster die in oppositionele kringen verkeert te helpen met het publiceren van haar Sovjetkritische manuscript in het Westen hoopt hij zijn jarenlange zwijgen en meewerken goed te kunnen maken. Daarmee sluit hij zich op zijn eigen wijze aan bij de vele andere burgers die opstaan tegen het regime en voor hun vrijheid en die met geweldloze protesten bijdragen aan de uiteindelijke val van de DDR.
“Der Turm” is in mei 2014 door Dutch FilmWorks uitgebracht op DVD en Blu-Ray.