In het boek De diligences van Bouricius (Uitgeverij Verloren, 2017) laat schrijver Bert Koene ons kennismaken met het familiebedrijf Bouricius, dat in de periode 1698-1835 via de postkoets (diligence) talloze mensen door de Nederlanden vervoerde.
Diligence
Een diligence is een postkoets met goede vering, die bedoeld is voor personenvervoer en voortgetrokken wordt door paarden (meestal twee of vier paarden). De term ‘post’ in koets slaat dan ook niet op poststukken, brieven of kaarten, maar op…
…wisselposten langs de route, waar verse paarden werden voorgespannen (p.11)
Aanvankelijk was reizen per koets alleen voorbestemd voor de elite, maar in de achttiende eeuw kwam de diligence als algemeen vervoersmiddel in de Nederlanden binnen he bereik van de gewone doorsnee burger.
Hoewel de diligences vaak goede vering hadden, was het reizen per diligence an sich niet heel comfortabel (gemeten aan eigentijdse maatstaven). De reizigers werden gedurende het traject flink door elkaar geschud en kwamen doorgaans geradbraakt op hun bestemming aan.
Gerard van Bouricius
Op 2 oktober 1698, tegen het eind van de Gouden Eeuw, kwam Gerard van Bouricius – geboren als Gerard Brouwer (1667-1734) – in het bezit van een vergunning om het diligence-vervoer tussen Amsterdam en Arnhem te verzorgen. Bouricius was op 15 december 1667 in Deventer geboren in een familie die vrij rijk was geworden door de verkoop van deventerkoeken. Met dit familiekapitaal kon Gerard van Bouricius zijn diligence-bedrijf opzetten.
Bouricius volgde vanaf februari 1684, hij was toen zestien, de Latijnse School (de Athenaeum Illustre) in Deventer. In april 1686 vervolgde hij zijn opleiding aan de Universiteit van Franeker, waar hij Latijn en wijsbegeerte ging studeren. Op 14 december 1688 huwde Gerard Brouwer met Anna Stoesack in Amsterdam, waar het stel ook ging wonen. Anna stierf op 12 maart 1707, waarna Bouricius in 1707 hertrouwde met Clara Maria van Riedt.
In Amsterdam kocht Gerard in 1690 met zijn schoonvader drie extra panden aan. Gerard kreeg een betrekking als drossaard en belastinggaarder van de heerlijkheid Hagestein, waar hij tot 1696 voor de Duitse prins George Frederik van Waldeck werkte. Hierna woonde hij enige tijd in Vianen, tot hij in 1698 de diligence-dienst tussen Amsterdam en Arnhem oprichtte.
De diligence van Bouricius
In oktober 1698 kocht Bouricius een octrooi over om de diligence tussen Amsterdam en Arnhem te mogen uitbaten, als monopolist. Al snel breidde hij de route uit met de plaats Doesburg en de Duitse plaats Münster. Na een moeilijke opstart begon het bedrijf in het begin van de achttiende eeuw goed te lopen. Toen Gerard Bouricius op 8 oktober 1734 stierf, zetten zijn weduwe Clara Maria en zijn zoon Gerard Bouricius de Jongere het transportbedrijf voort.
Met name in de jaren 1740 en 1750 deed de diligence-dienst van Bouricius goede zaken, doordat de Duitse deelstaat Pruisen verbindingen vanuit Keulen, Kleef (1741) en Wezel (1755) doortrok naar Arnhem. Dit zorgde voor veel aanvoer van Duitse reizigers op Arnhem.
Vanaf de Bataafs-Franse Tijd (1795-1814) ging het bergafwaarts met de diligences van Bouricius. Dit had met name te maken met de algemene economische malaise eind achttiende eeuw, die bijvoorbeeld ook de VOC in 1798 de kop kostte:
De slapte in handel en bedrijf die al onder stadhouder Willem V in het land had geheerst, was door de omwenteling van 1795 niet verdreven. De politieke en maatschappelijke verwarring [tijdens de Patriottentijd en de Bataafse jaren] had de toestand alleen maar erger gemaakt. Intussen eiste Napoleon wel hoge afdrachten van de Bataafse Republiek voor de oorlogsvoering (p.109)
Rond 1799 was Bouricius bijna failliet. Daar bovenop kwam nog het Continentaal Stelsel van 1806, dat de handel met Engeland verbood en de Nederlandse economie en het transport verder frustreerde. Toch overleefde Bouricius deze zware jaren. Door concurrentie, wanbeleid en tegenwerking van koning Willem I, die door Koene uitgebreid beschreven wordt, ging Bouricius – dat toen bestuurd werd door Adriaan Frans Bouricius – op 2 mei 1837 officieel failliet.
Context, interesses en nabeschouwing
Een sterk aspect van Koenes boek is dat de geschiedenis van de diligences van Bourgicius goed in de context van de tijd worden geplaatst. Ook leren we veel over de levensomstandigheden en interesses van de familie Bouricius kennen, zoals hun belangstelling voor de Verlichting, hun politieke aandeel en flexibiliteit tijdens de Patriottentijd en Bataafse Tijd, en hun culturele interesses als muziek. Koene eindigt het mooi vormgegeven De diligences van Bouricius met een overzichtelijke nabeschouwing.
Boek: De diligences van Bouricius – Bert Koene